
Medicatiemanagement in de laatste levensfase
Veel patiënten gebruiken in de laatste maanden en weken voorafgaand aan het overlijden nog zeer veel medicijnen, blijkt uit het promotieonderzoek van dr. Eric Geijteman. Het gaat hierbij niet alleen om medicijnen die symptomen verlichten, zoals morfine, maar ook om preventieve middelen, zoals statines, bloeddrukverlagers en osteoporose medicatie, die gestopt zou kunnen worden in de laatste levensfase.
Het Medilast-project, een door ZonMw gefinancierd onderzoeksproject van Erasmus MC, Amsterdam UMC, locatie VUmc en Radboudumc, had als doel inzicht te krijgen in mogelijke verbeteringen van het medicatiemanagement in de laatste fase van het leven. Hiervoor hebben zij het perspectief van patiënten, naasten en artsen op het stoppen van medicatie onderzocht.
Achtergrond
Het Medilast-project laat op basis van dossieronderzoek bij 180 patiënten zien dat er nog veelvuldig gebruik wordt gemaakt van preventieve medicatie in de laatste levensfase (Arevalo et al., 2018). IKNL werkt momenteel samen met het Erasmus MC en het HAGA ziekenhuis aan een studie naar het gebruik van preventieve medicatie in de laatste drie maanden van het leven van mensen met longkanker (gediagnosticeerd tussen 2009 en 2014), op basis van landelijke gegevens. Hiervoor is de data van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) gekoppeld aan de data van PHARMO, de landelijke database voor medicatiegebruik van Pharmo Institute (www.pharmo.nl). De resultaten hiervan worden in het najaar verwacht.
Meer informatie
Voor meer informatie over het onderzoek kunt u contact opnemen met drs. Laurien Ham of dr. Heidi Fransen. Lees het interview “Minder zorg is geen mindere zorg” van stichting PaTz met Eric Geijteman over het juiste gesprek, samenwerking en de rol van PaTz-groepen.
Referenties
Arevalo JJ, Geijteman ECT, Huisman BAA, Dees MK, Zuurmond WWA, van Zuylen L, van der Heide A, Perez RSGM. Medication Use in the Last Days of Life in Hospital, Hospice, and Home Settings in the Netherlands. J Palliat Med. 2018 Feb;21(2):149-155.
Tijdige integratie palliatieve zorg in álle domeinen reguliere zorg nodig

Het aantal mensen met een levensbedreigende ziekte in Nederland neemt toe. Voor al deze mensen is palliatieve zorg - die je krijgt als je weet dat je niet meer kunt genezen - van groot belang. Om hoogwaardige palliatieve zorg op het juiste moment, op de juiste plek en door de juiste zorgverlener te realiseren is tijdige integratie van palliatieve zorg in álle domeinen van reguliere zorg nodig. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van IKNL-onderzoeker Dr. Manon Boddaert, die hierop op 15 maart 2023 promoveerde. Het onderzoek geeft inzicht in de meerwaarde, beschikbaarheid én toegankelijkheid van palliatieve zorg in Nederland. Daarnaast beschrijft het de totstandkoming van het nationale Kwaliteitskader Palliatieve Zorg Nederland en presenteert het daaruit de essenties om zorgverleners te ondersteunen in het bieden van hoogwaardige palliatieve zorg.
lees verderRichtlijn Diarree in de palliatieve fase wordt herzien

De richtlijn Diarree in de palliatieve fase wordt herzien. Veel mensen in de palliatieve fase hebben last van diarree. Diarree is dunne ontlasting en duurt meestal kort, ook wel acute diarree. Houdt de diarree langer dan twee weken aan, dan is het chronische diarree. Daarnaast kan er nog sprake zijn van paradoxale diarree of overloopdiarree bij obstipatie: lekkage van dunne ontlasting langs een verstopping. Diarree gaat vaak gepaard met buikkrampen en schaamte. Ook is er kans op infecties en uitdroging. De huidige richtlijn Diarree in de palliatieve fase stamt uit 2010. Inmiddels hebben we meer kennis over dit onderwerp. Daarom wordt de richtlijn nu evidence based herzien door een multidisciplinaire werkgroep. IKNL is procesbegeleider bij het ontwikkelen en herzien van richtlijnen palliatieve zorg.
lees verder