rapport alvleesklierkanker in nederland 2025

Rapport laat kleine lichtpuntjes zien voor beperkte groep patiënten met alvleesklierkanker

De prognose van patiënten met alvleesklierkanker (adenocarcinoom) en kanker rond de kop van de alvleesklier is sinds 2010 nauwelijks verbeterd. De mediane overleving, het moment waarop de helft van de patiënten nog in leven is, blijft steken op ongeveer 4,5 maanden. Het percentage patiënten dat drie jaar na de diagnose nog leeft, steeg met slechts 2 procent (van 8 naar 10 procent). Dat blijkt uit het online rapport ‘Alvleesklierkanker in Nederland 2025’ dat IKNL op Wereld Alvleesklierkankerdag publiceert. Hierin staan cijfers en trends (zoals vóórkomen, behandeling en overleving) rond alvleesklierkanker en periampullaire kanker, gebaseerd op onder meer de Nederlandse Kankerregistratie (NKR).

Patiënten met alvleesklierkanker en periampullaire kanker blijken nog altijd een somber vooruitzicht te hebben. Per jaar komen er circa 3300 nieuwe patiënten bij, en meer dan de helft heeft al uitzaaiingen op het moment van diagnose. Veel van hen kunnen geen curatieve behandeling meer krijgen. 

Wel zijn er voor specifieke patiëntgroepen kleine lichtpuntjes. Zo krijgen mensen met alvleesklierkanker die een operatie kunnen ondergaan, vaker een aanvullende behandeling, bijvoorbeeld chemo(radio)therapie voorafgaand aan de operatie. De 3-jaarsoverleving van deze groep operabele patiënten steeg daardoor van 25 naar 35 procent. Ook voor patiënten die geen operatie ondergingen, maar wel chemotherapie kregen, steeg de 1-jaarsoverleving met 10 procent doordat nieuwe chemotherapiecombinaties effectiever zijn geworden. 

Uit de cijfers blijkt verder dat sinds 2010 minder operaties bij alvleesklierkanker voortijdig worden afgebroken en dat het percentage complicaties en overlijdens kort na de operatie is gedaald. Deze operatieve verbeteringen hangen waarschijnlijk samen met de centralisatie van operaties en toenemende expertise in gespecialiseerde centra.

Bekijk het rapport Alvleeskanker in Nederland 2025

Andere hoofdpunten uit het rapport zijn:

  • De overleving verschilt per tumortype: patiënten met zogeheten ‘ampulkanker’ (in de ampul van Vater) hebben de hoogste en patiënten met alvleesklierkanker de laagste overleving.
  • Minder dan de helft van alle patiënten met alvleesklierkanker start met een behandeling die gericht is op de tumor (operatie, chemotherapie, bestraling). De voorkeur van de patiënt staat hierin centraal.
  • In de laatste levensmaand krijgen patiënten met alvleesklierkanker iets minder vaak potentieel niet-passende zorg* dan mensen die aan andere vormen van kanker overlijden. Vooral het aantal overlijdens in het ziekenhuis ligt lager. Ook ontvangen zij vaker en eerder een consult palliatieve zorg.
  • Er bestaat enige variatie tussen regio’s in de behandelkeuzes bij uitgezaaide en niet-uitgezaaide alvleesklierkanker. 

De cijfers en trends in dit rapport benadrukken de urgentie om te blijven onderzoeken hoe de behandeling van alvleesklierkanker verbeterd kan worden. De regionale verschillen bij behandelingen vragen om nadere analyses. 

‘Alvleesklierkanker in Nederland 2025’ geeft een actueel overzicht van het vóórkomen, de behandeling en de overleving bij alvleesklierkanker en periampullaire kanker. Het is opgesteld in samenwerking met de Dutch Pancreas Cancer Group (DPCG), de Dutch Pancreas Cancer Audit (DPCA) en patiëntenplatform Living With Hope en volgt op de eerdere editie uit 2021. De gegevens in het rapport zijn gebaseerd op de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en data van de DPCA, PACAP-PROMS en CBS/Vektis. 

Meer weten?

Bekijk het gehele online rapport: Alvleesklierkanker in Nederland 2025
Voor meer informatie over de inhoud kunt u contact opnemen met Lydia van der Geest, senior onderzoeker bij IKNL.
* potentieel niet-passende zorg: als de voordelen van zorg niet langer opwegen tegen de eventuele nadelen, kan die ongewenst en dus ‘niet-passend’ zijn. Voorbeelden van potentieel niet-passende zorg in de laatste maand voor overlijden zijn: twee of meer bezoeken aan de spoedeisende hulp van een ziekenhuis of ziekenhuisopnames, behandeling met chemotherapie, overlijden in het ziekenhuis.

Gerelateerd nieuws

Verschuivingen in operaties bij darm-, maag- en alvleesklierkanker, sterfte na operatie neemt af

Artsen in de OK Patiënten met dikkedarm- en endeldarmkanker worden minder vaak geopereerd dan 20 jaar geleden, terwijl mensen met niet-uitgezaaide maag- en alvleesklierkanker en periampullaire kanker vaker geopereerd worden. Dat blijkt uit een landelijke studie op basis van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Onderzoekers van Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) analyseerden gegevens van meer dan 319.000 patiënten met kanker aan de spijsverteringsorganen in de periode 2005–2020. lees verder

Netwerkzorg bij alvleesklierkanker: hoe verloopt die en hoe ervaart de patiënt de continuïteit?

Beeld proefschrift Jana Hopstaken Sinds de centralisatie van alvleesklierchirurgie (in 2011) ontvangen mensen met alvleesklierkanker ‘netwerkzorg’. Daarbij kan de zorg voor een patiënt plaatsvinden in verschillende ziekenhuizen, bijvoorbeeld de diagnostiek in het ene ziekenhuis en de operatie in het andere. In haar promotieonderzoek aan de Radboud Universiteit onderzocht arts-onderzoeker Jana Hopstaken voor het eerst of deze netwerkzorg nadelige effecten heeft op de kwaliteit van de zorg en op de ervaren continuïteit door patiënten. Haar bevindingen zijn juist nu relevant omdat complexe oncologische behandelingen in de toekomst verder gecentraliseerd worden.  lees verder