Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
In 2014 kregen 15.000 mensen in Nederland darmkanker, 8.400 mannen en 6.600 vrouwen. Vergeleken met 2013 (13.400 nieuwe patiënten met darmkanker) nam het aantal toe met 1.600, een stijging van 12%. Het totaal aantal nieuwe patiënten met kanker in 2014 is 103.900, een stijging van 2% ten opzichte van 2013.
Mannen krijgen vaker kanker (53.300) dan vrouwen (50.600), maar de toename is in 2014 veel groter bij vrouwen (4% bij vrouwen; 0,5% bij mannen). Dit blijkt uit een eerste schatting, die IKNL ter gelegenheid van Wereldkankerdag heeft gedaan op basis van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR).
De belangrijkste doodsoorzaak bij patiënten met darmkanker is een gemetastaseerde ziekte. Ongeveer 20 tot 25 procent van deze patiënten heeft te maken met metastasen ten tijde van de diagnose. Het klinisch verloop van patiënten met metachrone metastasen is echter minder duidelijk. Het doel van deze studie is om de incidentie, behandeling en overleving van patiënten te beschrijven met metachrone metastasen gerelateerd aan dikkedarmkanker en om de risicofactoren te bepalen voor het ontwikkelen van deze metachrone uitzaaiingen.
lees verderDeze studie heeft tot doel de relatie op lange termijn te onderzoeken tussen lichaamsbeweging en de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven onder overlevenden die behandeld zijn voor dikkedarmkanker. Personen die tussen 2000 en 2009 waren gediagnosticeerd met dikkedarmkanker en opgenomen in de kankerregistratie kwamen in aanmerking om deel te nemen aan deze studie. Allen ontvingen op drie momenten een uitnodiging om een Profiel-vragenlijst in te vullen met een interval van 1 jaar. Het effect van lichaamsbeweging op gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven werd in de tijd geschat met behulp van longitudinale analysetechnieken.
lees verderDe verbeterde overleving van patiënten met coloncarcinoom kan niet zonder meer worden toegeschreven aan verhoging van het aantal onderzochte lymfeklieren bij chirurgische behandeling. Uit een studie van Felice van Erning (IKNL) en collega's blijkt namelijk dat het aandeel positieve lymfeklieren bij chirurgische behandeling van deze patiënten gelijk bleef gedurende de onderzochte periode (2000 tot 2011) ondanks toename van de lymfeklierevaluatie.
lees verderPatiënten met dikkedarmkanker hebben te maken met een tijdsinterval van circa 34 dagen tussen verwijzing en start behandeling. Voor patiënten met endeldarmkanker kan dit oplopen tot circa 50 dagen. De tijd die nodig is voor histologische bevestiging, het compleet afronden van het diagnostisch onderzoek en een bespreking in een multidisciplinair overleg dragen allen bij aan deze vertraging. Dat blijkt uit een onderzoek van Lydia van der Geest (IKNL) en collega's naar de tijdsduur van het diagnoseproces bij ruim 3.000 patiënten in West-Nederland tussen 2006 en 2008.
lees verderOudere patiënten die binnen een jaar sterven na een darmkankeroperatie, overlijden voornamelijk aan de gevolgen van de dikkedarmtumor. Aangezien de kans op recidieven gedurende dit tijdsbestek niet groot is, suggereert de verhoogde sterfte in het eerste jaar een langdurig effect ten gevolge van de chirurgie. Dat geldt vooral voor oudere patiënten. Chirurg dr. Jan Willem Dekker (LUMC) en collega’s pleiten daarom voor extra aandacht voor het beperken van fysiologische effecten van de operatie bij oudere patiënten en betere nazorg na ontslag uit het ziekenhuis.
lees verderDikkedarmkanker en de behandeling van deze ziekte lijken sterker bij te dragen aan een lagere kwaliteit van leven en seksueel functioneren dan diabetes mellitus. Uit onderzoek van Pauline Vissers (IKNL) en collega’s blijkt dat patiënten die beide ziekten hebben géén lagere kwaliteit van leven of slechter seksueel functioneren ervaren dan patiënten die één van beide ziekten hebben. De resultaten zijn recent gepubliceerd in Supportive Care in Cancer.
lees verderDe introductie van het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker zal gevolgen hebben voor zowel de incidentie, stadiumverdeling en behandeling, maar bovenal de sterfte aan deze aandoening. Dat schrijven dr. Marloes A.G. Elferink (IKNL) en collega’s in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Goede monitoring van alle onderdelen van het bevolkingsonderzoek is volgens de onderzoekers van essentieel belang om eventueel noodzakelijke aanpassingen op te sporen en het bevolkingsonderzoek optimaal rendement te geven.