
Boukje van Dijk
senior onderzoeker
Dr. Boukje van Dijk werkt als senior onderzoeker met de focus op kanker van het hoofdhalsgebied. Naast haar werk bij IKNL heeft zij een gastaanstelling bij de afdeling Epidemiologie aan de Faculteit Medische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen.
Boukje van Dijk studeerde Biomedische Gezondheidswetenschappen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, met afstudeerrichting epidemiologie. Daarna promoveerde zij in 2006 op onderzoek naar de relatie tussen risicofactoren en von Hippel-Lindau-genmutaties bij nierkanker aan de Universiteit Maastricht.
Van 2006 en 2008 heeft ze een klein uitstapje gemaakt om onderzoek te doen naar hemochromatose (ijzerstapelingsziekte) aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Na dit uitstapje keerde ze terug naar onderzoek naar kanker bij IKNL.
Sinds 2008 is ze geregistreerd epidemioloog bij de Stichting voor opleiding tot Medisch-Biologisch Wetenschappelijk Onderzoeker (SMBWO).
Publicaties
- van de Velde LJ, Scheurleer WFJ, Braunius WW, Speksnijder CM, de Ridder M, Devriese LA, de Bree R, Breimer GE, Rijken J, van Dijk BAC. Sinonasal squamous cell carcinoma in the Netherlands: a population-based study of 568 cases diagnosed in 2008-2021. Head Neck. 2025 Feb;47(2):695-705. doi: 10.1002/hed.27961. Epub 2024 Oct 16. PMID: 39412961
- Frank MH, van Dijk BAC, Schoonbeek RC, Zindler J, Devriese LA, van Es RJJ, Merkx MAW, de Bree R. Differences in the association of time to treatment initiation and survival according to various head and neck cancer sites in a nationwide cohort. Radiother Oncol. 2024 Mar;192:110107. doi: 10.1016/j.radonc.2024.110107. Epub 2024 Jan 21.PMID: 38262531
- Cecile van de Weerd, Boukje A C van Dijk, Matthias A W Merkx, Robert P Takes, Maria T Brands. A nationwide study on cancer recurrences, second primary tumours, distant metastases and survival after treatment for primary head and neck cancer in the Netherlands. Eur J Surg Oncol. 2023 ul;49(7):1154-1161. doi: 10.1016/j.ejso.2023.03.209. Epub 2023 Mar 17. PMID: 36964057
- Zie Researchgate voor een volledig overzicht
Nieuw rapport benadrukt unieke kenmerken per kankerlokalisatie in het hoofd-halsgebied

Kansen voor vroege opsporing van hoofd-halskanker in de eerstelijn

Hoofd-halskanker is zeldzaam, met ongeveer 3000 gevallen per jaar in Nederland. Vroege detectie is van belang: hoe eerder de ziekte gevonden wordt, hoe minder ingrijpend de behandeling en de gevolgen van de kanker zijn. Herkenning is soms lastig, vanwege de zeldzaamheid en omdat de klachten van hoofd-halskanker relatief alledaagse klachten zijn als zweertjes, heesheid, knobbels in de hals of keelpijn. Maar door alert te zijn op deze symptomen die langer dan 3 weken aanhouden, kunnen huisartsen en tandartsen bijdragen aan vroege opsporing van kanker in het hoofd-halsgebied.
lees verderAnderhalf jaar follow-up voldoende voor opsporen behandelbaar recidief hoofd-halskanker

De Nederlandse richtlijn hoofd-halstumoren raadt aan om patiënten na behandeling 5 jaar lang op controle te laten komen, onder andere om vroegtijdig recidieven of tweede primaire tumoren te ontdekken. Cecile van de Weerd (Radboudumc) en collega’s van diverse ziekenhuizen en IKNL evalueerden deze controleduur door te onderzoeken hoe vaak en wanneer recidieven, tweede primaire tumoren en afstandsmetastasen voorkomen, aan de hand van data uit de Nederlandse kankerregistratie (NKR). Van de Weerd: ‘Uit ons onderzoek kunnen we concluderen dat anderhalf jaar controle na behandeling volstaat om ziekte-uitingen vroegtijdig te vinden.’
lees verderIncidentie plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-halsgebied: ‘Eenduidigheid nodig voor goede vergelijking’

Hoewel er niet veel onderzoeken zijn die incidentietrends van plaveiselcelcarcinoom (PCC) in het hoofd-halsgebied beschrijven, lijkt er wereldwijd een toename zichtbaar in het aandeel hoog-stadium PCC in het hoofd-halsgebied. ‘Dat wordt ook zo ervaren in de Nederlandse kliniek,’ aldus Maartje van Beers (NKI/AVL). ‘Maar het probleem is in dat in de onderzoeken die deze trend beschrijven, niet altijd dezelfde definities van ‘hoog-stadium’ gehanteerd worden.’ Daarnaast trekken sommige onderzoekers conclusies op basis van absolute getallen en anderen op basis van het aandeel van de totale incidentie. Daarom keken Van Beers en collega’s van Amsterdam UMC en IKNL aan de hand van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) naar trends in incidentie bij plaveiselcelcarcinoom van hoofd-halsgebied in Nederland.
lees verder