Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Onder zeer oude patiënten (85 jaar en ouder) met colorectale kanker blijft het sterftecijfer hoog in het eerste jaar na de behandeling. Dat concluderen Amanda Bos (IKNL) en collega’s in een studie met gegevens van ruim 52.000 patiënten uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) die tussen 2008 en 2013 zijn geopereerd. Hoewel de leeftijdsgebonden overlevingsverschillen verdwenen na correctie voor sterfte door andere oorzaken, zagen de onderzoekers gunstige trends in de tijd ten aanzien van de 1-jaarsmortaliteit na colorectale chirurgie. Deze bevinding onderstreept dat de overleving van ouderen na een ingrijpende operatie beïnvloedbaar is.
lees verderVrouwen met blaaskanker hebben, vergeleken met mannen, in de eerste twee jaar na diagnose een slechtere overleving. In de jaren daarna is de overleving van mannen en vrouwen met blaaskanker vrijwel gelijk. Dat blijkt uit onderzoek van Anke Richters (IKNL) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Deze bevinding kan belangrijke gevolgen hebben voor de klinische praktijk; in de toekomst zou een meer invasieve behandeling en neo-adjuvante therapie overwogen kunnen worden bij vrouwen met blaaskanker.
lees verderOngeveer één op de vier mannen met blaaskanker die een cystoprostatectomie krijgt, wordt na pathologisch onderzoek van de prostaat gediagnosticeerd met prostaatkanker. Deze “toevallige” ontdekking heeft geen effect op de algehele overleving van blaaskankerpatiënten, zo blijkt uit onderzoek van Bo van Santvoort (IKNL) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Deze bevindingen suggereren dat het klinisch beleid van blaaskankerpatiënten met of zonder prostaatkanker niet zal verschillen en dat de prostaat daarom mogelijk niet meer uitgebreid onderzocht hoeft te worden na radicale cystoprostatectomie. Minder uitgebreid onderzoek van de prostaat kan bijdragen aan hogere efficiëntie en besparing op de zorgkosten.
lees verderEen lagere serumfolaatconcentratie (de anionische vorm van foliumzuur) lijkt bij actieve rokers samen te hangen met een toegenomen risico op urotheelcelcarcinomen van de blaas, met name de agressieve vormen van deze ziekte. Dat concluderen Alina Vrieling (Radboudumc) en collega’s in een publicatie in de International Journal of Cancer. Volgens de onderzoekers kan dit verband mogelijk zijn gemist in eerdere studies, omdat daarin alleen is gekeken naar het totaal aan blaaskankers en niet specifiek naar het type urotheelcelcarcinoom van de blaas. Er zijn aanwijzingen dat een tekort aan foliumzuur het risico op agressieve blaaskanker kan verhogen via veranderingen in DNA-methylatie.
Nederland is een van de Europese landen met de hoogste longkankersterfte. dat blijkt uit de sterftecijfers gepresenteerd door Eurostat, welke voor Nederland zijn gebaseerd op de doodsoorzakenstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vergeleken met andere landen is vooral de longkankersterfte onder vrouwen in Nederland hoog.
lees verderBij patiënten met een laag stadium (FIGO I) van hooggradige eierstokkanker leidt een optimale stadiëringsoperatie in combinatie met adjuvante chemotherapie tot zowel een langere recidiefvrije overleving als algehele overleving. Dat is een belangrijke bevinding, concluderen Juliëtte van Baal (NKI-AvL) en collega’s, omdat er in Nederland tot dusver geen consensus was over de toegevoegde waarde van adjuvante chemotherapie bij deze patiënten. Volgens de onderzoekers dienen de uitkomsten van dit onderzoek betrokken te worden bij het gezamenlijke besluitvormingsproces tussen arts en patiënt.
lees verderPatiënten die na resectie van alvleesklierkanker (TNM-stadium I-II) behandeld zijn met chemotherapie, kunnen uiteenlopende kenmerken hebben die onafhankelijk van elkaar samenhangen met hun overleving. Dat blijkt uit een grote Europese population-based studie, waaraan ook de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en IKNL-onderzoekers hebben bijgedragen. De onderzoekers ontwikkelden een gevalideerd nomogram voor het schatten van de gepersonaliseerde overleving van deze patiënten. Een model dat kan bijdragen aan gezamenlijke, klinische besluitvorming tussen patiënten en artsen.
lees verderHet aandeel patiënten gediagnosticeerd met stadium-IV-melanomen van onbekende primaire cellen (MUP) is tussen 2003 en 2016 gestegen tot meer dan de helft van de totale MUP-incidentie. De algehele overleving van deze patiënten lijkt echter significant te zijn verbeterd (van vier naar elf maanden) sinds de introductie van nieuwe therapiemogelijkheden, zo blijkt uit onderzoek van Daniëlle Verver (Erasmus MC) en collega’s. Deze bevindingen zijn zeer relevant voor de klinische praktijk. De verwachting is dat de algehele overleving van patiënten met deze ziekte verder zal aanhouden, zelfs bij patiënten met traditioneel slechtere behandeluitkomsten.