Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Medisch-oncologen in Nederland (met name in niet-academische centra) beschouwen neoadjuvante chemotherapie gevolgd door interval-debulking-chirurgie (NACT-IDS) als eerste keus voor eerstelijnsbehandeling van patiënten met primaire, gevorderde eierstokkanker. Dit in tegenstelling tot de meeste gynaecologen die de voorkeur geven aan primaire debulking-chirurgie (PDS). Dat blijkt een studie van Maite Timmermans (IKNL) en collega’s. De beslissing om patiënten te plannen voor PDS of NACT-IDS is voornamelijk gebaseerd op pre-operatieve beeldvorming. De deelnemende specialisten vinden het optimaliseren van het selectieproces van patiënten die baat kunnen hebben bij behandeling met PDS van het allergrootste belang.
lees verderPersoonlijke zorgplannen bleken al eerder geen gunstig effect te hebben op de tevredenheid van patiënten met endometriumkanker of ovariumcarcinoom over de informatievoorziening en zorg. Nu blijkt dat persoonlijke zorgplannen zelfs een negatieve invloed kunnen hebben op de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en het ervaren van angstgevoelens bij sommige patiënten via meer bedreigende ziektepercepties. Dat concluderen Belle de Rooij (IKNL) en collega’s op basis van een gerandomiseerde studie, waaraan patiënten uit twaalf ziekenhuizen in Zuid-Nederland deelnamen. Volgens de onderzoekers is het belangrijk dat zorgprofessionals zich bewust zijn van de potentieel negatieve gevolgen van het verstrekken van een persoonlijk zorgplan.
lees verderElke vrouw die geadviseerd wordt over een borstamputatie dient vooraf ook informatie te ontvangen over de mogelijkheid van een directe borstreconstructie naast eventuele, andere behandelopties. Het ontvangen van informatie over een optionele, directe borstreconstructie heeft namelijk een positief effect op het uiteindelijk krijgen van een directe borstreconstructie, zo blijkt uit onderzoek van Kelly de Ligt (IKNL) en collega’s. De onderzoekers stellen tevens vast dat de informatievoorziening over borstreconstructies in de dagelijkse praktijk nog beter kan, omdat patiënten die géén borstreconstructie hebben gehad niet in alle gevallen over deze mogelijkheid waren geïnformeerd.
Pathologen en (long)oncologen worden bij de diagnose en behandeling van patiënten met grootcellig neuro‐endocrien longcarcinoom (LCNEC), een zeldzame vorm van longkanker, geconfronteerd met allerlei problemen. Jules Derks beschrijft in zijn proefschrift mogelijkheden die kunnen bijdragen aan betere diagnostiek en behandeling van deze ziekte. Zo kunnen patiënten met bevestigd LCNEC mogelijk voordeel hebben bij gecombineerde chemotherapie met platinum‐gemcitabine of platinum‐taxaan, een regime dat tot dusver bij patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom werd ingezet.
Vrouwen met baarmoederkanker die een survivorship care plan ontvangen van hun medisch specialist, maken in het eerste jaar na de behandeling intensiever gebruik van gezondheidszorg in de eerstelijn (huisarts en aanvullende zorg). Dit geldt in het bijzonder voor vrouwen die behandeld zijn met radiotherapie en vrouwen met angstige symptomen, aldus Mette Jeppesen (University of Southern Denmark) en collega’s uit Nederland in een publicatie in de Journal of Cancer Survivorship. Volgens de onderzoekers kan een survivorship care plan bijdragen aan het vroegtijdig zoeken van ondersteunende zorg. Nader onderzoek moet uitwijzen of dit ook leidt tot betere patiëntgerelateerde resultaten op lange termijn.
lees verderEr is veel aandacht voor het aanbieden van kwalitatief hoogwaardige oncologische zorg, maar psychosociale oncologische zorg maakt hier in de praktijk niet altijd vanzelfsprekend onderdeel van uit. Dankzij de herziene landelijke richtlijn ‘Detecteren behoefte psychosociale zorg’, die tijdens het jaarcongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie is aangeboden, kunnen zorgprofessionals betere psychosociale zorg geven aan patiënten met kanker, zowel in het ziekenhuis als in de eerstelijn.
lees verderDe ernst van chemotherapie-geïnduceerde neuropathie bij patiënten met multipel myeloom wordt vooral beïnvloed door behandeling met thalidomide. Hoewel dit middel niet langer tot de belangrijkste opties behoort bij de behandeling van multipel myeloom, blijft het terugdringen van neurotoxiciteit een uitdaging. Dat concluderen Tonneke Beijers (MMC, Veldhoven) en collega’s in een publicatie in Annals of Hematology. De onderzoekers pleiten daarin voor het gebruik van zelfgerapporteerde vragenlijsten om dosisaanpassingen in toekomstige prospectieve studies te begeleiden zonder afbreuk te doen aan respons op de therapie, waarbij ook aandacht dient te zijn voor aanpassingen voor milde neuropathie.
Het doel van deze studie was het evalueren van door patiënten zelf gerapporteerde chemotherapie-geïnduceerde perifere neuropathieklachten (CIPN) en de samenhang met sociodemografische en klinische kenmerken. Daarnaast werd de invloed van dosisaanpassingen op de omvang van neurotoxiciteit bestudeerd.
Bij jonge patiënten met dikkedarmkanker én peritoneale metastasen komen na behandeling met CRS + HIPEC meer complicaties voor dan bij patiënten na conventionele chirurgie. Het gaat hierbij meestal om milde complicaties die veroorzaakt worden door minder gunstige tumoreigenschappen en een uitgebreidere operatie, maar die niet samenhangen met een verhoogde behandelgerelateerde mortaliteit. Dat blijkt uit een studie van Geert Simkens (Catharina Ziekenhuis) en collega’s uit Denemarken en Nederland (IKNL, Erasmus MC). De auteurs benadrukken dat bij vergelijkingen tussen ziekenhuizen in colorectale, chirurgische audits een adequate casemixcorrectie gehanteerd dient te worden.
lees verder