Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 

Effect neo-adjuvante chemotherapie groter in cT3-4a dan in cT2 blaaskanker

Patiënten met stadium cT3-4aN0M0 blaaskanker die neo-adjuvante chemotherapie en een radicale cystectomie kregen, hebben een betere algehele overleving dan patiënten die uitsluitend zijn behandeld met radicale cystectomie. Bij patiënten met cT2N0M0 blaaskanker werd geen overlevingsvoordeel gevonden. Dat blijkt uit onderzoek van Tom Hermans (NKI-AvL) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie. Verder suggereren de onderzoekers op basis van de uitkomsten van deze studie dat meer maatwerk nodig is bij het gebruik van peri-operatieve chemotherapie waarbij toepassing van neo-adjuvante chemotherapie bij patiënten met cT3-4aN0M0 blaaskanker sterk aanbevolen wordt.

lees verder

Borstkanker in Nederland: trends over de periode 1989-2017

De incidentie van borstkanker is de afgelopen decennia toegenomen en bij optimalisatie van behandelingen is steeds meer aandacht voor het voorkomen van overbehandeling waar mogelijk. Het IKNL-rapport ‘Borstkanker in Nederland’ geeft een overzicht van de belangrijkste trends in de borstkankerzorg op basis van de Nederlandse Kankerregistratie. De behandeling en overleving van patiënten is verbeterd en er is meer aandacht voor het voorkomen van overbehandeling. Helaas is er minder vooruitgang in de prognose van mannen met borstkanker en van patiënten met uitgezaaide borstkanker bij diagnose. 
 

lees verder

Meer onderzoek nodig naar chemotherapie oudere alvleesklierkankerpatiënten

Ondanks een toename van het gebruik van chemotherapie bij jongere patiënten (tot 75 jaar) met niet-geopereerde en niet-uitgezaaide alvleesklierkanker (NR-M0), was er tussen 2006  en 2014 nauwelijks verbetering in de algehele overleving van deze patiënten. Uit onderzoek van Lydia van der Geest (IKNL) en collega’s blijkt dat dit onder meer samenhangt met de gevorderde leeftijd van de meeste patiënten (52% was ouder dan 75 jaar). Verder bleef het gebruik van chemotherapie over het algemeen zeldzaam. Toekomstig onderzoek zou daarom gericht moeten zijn op de vraag of een ruimere inzet van chemotherapie kan bijdragen aan verbetering van de overleving van deze groep patiënten met alvleesklier.

lees verder

Grote variatie in (neo-)adjuvante chemotherapie bij pancreasadenocarcinoom

Binnen het EURECCA-consortium bestaat grote variatie bij de inzet van neoadjuvante en adjuvante chemotherapie bij patiënten met stadium I of II pancreasadenocarcinoom. Dat blijkt uit een studie met data (2012-2013) afkomstig van acht nationale en regionale kankerregistraties en een onderzoekscentrum in Milaan. De uitkomsten wijzen volgens de onderzoekers op verschillen bij de implementatie van algemeen geaccepteerde richtlijnen. De bevindingen in deze studie bieden aanknopingspunten voor nader onderzoek naar ‘best practices’. Het consortium onderstreept tevens het belang van een uniforme en complete registratie om internationale vergelijkingen en de ontwikkeling van internationale richtlijnen mogelijk te maken.

lees verder

Gebruik van olaparib bij ovariumcarcinoom wordt in kaart gebracht

IKNL voert in samenwerking met medisch oncologen en in opdracht van AstraZeneca een onderzoek uit om het gebruik van olaparib in kaart te brengen. De NKR in combinatie met een aanvullende itemlijst geeft inzicht in de population-based toepassing van olaparib in Nederland. Sinds 2015 is olaparib van AstraZeneca geregistreerd als monotherapie voor BRCA-gemuteerd platinumgevoelig recidief van hooggradig sereus epitheliaal ovariumcarcinoom. 

lees verder

Chemotherapie bij alvleesklierkanker toegenomen met grote variaties in Europa

De inzet van chemotherapie bij patiënten met alvleesklierkanker is tussen 2003 en 2014 toegenomen in Europa en de VS, vooral bij chirurgische behandeling. Doch, het aandeel patiënten dat chemotherapie kreeg was meestal laag en bovendien heterogeen bij zowel chirurgisch als niet-chirurgisch behandelde patiënten in Europa. Dat concluderen Lei Huang (Deutsches Krebsforschungszentrum, Universität Heidelberg) en collega’s in de International Journal of Cancer. Volgens de onderzoekers onderstrepen deze bevindingen de behoefte aan standaardisatie van de behandeling van alvleesklierkanker. Het voordeel van radiotherapie blijft controversieel en vraagt om aanvullend onderzoek. 

lees verder

Tijdige chemotherapie na debulkingoperatie voor gevorderd ovariumcarcinoom

Uit onderzoek met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) blijkt dat een langer tijdsinterval tussen chirurgie en chemotherapie geassocieerd is met een slechtere overleving voor patiënten met gevorderde eierstokkanker (ovariumcarcinoom). Dit geldt zowel voor patiënten die met neoadjuvante chemotherapie zijn behandeld, als voor patiënten die initieel geopereerd zijn zonder chemotherapie voorafgaand aan de operatie. Het onderzoek is uitgevoerd door Maite Timmermans, arts-onderzoeker bij IKNL en collega’s. Het is het eerste onderzoek naar de wachtperiode tussen debulking en chemotherapie met Nederlandse data van ovariumcarcinoom patiënten. 

lees verder

Ignace de Hingh op leerstoel ’Integrale benadering van gastro-intestinale maligniteit’

Oncologisch chirurg dr. Ignace H. De Hingh wordt benoemd tot bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Maastricht. De Hingh is chirurg bij het Catharina Ziekenhuis Eindhoven en medisch adviseur bij Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). Hij wordt benoemd op de IKNL/MUCM+ leerstoel ’Integrale benadering van patiënten met een gastro-intestinale maligniteit’. Het doel van zijn onderzoek naar uitkomsten van behandelingen is het continu verbeteren van de patiëntenzorg. De Hingh: "Afstemmen van zorg voor kankerpatiënten leidt tot betere overlevingskansen.”

lees verder