Rapport laat kleine lichtpuntjes zien voor beperkte groep patiënten met alvleesklierkanker
Patiënten met alvleesklierkanker en periampullaire kanker blijken nog altijd een somber vooruitzicht te hebben. Per jaar komen er circa 3300 nieuwe patiënten bij, en meer dan de helft heeft al uitzaaiingen op het moment van diagnose. Veel van hen kunnen geen curatieve behandeling meer krijgen.
Wel zijn er voor specifieke patiëntgroepen kleine lichtpuntjes. Zo krijgen mensen met alvleesklierkanker die een operatie kunnen ondergaan, vaker een aanvullende behandeling, bijvoorbeeld chemo(radio)therapie voorafgaand aan de operatie. De 3-jaarsoverleving van deze groep operabele patiënten steeg daardoor van 25 naar 35 procent. Ook voor patiënten die geen operatie ondergingen, maar wel chemotherapie kregen, steeg de 1-jaarsoverleving met 10 procent doordat nieuwe chemotherapiecombinaties effectiever zijn geworden.
Uit de cijfers blijkt verder dat sinds 2010 minder operaties bij alvleesklierkanker voortijdig worden afgebroken en dat het percentage complicaties en overlijdens kort na de operatie is gedaald. Deze operatieve verbeteringen hangen waarschijnlijk samen met de centralisatie van operaties en toenemende expertise in gespecialiseerde centra.
Bekijk het rapport Alvleeskanker in Nederland 2025
Andere hoofdpunten uit het rapport zijn:
- De overleving verschilt per tumortype: patiënten met zogeheten ‘ampulkanker’ (in de ampul van Vater) hebben de hoogste en patiënten met alvleesklierkanker de laagste overleving.
- Minder dan de helft van alle patiënten met alvleesklierkanker start met een behandeling die gericht is op de tumor (operatie, chemotherapie, bestraling). De voorkeur van de patiënt staat hierin centraal.
- In de laatste levensmaand krijgen patiënten met alvleesklierkanker iets minder vaak potentieel niet-passende zorg* dan mensen die aan andere vormen van kanker overlijden. Vooral het aantal overlijdens in het ziekenhuis ligt lager. Ook ontvangen zij vaker en eerder een consult palliatieve zorg.
- Er bestaat enige variatie tussen regio’s in de behandelkeuzes bij uitgezaaide en niet-uitgezaaide alvleesklierkanker.
De cijfers en trends in dit rapport benadrukken de urgentie om te blijven onderzoeken hoe de behandeling van alvleesklierkanker verbeterd kan worden. De regionale verschillen bij behandelingen vragen om nadere analyses.
‘Alvleesklierkanker in Nederland 2025’ geeft een actueel overzicht van het vóórkomen, de behandeling en de overleving bij alvleesklierkanker en periampullaire kanker. Het is opgesteld in samenwerking met de Dutch Pancreas Cancer Group (DPCG), de Dutch Pancreas Cancer Audit (DPCA) en patiëntenplatform Living With Hope en volgt op de eerdere editie uit 2021. De gegevens in het rapport zijn gebaseerd op de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en data van de DPCA, PACAP-PROMS en CBS/Vektis.
Meer weten?
Bekijk het gehele online rapport: Alvleesklierkanker in Nederland 2025
Voor meer informatie over de inhoud kunt u contact opnemen met Lydia van der Geest, senior onderzoeker bij IKNL.
* potentieel niet-passende zorg: als de voordelen van zorg niet langer opwegen tegen de eventuele nadelen, kan die ongewenst en dus ‘niet-passend’ zijn. Voorbeelden van potentieel niet-passende zorg in de laatste maand voor overlijden zijn: twee of meer bezoeken aan de spoedeisende hulp van een ziekenhuis of ziekenhuisopnames, behandeling met chemotherapie, overlijden in het ziekenhuis.