Proefschrift Madelon Voets

Kunstmatige intelligentie kan bijdragen aan nauwkeurigere beeldvorming en persoonlijkere nacontrole binnen de borstkankerzorg

Kunstmatige intelligentie (AI) kan medische beeldvorming in de borstkankerzorg verbeteren door beeldvorming nauwkeuriger, en vervolgzorg persoonlijker te maken. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Madelon Voets aan Universiteit Twente, uitgevoerd binnen het AMICUS-project in samenwerking met IKNL, Ziekenhuisgroep Twente en andere partners. Haar onderzoek laat zien dat AI veelbelovende mogelijkheden biedt om diagnostiek te versterken en nacontrole beter af te stemmen op het individuele risico van patiënten. Tegelijk maakt het duidelijk dat bestaande beoordelingskaders niet toereikend zijn om de waarde van AI goed te beoordelen.

AI in beeldvorming: van belofte naar praktijk

Beeldvorming speelt een belangrijke rol in de diagnostiek, behandeling en nacontrole van borstkanker. De groei van beeldvormende technieken levert grote hoeveelheden data op, die vragen om geavanceerde analysemethoden. Kunstmatige intelligentie kan helpen om deze gegevens efficiënter te interpreteren en diagnostische nauwkeurigheid te vergroten.

In haar proefschrift 'Van belofte naar praktijk: het beoordelen van de gezondheids- en economische impact van kunstmatige intelligentie bij beeldvorming en nacontrole van borstkanker' onderzocht Voets hoe AI kan bijdragen aan betere uitkomsten en doelmatige zorg. Op basis van real-world data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en ziekenhuisdossiers ontwikkelde zij een simulatiemodel om de effecten van AI-gebaseerde beeldvorming te analyseren.

De resultaten laten zien dat AI kan leiden tot vroegere detectie van recidieven, minder gemiste diagnoses en efficiënter gebruik van middelen, mits zorgvuldig geïmplementeerd binnen de klinische praktijk.

Beoordeling van AI vraagt innovatieve beoordelingskaders

Het onderzoek laat zien dat traditionele methoden voor gezondheidseconomische evaluatie vaak tekortschieten bij het beoordelen van AI. Klassieke modellen zijn ontworpen voor geneesmiddelen of medische hulpmiddelen, maar houden geen rekening met de lerende en adaptieve aard van AI-systemen. Hierdoor blijven langetermijneffecten op patiëntenzorg en kosten vaak buiten beeld.

Het proefschrift benadrukt de noodzaak van innovatieve beoordelingskaders waarin klinische, economische en ethische dimensies worden geïntegreerd. Alleen zo kan de meerwaarde van AI in de oncologische zorg goed worden vastgesteld. Deze benadering sluit aan bij de ambitie van IKNL om datagedreven kennis te ontwikkelen die de kwaliteit, doelmatigheid en persoonsgerichtheid van oncologische zorg versterkt.

Datagedreven inzichten uit de Nederlandse praktijk

Naast de methodologische vernieuwing biedt het onderzoek ook inzichten uit de dagelijkse zorgpraktijk. EenBeeld-Promotie-Madelon-Voets.png belangrijk onderdeel van het onderzoek richtte zich op verschillen in borstkankercontrole binnen Nederland.

Uit analyses van de NKR bleek dat patiënten die curatief behandeld waren voor borstkanker met een laag risico op terugkeer van borstkanker vaak intensiever worden gevolgd dan nodig, terwijl hoogrisicopatiënten juist minder intensieve nacontrole krijgen. Door inzet van AI-gebaseerde risicomodellen, kan de frequentie van beeldvorming beter worden afgestemd op het individuele risico.

Op die manier ondersteunt het onderzoek de beweging naar gepersonaliseerde, risicogestuurde nacontrole die de ziekenhuisbezoeken mogelijk vermindert, en hiermee de kwaliteit van leven van patiënten ten goede komt.

Het promotieonderzoek van Madelon Voets werd uitgevoerd binnen het inmiddels afgeronde AMICUS-project (Artificial Intelligence in Medical Imaging for Cancer User Support). Hierin werkten onder meer IKNL, Universiteit Twente, Ziekenhuisgroep Twente, Maastro, Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis, Tilburg University en UMCG samen. Het project bouwt voort op de Personal Health Train (vantage6), een infrastructuur die veilig en privacyvriendelijk datagebruik zonder datauitwisseling tussen zorginstellingen mogelijk maakt. Daarmee vormt AMICUS een voorbeeld van hoe multidisciplinaire samenwerking kan bijdragen aan de verantwoorde implementatie van AI in de oncologische zorg.

Promotie en betrokkenen

Madelon Voets promoveert op 25 november 2025 aan de Universiteit Twente, binnen de vakgroep Health Technology & Services Research (BMS).

Promotieteam:

  • prof. dr. Sabine Siesling (IKNL / Universiteit Twente)
  • prof. dr. ir. Erik Koffijberg (Universiteit Twente) · dr. Jeroen Veltman (Ziekenhuisgroep Twente / Universiteit Twente)
  • prof. dr. ir. Kees Slump (Universiteit Twente)

Meer weten?

Lees het proefschrift: Van belofte naar praktijk: het beoordelen van de gezondheids- en economische impact van kunstmatige intelligentie bij beeldvorming en nacontrole van borstkanker.

Lees ook de publicaties uit dit proefschrift:

De artikelen zijn open access gepubliceerd, dus voor iedereen beschikbaar. Of vraag ze in zijn volledigheid op via bibliotheek@iknl.nl.

Neem voor vragen over dit onderzoek contact op met Prof. dr Sabine Siesling via s.siesling@iknl.nl. Meer informatie over het AMICUS-project vindt u op de website van Universiteit Twente.

Medewerkers

Sabine Siesling

Sabine Siesling

hoofdonderzoeker

lees verder
Gerelateerd nieuws

Borstkanker rond zwangerschap: moment van diagnose bepaalt verloop

jonge vrouw met hoofddoek door kanker Vrouwen die borstkanker krijgen in een gevorderde zwangerschap of kort na de bevalling hebben vaker agressievere tumorkenmerken en daardoor lagere overlevingskansen, vergeleken met vrouwen met borstkanker zonder recente zwangerschap. Dat blijkt uit een update van de landelijke Nederlandse pregnancy-associated breast cancer (PABC) cohortstudie, uitgevoerd door onderzoekers van UMC Utrecht en Nederlands KankerinstituutI/Antoni van Leeuwenhoek met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De resultaten laten zien dat het moment van diagnose sterk samenhangt met de prognose. lees verder

Invloed 70-genenprofiel op gebruik chemotherapie bij vroege borstkanker

Het gebruik van chemotherapie is bij patiënten met vroeg stadium hormoonreceptorgevoelige borstkanker tussen 2013 - 2016 aanzienlijk gedaald, terwijl de inzet van genexpressieprofielen toenam. Dat blijkt uit een studie van Julia van Steenhoven (Diakonessenhuis, UMCU) en collega’s. De daling in chemotherapie trad op in een periode dat er geen wijziging plaatsvond in de landelijke richtlijn Borstkanker (2012). In internationale richtlijnen werd echter al voorzichtig geadviseerd om minder chemotherapie te geven aan geselecteerde patiënten (ER+/HER2-). Deze studie weerspiegelt de toenemende terughoudendheid tot het geven van aanvullende chemotherapie aan geselecteerde patiënten met een vroeg stadium van borstkanker. 

lees verder