Oudere (90+) met basaalcelcarcinoom heeft vergelijkbare levensverwachting

Oudere patiënten (90+) met een histologisch bevestigd basaalcelcarcinoom en een beperkte levensverwachting hebben een vergelijkbare levensverwachting als mensen met dezelfde leeftijd uit de algemene bevolking. Dat blijkt uit een studie van dermatoloog Rick Waalboer-Spuij (Elisabeth-Twee Steden Ziekenhuis, Erasmus MC) en collega’s uitgevoerd met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Hoewel de onderzoekers hadden verwacht dat Nederlandse artsen een beperkte levensverwachting mee zouden wegen in hun besluitvorming, zagen ze geen significant verschillen. Extra onderzoek kan uitwijzen of dit niet ook leidt tot onnodige behandeling van ouderen.

Het bepalen van de juiste zorg aan het einde van het leven is een uitdaging die primair gericht is op levensbedreigende ziekten. Onlangs werd door een groep onderzoekers uit de Verenigde Staten de aandacht gevestigd op vaak voorkomende, niet-fatale aandoeningen zoals basaalcelcarcinoom bij mensen met een beperkte levensverwachting. 

Uit een aantal studies bleek dat potentiële overdiagnostiek van langzaam asymptomatisch basaalcelcarcinoom meer kwaad dan goed kan doen en dat de besluitvorming rond de behandeling van basaalcelcarcinoom niet wordt beïnvloed door de levensverwachting van deze patiënten. Deze verschillen waren voor Waalboer-Spuij en collega’s aanleiding om onderzoek te doen naar de behandeling van patiënten met basaalcelcarcinoom met een beperkte levensverwachting in Nederland met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). 

Hypothese Nederlandse situatie 
In de NKR zijn helaas geen data opgeslagen over de behandeling van basaalcelcarcinomen; wel over de histologische diagnose van deze aandoening. De hypothese van de onderzoekers was dat als er geen histologische informatie (biopsie of excisie) over basaalcelcarcinoom in de NKR is opgeslagen, er zeer waarschijnlijk ook geen enkele behandeling heeft plaatsgevonden aangezien 93% van de basaalcelcarcinomen histologisch is bevestigd. Een beperkte levensverwachting zou volgens Waalboer-Spuij en collega’s invloed kunnen hebben op de keuze om basaalcelcarcinoom histologisch te bevestigen. 

Ook kan de diagnose basaalcelcarcinoom een combinatie van risicofactoren weerspiegelen die de levensverwachting zowel positief als negatief beïnvloeden, zoals een intrinsiek risico op kanker, levensstijl en gedragsmatige risicoprofielen en sociaal-economische status. Op basis van deze overwegingen komen de onderzoekers tot de hypothese dat ouderen met een histologisch bevestigd basaalcelcarcinoom mogelijk een hogere levensverwachting hebben dan hun leeftijdsgenoten in de algemene bevolking en derhalve minder kans hebben om te overlijden binnen 12 en 24 maanden na de diagnose.  

Resultaten 
Deze hypothese werd getoetst met behulp van NKR-data van oudere patiënten gediagnosticeerd met basaalcelcarcinoom tussen 2007 en 2011. In totaal identificeerden de onderzoekers 11.170 patiënten met basaalcelcarcinoom, van wie 85% jonger was dan 80 jaar, 8,7% (n= 974) tussen 80-84 jaar, 5% (n= 557) tussen 85-89 jaar en 1,6% (n=174) 90 jaar of ouder.  

De waargenomen sterfte 12 en 24 maanden na diagnose was vergelijkbaar en iets lager dan de verwachte sterfte in de algemene bevolking (getoetst aan data van CBS). Boven 90 jaar kwamen bijvoorbeeld 32 patiënten (18%) binnen 12 maanden te overlijden, terwijl de onderzoekers hier 36 sterfgevallen (21%) hadden verwacht. De verhouding tussen de waargenomen en de verwachte (gestandaardiseerde) sterfte was 0,9 (95% betrouwbaarheidsinterval: 0,6-1,2). Dit geeft aan dat er geen bewijs is voor een verschil tussen de 1-jaarsmortaliteit van patiënten met basaalcelcarcinoom ouder dan 90 jaar en de algemene Nederlandse bevolking. 

Levensverwachting en sterfte 
Ook een tweede analyse, waarbij patiënten en controlegroep verdeeld werden over vijf leeftijdscategorieën (<75, 75-79, 80-84, 85-89, >= 90 jaar), bracht geen lagere gestandaardiseerde sterfte naar voren onder de algemene bevolking in de leeftijd tot 75 jaar of 75-79 jaar vergeleken met patiënten uit dezelfde leeftijdscategorie. Hoewel de onderzoekers aannamen dat Nederlandse artsen een beperkte levensverwachting mee zouden wegen in hun besluitvorming, zagen ze geen significant verschil tussen de sterfte onder patiënten met een basaalcelcarcinoom en de algemene bevolking. Deze resultaten zijn in lijn met eerdere bevindingen.

Conclusie en aanbeveling 
Rick Waalboer-Spuij en collega’s concluderen dat de resultaten van deze studie aangeven dat patiënten met histologisch bevestigd basaalcelcarcinoom een vergelijkbare levensverwachting hebben als mensen uit de algemene bevolking. Dit suggereert dat een beperkte levensverwachting mogelijk niet van invloed is op de  histologische diagnose en mogelijk daaruit volgende behandeling van basaalcelcarcinoom in Nederland. Nader onderzoek kan uitwijzen of dit niet ook leidt tot onnodige behandelingen van ouderen met een beperkte levensverwachting. 
 

  • Waalboer-Spuij R, Hollestein LM, van de Poll-Franse LV, Nijsten TE.: ‘Histological diagnosis of basal cell carcinoma is not associated with life expectancy in elderly Dutch people; a population-based cohort study’.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl