Eén loket voor advies over data-aanvragen hoofd-halsonderzoek

Met ingang van vandaag kunnen onderzoekers in de hoofd-halsoncologie bij één loket terecht voor advies over data-aanvragen. Bij PRISMA, de wetenschappelijke adviescommissie hoofd-hals, kunnen onderzoekers advies aanvragen voor het doen van onderzoek met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en de Dutch Head and Neck Audit (DHNA/DICA).De beoordeling van de aanvraag en het advies van PRISMA zullen worden gedeeld met de betrokken instanties waaraan data worden gevraagd. Ook kunnen de databronnen advies bij PRISMA inwinnen over een data-aanvraag. PRISMA is een samenwerking tussen de genoemde databronnen, de Nederlandse Werkgroep Hoofd-Hals Tumoren (NWHHT) en de Patiëntenvereniging Hoofd-Hals (PVHH). Prof. dr. Remco de Bree, voorzitter PRISMA: ‘We hebben veel mooie data over hoofd-halskanker beschikbaar in Nederland en we willen dat die zo maximaal en goed mogelijk gebruikt worden.’

Het doel van PRISMA is om databronnen toegankelijker te maken voor hoofd-halsonderzoekers en te zorgen dat de juiste aanvragen gedaan worden bij de juiste databronnen. Prof. dr. Robert Takes, voorzitter van de Nederlandse Werkgroep Hoofd-Hals Tumoren (NWHHT), neemt in die hoedanigheid zitting in de commissie. Takes legt uit: ‘Veel mensen weten hun weg wel te vinden naar bijvoorbeeld IKNL, maar nu maken we het nog gemakkelijker voor onderzoekers om zo goed mogelijke aanvragen te doen voor bestaande data. Niet alleen uit de NKR, maar ook uit DHNA/DICA.’

Een gezamenlijk loket voor advies over data-aanvragen maakt het aanvragen niet alleen efficiënter, maar biedt ook kansen om de data die er is, beter te benutten. ‘Niet alleen kunnen onderzoekers bij PRISMA terecht voor advies over data-aanvragen, maar ze kunnen ook advies krijgen over hun onderzoek. We denken mee over hoe de aanvrager zijn of haar onderzoek zo goed mogelijk op kan zetten en bieden perspectief vanuit allerlei verschillende disciplines,’ vertelt Takes. De Bree vult aan: ‘We willen er bijvoorbeeld ook voor zorgen dat er geen onderzoeken dubbel worden gedaan, dat is zonde van de tijd en de moeite. Op zo’n moment proberen we onderzoekers bij elkaar te brengen.’

Samenwerking centraal

‘De adviescommissie is een gezamenlijk initiatief van de NWHHT, DHNA/DICA en IKNL,’ vertelt prof. dr. Smeele, als voorzitter van de clinical audit board van de DHNA/DICA betrokken bij PRISMA. Dat maakt PRISMA bijzonder, aldus Smeele: ‘Voor zover ik weet is dit niet eerder gerealiseerd: één loket voor advies over het doen van onderzoek met gegevens uit medische databanken van verschillende organisaties.’ Ook de Paramedische Werkgroep Hoofd Hals Tumoren (PWHHT), de Patiëntenvereniging Hoofd-hals (PVHH) en het Dutch Oncology Research Platform (DORP) zijn aangesloten. Daarnaast denkt een adviseur gegevensaanvragen vanuit het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) mee over mogelijke datakoppelingen met pathologie-data beheert door PALGA.

De Bree: ‘We wilden dit graag samen doen en we willen het met elkaar afstemmen, daarom zijn er zoveel partijen vertegenwoordigd.’ PRISMA past als commissie ook goed in de manier waarop de hoofd-halsoncologie in Nederland georganiseerd is, vindt De Bree. ‘Centralisatie is niet alleen in de zorg bij zeldzame kankers belangrijk, maar ook in het onderzoek.’

Meer informatie en aanvragen

Lees meer over het doen van een aanvraag en de werkwijze van PRISMA, de wetenschappelijke adviescommissie hoofd-hals. Voor vragen, mail naar de secretaris van PRISMA.

Gerelateerd nieuws

Anderhalf jaar follow-up voldoende voor opsporen behandelbaar recidief hoofd-halskanker

man met kort grijs haar en blauwe trui wacht op een stoel in een ziekenhuisgang. Naast hem staan nog 2 lege stoelen.

De Nederlandse richtlijn hoofd-halstumoren raadt aan om patiënten na behandeling 5 jaar lang op controle te laten komen, onder andere om vroegtijdig recidieven of tweede primaire tumoren te ontdekken. Cecile van de Weerd (Radboudumc) en collega’s van diverse ziekenhuizen en IKNL evalueerden deze controleduur door te onderzoeken hoe vaak en wanneer recidieven, tweede primaire tumoren en afstandsmetastasen voorkomen, aan de hand van data uit de Nederlandse kankerregistratie (NKR). Van de Weerd: ‘Uit ons onderzoek kunnen we concluderen dat anderhalf jaar controle na behandeling volstaat om ziekte-uitingen vroegtijdig te vinden.’

lees verder

Incidentie plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-halsgebied: ‘Eenduidigheid nodig voor goede vergelijking’

incidentie plaveiselcelcarcinoom hoofd-halsgebied

Hoewel er niet veel onderzoeken zijn die incidentietrends van plaveiselcelcarcinoom (PCC) in het hoofd-halsgebied beschrijven, lijkt er wereldwijd een toename zichtbaar in het aandeel hoog-stadium PCC in het hoofd-halsgebied. ‘Dat wordt ook zo ervaren in de Nederlandse kliniek,’ aldus Maartje van Beers (NKI/AVL). ‘Maar het probleem is in dat in de onderzoeken die deze trend beschrijven, niet altijd dezelfde definities van ‘hoog-stadium’ gehanteerd worden.’ Daarnaast trekken sommige onderzoekers conclusies op basis van absolute getallen en anderen op basis van het aandeel van de totale incidentie. Daarom keken Van Beers en collega’s van Amsterdam UMC en IKNL aan de hand van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) naar trends in incidentie bij plaveiselcelcarcinoom van hoofd-halsgebied in Nederland.

lees verder