Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 



Studie naar risico op kanker na chemotherapie in kinderjaren

Er zijn sterke aanwijzingen dat behandeling van kanker met doxorubicine tijdens de kinderjaren leidt tot een hoger risico om op latere leeftijd opnieuw kanker te ontwikkelen, met name borstkanker. Blootstelling aan het middel cyclofosfamide op jeugdige leeftijd verhoogt het risico op sarcomen. Die conclusies staan te lezen in een publicatie van Jop Teepen (Emma Kinderziekenhuis, AMC) en collega’s in de Journal of Clinical Oncology. Volgens de auteurs is deze informatie belangrijk voor het opstellen van toekomstige behandelprotocollen en richtlijnen voor de surveillance van kinderen die met chemotherapie zijn behandeld.

lees verder

Ruimte voor verbetering adjuvante therapie bij hoog-risico baarmoederkanker

De naleving van richtlijnen voor het geven van adjuvante therapie aan patiënten met baarmoederkanker met een laag tot gemiddeld risico is uitstekend in Nederland. Dat blijkt uit een studie van Florine Eggink (UMC Groningen) en collega’s. Bij patiënten met hoog-risico baarmoederkanker is er echter ruimte voor verbetering. Volgens de onderzoekers is er nader onderzoek nodig om beter inzicht te krijgen in de achterliggende oorzaken van het niet naleven van richtlijnen. Mede vanwege het huidige accent op gedeelde besluitvorming.

lees verder

Minimale ongelijkheid in Nederland bij kans op chemotherapie bij borstkanker

Er is in Nederland minimale ongelijkheid wat betreft de sociaaleconomische status van patiënten met een vroeg stadium van borstkanker en de naleving van richtlijnen voor chemotherapie na een borstoperatie. Dat blijkt uit een studie van Anne Kuijer (Diakonessenhuis) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Over het algemeen hebben patiënten met een lage sociaaleconomische status een iets kleinere kans om chemotherapie na de operatie te krijgen, maar dat is volgens de onderzoekers niet te wijten aan een gebrek aan financiële mogelijkheden. Het verschil wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat patiënten met een hoge sociaaleconomische status meer geneigd zijn om alle therapeutische opties te doorlopen, zelfs als het voordeel daarvan onzeker is.

lees verder

Tumorgrootte belangrijkste voorspeller volledige respons bij borstkanker

De tumorgrootte op het moment van diagnose is de belangrijkste voorspeller voor een volledige pathologische respons na neoadjuvante chemotherapie bij invasieve borstkanker. Die conclusie staat te lezen in een studie van Briete Goorts (Maastricht UMC) en collega’s, waarin het effect is onderzocht van de tumorgrootte (klinisch tumorstadium) na behandeling met neoadjuvante chemotherapie op volledige pathologische respons. Patiënten met een kleinere tumorgrootte vertonen een significant hogere kans op een volledige pathologische respons dan patiënten met een grotere tumor, onafhankelijk van de HER2-status, oestrogeen- en progesteronreceptorstatus. Verder hangt een volledige pathologische respons samen met een 20% hogere ziektevrije en algehele 5-jaarsoverleving. 
 

lees verder

Onderhoudsbehandeling met CAP-B is beter, maar niet kosteneffectief

Onderhoudsbehandeling met capecitabine en bevacizumab bij patiënten met uitgezaaide dikkedarmkanker levert betere gezondheidseffecten op gemeten in quality-adjusted life years (QALY’s) en extra kosten per levensjaar vergeleken met patiënten die observationeel worden gevolgd. Daar staat tegenover dat onderhoudsbehandeling leidt tot relevante verhoging van de medische kosten, zo blijkt uit een studie van M. Franken (UMCU) en collega’s. Hoewel in Nederland geen consensus bestaat over het hanteren van een drempel voor de kosteneffectiviteit van oncologische behandelingen, kan onderhoudsbehandeling met CAP-B volgens de onderzoekers worden beschouwd als niet-kosteneffectief.

lees verder

Overlevenden eierstokkanker: slechtere kwaliteit van leven na chemotherapie

Vrouwen met een vroeg stadium van eierstokkanker die tussen 2000 en 2010 adjuvante chemotherapie kregen, hadden in 2012 een significant slechtere score op gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Dit hangt samen met symptomen als perifere neuropathie, houding ten aanzien van hun ziekte en hun financiële situatie die gemiddeld tot zeven jaar na diagnose aanhouden. Dat blijkt uit een studie van Celine Bhugwandass en collega’s. De auteurs geven aan dat er inspanningen nodig zijn om het gebruik van adjuvante chemotherapie bij deze patiënten waar mogelijk te verminderen. Ook is aanvullend onderzoek nodig naar preventieve strategieën gericht op patiënten die in de toekomst adjuvante chemotherapie nodig hebben.

lees verder

Vergelijking uitkomst na CRS+HIPEC vs. conventionele darmkankerchirurgie

Bij jonge patiënten met dikkedarmkanker én peritoneale metastasen komen na behandeling met CRS + HIPEC meer complicaties voor dan bij patiënten na conventionele chirurgie. Het gaat hierbij meestal om milde complicaties die veroorzaakt worden door minder gunstige tumoreigenschappen en een uitgebreidere operatie, maar die niet samenhangen met een verhoogde behandelgerelateerde mortaliteit. Dat blijkt uit een studie van Geert Simkens (Catharina Ziekenhuis) en collega’s uit Denemarken en Nederland (IKNL, Erasmus MC). De auteurs benadrukken dat bij vergelijkingen tussen ziekenhuizen in colorectale, chirurgische audits een adequate casemixcorrectie gehanteerd dient te worden.

lees verder

Neuropathie wordt beïnvloed door chemotherapie én comorbiditeiten

Neuropathische symptomen (zoals tintelende handen en voeten) nemen toe naarmate mensen ouder zijn én bij de aanwezigheid van comorbiditeiten. Dat blijkt uit een studie van Floortje Mols (IKNL, Tilburg University) en collega’s van MMC, UMC Maastricht, AvL-NKI en Radboudumc. De onderzoekers vonden echter ook hogere CIPN-scores bij mensen uit de algemene bevolking met astma / COPD, diabetes, hartziekten, hypertensie, osteoartritis en reumatoïde artritis. Om beter inzicht te krijgen in de invloed van comorbiditeit(en) en/of chemotherapieën op het ontstaan van CIPN-symptomen bij kankerpatiënten is aanvullend onderzoek nodig. 

lees verder