Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Vrouwen van 75-79 jaar met niet-gemetastaseerde borstkanker lopen meer risico op afstandsrecidieven in vergelijking met lotgenoten van 70-74 jaar, ondanks het hogere risico op sterfte door andere oorzaken dan borstkanker in deze oudere groep. Dat concluderen Anna de Boer (LUMC) en collega’s op basis van een studie met gegevens van bijna 18.500 patiënten. Volgens de onderzoekers kunnen deze resultaten duiden op onderbehandeling in de oudste groep. De studie toont echter ook aan dat de kans op overlijden zónder recidief sterk toeneemt op hogere leeftijd en dat bij patiënten met een hoog risico op overlijden door andere oorzaken dan borstkanker snel sprake is van overbehandeling.
lees verderOudere patiënten met kanker (70 jaar en ouder) zijn goed in staat om een zelfgerapporteerde G8-vragenlijst in te vullen voor het bepalen van hun kwetsbaarheid (frailty). De uitkomsten hiervan zijn vergelijkbaar met de oorspronkelijke G8 die door zorgprofessionals wordt afgenomen. Dit geldt echter niet voor zelfgerapporteerde screenings door geriatrische patiënten, zo blijkt uit onderzoek van geriater Inez van Walree (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s. De uitkomsten van dit onderzoek geven aan dat een zelfgerapporteerde G8-screening door een oudere kankerpatiënt een goed alternatief kan zijn in de klinische praktijk. Het biedt ook mogelijkheden voor inzet van zelfgerapporteerde screenings in bijvoorbeeld klinische trials.
lees verderVrouwen van 75 jaar en ouder met T1-2N0 borstkanker hebben een laag risico op het ontwikkelen van een locoregionaal recidief, ondanks het feit dat slechts 39% van deze patiënten tussen 2003 en 2009 endocriene therapie kreeg voorgeschreven. Zelfs patiënten die behandeld zijn in ziekenhuizen met een lager dan gemiddelde inzet van radiotherapie, is het risico op een locoregionaal recidief laag. Deze bevindingen spreken volgens Anna de Boer (LUMC) en collega’s zorgen tegen dat het weglaten van radiotherapie bij oudere patiënten zonder endocriene therapie tot een onacceptabel hoog locoregionaal recidiefrisico zou leiden. Dat biedt redelijke gronden om radiotherapie achterwege te laten bij patiënten van 75 jaar en ouder.
lees verderDe overleving van oudere vrouwen (65-75 jaar) met gevorderde borstkanker is tussen 1990 en 2015 verbeterd. Dit is zeer waarschijnlijk het gevolg van ruimere inzet van chemotherapieën bij patiënten met stadium III borstkanker. Dat concluderen Nienke de Glas (LUMC) en collega’s op basis van een studie met gegevens van bijna 240.000 patiënten uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Uit dit onderzoek blijkt echter ook dat de overleving van vrouwen (boven 75 jaar) met stadium I-III borstkanker níet is toegenomen. In toekomstige studies dient daarom meer rekening gehouden te worden met comorbiditeit(en) en geriatrische parameters, om de behandeling van deze oudste groep verder te personaliseren.
lees verderEen operatie heeft, mits ingebed in een onco-geriatrisch zorgpad, een positief effect op de kwaliteit van leven van oudere patiënten met dikkedarmkanker met een functionele afhankelijkheid. Matig functionele afhankelijkheid mag volgens Daniël Souwer (HagaZiekenhuis) en collega’s géén generieke reden zijn om een operatie bij ouderen achterwege te laten. Een belangrijke bevinding die artsen dienen te betrekken bij gedeelde besluitvorming. Aanvullend onderzoek kan uitwijzen of onco-geriatrische zorg op zichzelf de negatieve impact van chirurgie beperkt of dat deze zelfs bijdraagt aan verbetering van de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van oudere patiënten met dikkedarmkanker.
lees verderOnder zeer oude patiënten (85 jaar en ouder) met colorectale kanker blijft het sterftecijfer hoog in het eerste jaar na de behandeling. Dat concluderen Amanda Bos (IKNL) en collega’s in een studie met gegevens van ruim 52.000 patiënten uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) die tussen 2008 en 2013 zijn geopereerd. Hoewel de leeftijdsgebonden overlevingsverschillen verdwenen na correctie voor sterfte door andere oorzaken, zagen de onderzoekers gunstige trends in de tijd ten aanzien van de 1-jaarsmortaliteit na colorectale chirurgie. Deze bevinding onderstreept dat de overleving van ouderen na een ingrijpende operatie beïnvloedbaar is.
lees verderOudere patiënten (75+) met stadium I-II niet-kleincellige longkanker (NSCLC) krijgen in vergelijking met jongere patiënten (65 tot 74 jaar) minder vaak een chirurgische behandeling, maar juist vaker stereotactische radiotherapie, conventionele radiotherapie of de beste ondersteunende zorg. Elisabeth Driessen (VieCuri MC) en collega’s tonen met behulp van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) aan dat de langetermijnsoverleving na chirurgie superieur is ten opzichte van stereotactische radiotherapie na correctie voor prognostische factoren. Echter, ook dan blijft de algehele overleving van patiënten van 75 jaar of ouder slechter vergeleken met jongere patiënten.
lees verderHet bepalen van het aantal potentieel verloren levensjaren ten gevolge van een ziekte (years of life lost; YLL) is een nieuwe methode om de prognose van patiënten te schatten en biedt aanknopingspunten voor gedeelde besluitvorming tussen arts en patiënt. Een patiënt van 80 jaar en ouder met dikkedarmkanker sterft bijvoorbeeld gemiddeld 2,2 jaar eerder in vergelijking tot leeftijdsgenoten uit de algemene bevolking. Voordat met dit model betrouwbare, individuele prognoses aan patiënten gegeven kunnen worden, is aanvullend onderzoek nodig. Met name naar de impact van comorbiditeiten en kwetsbaarheid (frailty), concludeert een internationale groep onderzoekers in de World Journal of Surgery.
lees verder