Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Kerncijfers over de borstkanker zijn samengevat in de folder 'Borstkanker in Nederland, trends 1989 - 2019'. Deze cijfers zijn gebaseerd op gegevens van 30 jaar Nederlandse Kankerregistratie. Een op de zeven vrouwen krijgt in haar leven borstkanker. Een op de 27 vrouwen in Nederland overlijdt aan borstkanker. De gemiddelde overleving is in deze dertig jaar behoorlijk gestegen. Toch is de prognose voor bepaalde groepen borstkankerpatiënten nauwelijks vooruitgegaan, zoals de patiënten met uitgezaaide borstkanker bij diagnose.
lees verderDe stijging in het aantal borstkankerdiagnoses vanaf week 15 zet door in week 16. Het dieptepunt lijkt hiermee in week 14 bereikt te zijn. Als gevolg van de COVID-19 crisis was het aantal diagnoses borstkanker in die week met de helft gedaald. Het aantal nieuwe borstkankerdiagnoses komt nog niet boven het niveau van het gemiddelde aantal borstkankerdiagnoses in de weken voor de COVID-19-crisis van 402 per week te liggen. Dit blijkt uit de voorlopige cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie op basis van de voorlopige diagnoses in de landelijke pathologiedatabase PALGA. De laatste update leest u op de pagina Covid-19/covid-19-en-borstkanker.
lees verderMet het bevolkingsonderzoek wordt borstkanker vaker vroeg ontdekt bij vrouwen van 50 tot en met 75 jaar. Het aantal deelnemers aan het bevolkingsonderzoek borstkanker is met 976.000 vrouwen iets afgenomen naar 76,6%. Ruim negen van de tien vrouwen (91,5%) blijven trouw meedoen in vervolgronden.
lees verderPreoperatieve MRI, als aanvulling op conventionele beeldvorming van de borst, leidt niet tot betere uitkomsten van chirurgie bij patiënten met primair ductaal carcinoom in situ. Dat concluderen Kristien Keymeulen (Maastricht UMC) en collega’s op basis van een studie met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De kans op een borstamputatie was na een MRI zelfs twee keer zo hoog. Ook het risico op positieve resectiemarges na borstsparende chirurgie nam niet af na preoperatieve MRI. De onderzoekers benadrukken dat pas definitieve conclusies getrokken kunnen worden aan de hand van de uitkomsten van langetermijnstudies, waarin ook naar lokale controle van de tumor wordt gekeken.
lees verderVariatie in de behandeling van patiënten met borstkanker kan zowel goed als slecht zijn en het onderzoeken van variatie kan de zorg verbeteren. Dit stelt Kelly de Ligt naar aanleiding van haar onderzoek waarop zij vrijdag 13 september promoveerde aan de Universiteit van Twente. Tijdens het symposium voorafgaand aan deze promotie werd duidelijk dat er grote ambities zijn om het perspectief van de patiënt meer te laten meewegen.
lees verderAls gevolg van de groeiende kennis over onder andere tumorbiologie, wordt de diagnostiek en behandeling van borstkanker steeds complexer. Voor de patiënt betekent dit dat er steeds gerichter wordt behandeld. Bepaalde behandelingen worden toegevoegd of juist bewust achterwege gelaten. Wat betekent dit voor de registratie? Is alles altijd goed terug te vinden in de dossiers, en hoe staat het met de eenheid van taal? Wat doe je als onduidelijk is waar de tumor precies is gelokaliseerd? Lees verder en ontdek het perspectief van de datamanager!
lees verderBijna 5% van alle vrouwen met borstkanker in Nederland worden na diagnose overgedragen aan een ander ziekenhuis voor primaire chirurgie. Bij neo-adjuvante chemotherapie ligt dit aandeel op 25%. Onderzoek van Erik Heeg en collega’s met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) toont aan dat deze overdrachten leiden tot vertraging. De grootste vertragingen (gemiddeld negen dagen) komen voor na overdrachten voor een borstamputatie met directe borstreconstructie. Hoewel er nog geen sluitend bewijs is gevonden, vermoeden de onderzoekers dat het ontbreken van deskundigheid en integratie van plastisch chirurgen in mammateams de meest waarschijnlijke verklaring is voor deze vertraging.
lees verderPatiënten gediagnosticeerd met een laaggradig ductaal carcinoom in situ (DCIS) hebben een uitstekende borstkankerspecifieke en algehele overleving. Dat staat te lezen in een publicatie van Marissa van Maaren (IKNL) en collega’s in de European Journal of Cancer. Gelet op de uitstekende overleving van laaggradig DCIS en eerdere studies waaruit blijkt dat de kans op een recidief zeer laag is bij laaggradig DCIS, is het volgens de onderzoekers gerechtvaardigd om te onderzoeken of een actieve surveillance bij deze patiënten een veilig alternatief kan zijn in plaats van chirurgische behandeling. In Nederland is begin 2017 de LORD-trial gestart, waarin dit wordt onderzocht.
lees verder