Movember: aandacht voor prostaatkanker, zaadbalkanker en peniskanker
Movember staat in het teken van de gezondheid van de man in het algemeen en om speciale aandacht te vragen voor prostaatkanker, zaadbalkanker en peniskanker. In het kader van Movember zet IKNL de actuele cijfers voor incidentie en overleving op een rij. Prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij Nederlandse mannen. Ruim 11.000 mannen hebben deze diagnose in 2017 gekregen. Zaadbalkanker en peniskanker komen minder vaak voor. Respectievelijk, werden bijna 800 en 150 mannen met zaadbalkanker en peniskanker gediagnosticeerd.De overleving van mannen met een tumor in de mannelijke geslachtsorganen is in vergelijking met andere vormen van kanker redelijk goed, vooral voor patiënten met zaadbalkanker.
Prostaatkanker
Prostaatkanker vormt bijna een vijfde van alle vormen van kanker bij mannen. Het aantal nieuwe patiënten met prostaatkanker in een jaar (incidentie) is in de afgelopen 25 jaar gestegen van ruim 4.000 in begin jaren negentig naar ruim 11.000 in 2017. De incidentietoename sinds de jaren negentig tot nu is het gevolg van verhoogd bewustzijn over prostaatkanker, PSA-screening en verbetering in diagnostische procedures [1]. Om een trend in de tijd te kunnen volgen, wordt incidentie vaak weergegeven als het aantal nieuwe patiënten per 100.000 personen per jaar, gestandaardiseerd naar leeftijd. Prostaatkanker wordt vaak bij oudere mannen gediagnosticeerd: 48% van deze patiënten was 70 jaar of ouder en 11% is ouder dan 80 jaar [2].
Omdat de leeftijdsopbouw van de Nederlandse bevolking de afgelopen decennia is veranderd (er zijn naar verhouding meer ouderen en de ouderen worden steeds ouder als gevolg van de toegenomen levensverwachting) is het belangrijk om hier rekening mee te houden. Dit wordt gedaan door de incidentie te standaardiseren naar de Europese standaardbevolking. De naar leeftijd gestandaardiseerde incidentie van prostaatkanker (zogenaamde ESR) was ruim 60 per 100.000 mannen in het begin van de jaren negentig en steeg tot ruim 110 per 100.000 mannen in 2011. Sindsdien is de incidentie afgenomen tot het huidige aantal van 90 per 100.000 mannen.
Figuur 1 Incidentie prostaatkanker op basis van de Nederlandse Kankerregistratie
Overleving prostaatkanker
Overleving wordt vaak weergegeven als de relatieve overleving, een benadering voor de ziektespecifieke overleving. Dit houdt in dat de overleving van de patiënten met kanker is gecorrigeerd voor de verwachte sterfte die is gebaseerd op de Nederlandse bevolking vergelijkbaar op basis van geslacht, leeftijd en kalenderjaar. Omdat de overleving sterk kan verschillen per leeftijdsgroep zijn de overlevingscijfers bovendien gestandaardiseerd.
De 10-jaars relatieve overleving van patiënten met gelokaliseerd prostaatkanker (zonder metastasen op afstand) is meer dan 90%. De overleving van patiënten met afstandsmetastasen is aanzienlijk lager; ongeveer 25%.
Zaadbalkanker
Een stijging in het aantal diagnoses van zaadbalkanker over de afgelopen 25 jaar is geconstateerd. De reden voor deze toename is tot op heden onduidelijk. De incidentie van zaadbalkanker is gestegen van bijna 350 mannen per jaar begin jaren negentig naar bijna 800 mannen in 2017. De gemiddelde leeftijd van zaadbalkankerpatiënten was 35 jaar. De naar leeftijd gestandaardiseerde incidentie van zaadbalkanker was begin jaren negentig ruim 4 per 100.000 mannen en steeg tot ongeveer 10 per 100.000 mannen in 2017. 1
Figuur 2 Incidentie zaadbalkanker op basis van de Nederlandse Kankerregistratie
Overleving zaadbalkanker
De 10-jaars relatieve overleving van patiënten met zaadbalkanker was 98%. De prognose van zaadbalkankerpatiënten wordt vaak ingedeeld aan de hand van International Germ Cell Consensus Classification (IGCCC). Voor patiënten met een goede prognostische tumor is de 10-jaars relatieve overleving was 99%. De 10-jaars relatieve overleving van patiënten met een matig en slechte prognostische tumor is aanzienlijk lager; respectievelijk, ongeveer 82% en 72%.
Peniskanker
Net als zaadbalkanker is peniskanker een zeldzame vorm van kanker. In tegenstelling tot prostaatkanker en peniskanker is er geen duidelijke stijging te zien in de incidentie van peniskanker. De naar leeftijd gestandaardiseerde incidentie van peniskanker was 1,14 per 100.000 mannen in het begin van de jaren negentig en 1,25 per 100.000 mannen in 2017. De gemiddelde leeftijd van patiënten met peniskanker was 68 jaar.
Figuur 3 Incidentie peniskanker op basis van de Nederlandse Kankerregistratie
Overleving peniskanker
De 10-jaars relatieve overleving van patiënten met peniskanker is sinds de jaren 90 niet verbeterd. [[3]. De 10-jaars relatieve overleving is nu ongeveer 70%.
Referenties
[1] Cremers RG, Karim-Kos HE, Houterman S, Verhoeven RH, Schröder FH, van der Kwast TH, Kil PJ, Coebergh JW, Kiemeney LA. Prostate cancer: trends in incidence, survival and mortality in the Netherlands, 1989-2006. Eur J Cancer. 2010;46(11):2077-87.
[2] Vernooij RWM, van Oort I, de Reijke TM, Aben KKH. Nationwide treatment patterns and survival of older patients with prostate cancer. J Geriatr Oncol. In press.
[3] Verhoeven RH, Janssen-Heijnen ML, Saum KU, Zanetti R, Caldarella A, Holleczek B, Brewster DH, Hakulinen T, Horenblas S, Brenner H, Gondos A; EUNICE Survival Working Group. Population-based survival of penile cancer patients in Europe and the United States of America: no improvement since 1990. Eur J Cancer. 2013 Apr;49(6):1414-21.
Veel ruimte voor verbetering in toepassing neoadjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker

Uit onderzoek blijkt dat er grote ziekenhuisvariatie bestaat in het gebruik van neoadjuvante chemotherapie bij patiënten met spierinvasieve blaaskanker. Dit lijkt impact te hebben op de overleving van de patiënt. De variatie kan voor een deel worden gereduceerd door betere naleving van de richtlijnen voor patiënten met stadium T3-4a blaaskanker en door kritische herevaluatie van de richtlijnen op basis van toekomstig wetenschappelijk onderzoek voor patiënten met stadium T2 blaastumoren. De onderzoekers hopen dat de studie leidt tot meer eenduidig beleid.
lees verderFDG-PET/CT lijkt beter in staat om verdachte lymfeklieren te signaleren dan CT

Uit een recent gepubliceerde studie blijkt dat beeldvorming met FDG-PET/CT van toegevoegde waarde kan zijn bij de stadiëring (en daarmee de behandeling) van patiënten met spierinvasief blaaskanker. Bij 36 procent van de patiënten met spierinvasief blaaskanker die CT- én FDG-PET/CT-beeldvorming kregen werden positieve lymfeklieren gevonden, versus 11 procent bij patiënten met alleen CT-beeldvorming.
lees verder