Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
De incidentie van primair centraal zenuwstelsel lymfoom (PCNSL) stijgt in Nederland onder patiënten in de leeftijdsgroep van 60 jaar en ouder. Dat blijkt uit een publicatie van Matthijs van der Meulen (Erasmus MC) en een team onderzoekers van IKNL en Erasmus MC in Nature Leukemia. Het onderzoek toont tevens aan dat de relatieve overleving van PCNSL-patiënten in de leeftijd tot 70 jaar de laatste decennia (1989-2015) is toegenomen. Dit wordt grotendeels verklaard door het toegenomen gebruik van intensieve chemotherapie en afname van behandeling met uitsluitend radiotherapie. De overlevingskansen van oudere patiënten (boven 70 jaar) bleven slecht.
lees verderPatiënten met niet-kleincellige longkanker (NSCLC) kregen tussen 1990 en 2014 vaker een behandeling met curatieve intentie. Dit heeft tevens bijgedragen aan verbetering van de relatieve overleving. Deze ontwikkeling was minder duidelijk zichtbaar bij patiënten van 70 jaar en ouder, zo blijkt uit onderzoek van Lizzy Driessen (VieCuri Medisch Centrum, Venlo) en collega’s. De verschillen tussen de leeftijdsgroepen (tot 70 jaar versus 70 jaar en ouder) leken in de loop der tijd kleiner te zijn geworden bij stadium I, maar bleven onveranderd voor patiënten met stadium II. Bij stadium III en IV liepen de uitkomsten verder uiteen, vooral ten nadele van ouderen.
lees verderPatiënten met baarmoederkanker met een hoog pre- en een laag postoperatief risico hebben een minder gunstige prognose in vergelijking met patiënten met een concordant laag risico. Dat zijn de belangrijkste bevindingen van een studie uitgevoerd door Florine Eggink (UMC Groningen) en collega’s naar overeenkomsten en verschillen tussen pre- en postoperatieve risicostratificaties. Volgens de onderzoekers onderstreept deze studie de onafhankelijke prognostische waarde van preoperatief, pathologisch onderzoek, waarvan de uitkomsten meegewogen dienen te worden in de klinische besluitvorming.
lees verderPrognostische instrumenten als PREDICT en Adjuvant! geven over het algemeen redelijk goede ramingen voor de algehele 10-jaarssterfte bij patiënten met borstkanker tot 50 jaar. Bij een aantal subgroepen vertonen beide instrumenten echter onder- en overschattingen, zo blijkt uit onderzoek van Ellen G. Engelhardt (LUMC) en een groep collega’s uit binnen- en buitenland. Volgens de onderzoekers dienen prognostische instrumenten voorzichtig gehanteerd te worden, omdat schijnbaar geringe variaties aanzienlijke invloed kunnen hebben op de besluitvorming rond een medische behandeling.
lees verderDe overleving van patiënten met maagkanker is tussen 1989 en 2013 sterk gestegen. Deze verbetering hangt waarschijnlijk samen met de sterke toename van het aandeel patiënten dat een maagoperatie plus chemotherapie kreeg aangeboden. Uit onderzoek van Stijn Nelen (Radboudumc) en collega’s blijkt echter dat jonge patiënten (tot 70 jaar) vaker een operatie en chemotherapie krijgen dan oudere patiënten. Waarschijnlijk is daardoor de overlevingskloof tussen beide patiëntengroepen toegenomen. Volgens de auteurs is er meer onderzoek nodig naar behandelopties voor (kwetsbare) ouderen met maagkanker om hun overlevingskansen te verbeteren.
lees verderOudere patiënten (90+) met een histologisch bevestigd basaalcelcarcinoom en een beperkte levensverwachting hebben een vergelijkbare levensverwachting als mensen met dezelfde leeftijd uit de algemene bevolking. Dat blijkt uit een studie van dermatoloog Rick Waalboer-Spuij (Elisabeth-Twee Steden Ziekenhuis, Erasmus MC) en collega’s uitgevoerd met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Hoewel de onderzoekers hadden verwacht dat Nederlandse artsen een beperkte levensverwachting mee zouden wegen in hun besluitvorming, zagen ze geen significant verschillen. Extra onderzoek kan uitwijzen of dit niet ook leidt tot onnodige behandeling van ouderen.
lees verderEr is geen overtuigend bewijs dat het gebruik van propranolol of andere niet-selectieve bètablokkers leidt tot betere overlevingskansen voor patiënten met borstkanker. Die conclusie trekt een internationale groep onderzoekers uit België, Denemarken, Nederland, Engeland, Ierland, Noord-Ierland, Schotland en Zweden aan de hand van data van ruim 133.000 patiënten. Namens Nederland waren Pauline Vissers (IKNL) en Myrthe van Herk-Sukel (PHARMO) betrokken bij dit onderzoek. Het gaat om de grootste studie ooit uitgevoerd naar het gebruik en effect van propranolol bij de behandeling van patiënten met borstkanker.
Op 30 januari 2017 presenteren onderzoekers van Erasmus MC, IKNL en Universiteit Twente de resultaten van hun onderzoek naar de behandeling van patiënten met borstkanker zonder uitzaaiingen. Ze concluderen dat een deel van de patiënten in de toekomst mogelijk meer baat heeft bij borstsparende therapie. Dit onderzoek bouwt voort op eerder onderzoek. Nu werd echter ook gekeken naar doodsoorzaken en naar subgroepen, bijvoorbeeld patiënten met bijkomende ziekten.
lees verder