Vergelijking uitkomst na CRS+HIPEC vs. conventionele darmkankerchirurgie

Bij jonge patiënten met dikkedarmkanker én peritoneale metastasen komen na behandeling met CRS + HIPEC meer complicaties voor dan bij patiënten na conventionele chirurgie. Het gaat hierbij meestal om milde complicaties die veroorzaakt worden door minder gunstige tumoreigenschappen en een uitgebreidere operatie, maar die niet samenhangen met een verhoogde behandelgerelateerde mortaliteit. Dat blijkt uit een studie van Geert Simkens (Catharina Ziekenhuis) en collega’s uit Denemarken en Nederland (IKNL, Erasmus MC). De auteurs benadrukken dat bij vergelijkingen tussen ziekenhuizen in colorectale, chirurgische audits een adequate casemixcorrectie gehanteerd dient te worden.

Cytoreductieve chirurgie (CRS) + hypertherme intraperitoneale chemotherapie (HIPEC) is een uitgebreide behandeling met een aanzienlijke morbiditeit. Het doel van deze studie is de uitkomsten van behandeling te vergelijken van patiënten met peritoneaal uitgezaaide dikkedarmkanker die behandeld zijn met CRS + HIPEC ten opzichte van een conventionele dikkedarmoperatie. Verder is in deze studie de impact onderzocht van CRS + HIPEC op het risico op postoperatieve complicaties. De verwachting is dat deze kennis leidt tot betere rapportages van postoperatieve uitkomsten na uitgebreide chirurgie bij deze specifieke groep patiënten.

Prospectieve cohortstudie
De onderzoekers includeerden in deze prospectieve cohortstudie alle patiënten met primaire dikkedarmkanker die tussen 2011 en 2014 een gesegmenteerde dikkedarmoperatie kregen in een tertiair verwijscentrum in Nederland. De uitkomsten na chirurgie werden vergeleken tussen patiënten die CRS + HIPEC ondergingen en patiënten die uitsluitend conventionele chirurgie kregen. 

Van de 371 patiënten die een operatie kregen, ontvingen 43 patiënten (12%) een behandeling met CRS + HIPEC. Deze patiënten waren jonger en gezonder dan patiënten die een conventionele operatie kregen. Bij patiënten met een CRS + HIPEC waren de tumorkarakteristieken minder gunstig en was de operatie uitgebreider. Ook de morbiditeit was hoger bij patiënten met CRS + HIPEC (70% versus 41%; p <0,001). CRS + HIPEC blijkt een onafhankelijke voorspeller te zijn voor het optreden van postoperatieve complicaties (odds ratio 6,4). De onderzoekers vonden echter geen verband met het optreden van meer ernstige postoperatieve complicaties of een hogere behandelgerelateerde mortaliteit.

Conclusies en aanbevelingen
Geert Simkens en collega’s concluderen dat patiënten met peritoneale metastasen afkomstig van dikkedarmkanker, ondanks het feit dat deze patiënten meestal jonger en gezonder zijn, na CRS + HIPEC vaker postoperatieve complicaties hebben vergeleken met patiënten na conventionele chirurgie. Het gaat hierbij meestal om milde complicaties die niet geassocieerd zijn met een verhoogde, behandelgerelateerde mortaliteit. Deze (milde) complicaties zijn waarschijnlijk te wijten aan minder gunstige tumoreigenschappen en het krijgen van een uitgebreidere operatie. 

In de discussie gaan de onderzoekers onder meer in op de verwachting dat je bij de behandeling van patiënten met CRS+HIPEC minder kans op postoperatieve complicaties zou verwachten, omdat het hierbij voornamelijk gaat om relatief jonge en fitte patiënten. Omdat patiënten met peritoneale metastasen die CRS + HIPEC krijgen een andere entiteit zijn en deze behandeling moeilijk te vergelijken is met conventionele chirurgie bij dikkedarmkanker, benadrukken de onderzoekers de noodzaak voor het hanteren van een adequate casemixcorrectie in colorectale, chirurgische audits. 
 

  • Simkens GA, Verwaal VJ, Lemmens VE, Rutten HJ, de Hingh IH: ‘Short-term outcome in patients treated with cytoreduction and HIPEC compared to conventional colon cancer surgery’.

  • Meer informatie over deze publicaties is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl

Gerelateerd nieuws

Betere overleving na behandeling uitzaaiingen buikvlies met CRS + HIPEC

Behandeling van uitzaaiingen in het buikvlies door middel van cytoreductieve chirurgie gecombineerd met hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS + HIPEC) kan bijdragen aan het verhogen van de overlevingskansen van patiënten met dikkedarmkanker. Zorgvuldige selectie van patiënten blijft echter nodig om te bepalen of deze operatie haalbaar is. Dit is één van de conclusies in het proefschrift ‘Clinical Experiences with Peritoneal Carcinomatosis’, waarop Thijs van Oudheusden (IKNL, Catharina Ziekenhuis) 8 april promoveert aan Maastricht University. Hierin gaat hij onder meer in op de pre-operatieve selectie van patiënten, CRS + HIPEC bij terugkerende ziekte en uniformiteit van behandelprotocollen. 

lees verder

Systemische therapie lijkt ook bij peritoneale metastasen veelbelovend

Systemische therapie lijkt ook bij patiënten met metachrone peritoneale metastasen van colorectale oorsprong bij te dragen aan een verbetering van de overleving. Dat blijkt uit een studie van Thijs van Oudheusden (Catharina Ziekenhuis, IKNL) en collega’s. De onderzoekers spreken van een ‘veelbelovende’ behandeling, waarvan de resultaten vooralsnog ‘voorzichtig geïnterpreteerd dienen te worden’. Dit vanwege de beperkte opzet van de studie. Aanvullend klinisch onderzoek is nodig om daar meer zekerheid over te geven. 

lees verder