‘Tijdens consultgesprek zorg ik dat er aandacht is voor alle dimensies’

Francis Mensink werkt, naast haar baan als verpleegkundige in de thuiszorg, twee dagdelen in de week als verpleegkundig consulent en coördinator van het consultatieteam Palliatieve Zorg Nijmegen. Het op peil houden van kennis, uitgedaagd worden en haar affiniteit met palliatieve zorg noemt zij als voornaamste beweegredenen om consulent te worden. ‘Als consulent zit je altijd bovenop de laatste kennis en nieuwste richtlijnen.'

'Ik heb altijd veel met palliatieve zorg te maken gehad’, vertelt Mensink. ‘Ik heb in het verleden als verpleegkundige gewerkt op een oncologie-afdeling, op een intensive care en een kinder-intensive care. Daarmee is palliatieve zorg altijd mijn aandachtsgebied geweest.’ 

Doorvragen
In 2006 is Mensink begonnen als consulent. ‘Het uitdagende van het consulentschap zit ‘m voor mij in het feit dat je de patiënt niet ziet, maar wel moet achterhalen en heel helder moet krijgen wat de problemen precies zijn. Daarbij vormt de methodiek van Besluitvorming in de palliatieve fase de rode draad en probeer ik rekening te houden met alle dimensies in de palliatieve zorg. Dat betekent dat je soms goed dóór moet vragen als een huisarts bijvoorbeeld een vraag heeft over een patiënt met pijn. Hoe meer je weet over de patiënt hoe beter je bijvoorbeeld bepaalde angsten kunt wegnemen. Een pilletje lost niet altijd alles op. Dus tijdens een consult probeer ik het hele verhaal helder te krijgen. Hoe zit het met de thuissituatie? Het geloof? Bepaalde angsten? Als bijvoorbeeld blijkt dat de patiënt een angst heeft om te stikken, dan kan de huisarts proberen die angst weg te nemen.’

Helicopterview
‘Wat het lastig maakt, is dat je patiënt niet ziet. En soms is de consultvrager gehaast. Of deze kent de patiënt niet zo goed omdat hij waarnemend arts is.’ Belangrijk is dan om voelsprieten te hebben om het een prettig gesprek te laten zijn en zaken op te vangen die óók een rol spelen, meent Mensink. ‘Ik probeer altijd uit te leggen waarom ik zoveel vragen stel. Dat ik die informatie nodig heb om een goed advies te kunnen geven. Maar ik heb verder geen invloed op wat daarmee gebeurt, de huisarts is de kapitein op het schip. En dat is ook goed, het blijft de verantwoordelijkheid van de huisarts. Wij hebben de helicopterview en kunnen ervoor zorgen dat er bij de consultvrager aandacht is voor álle dimensies in de palliatieve zorg.’

Voorwacht
Het team in Nijmegen bestaat uit vijf verpleegkundigen die zowel in het ziekenhuis, hospice als in de thuiszorg werkzaam zijn. En vijf kaderartsen, waarvan twee huisartsen, twee specialisten ouderengeneeskunde en een arts palliatieve zorg en pijnbestrijding in een academisch ziekenhuis. ‘Ook sluit er bij ongeveer vijf van de tien overleggen die we jaarlijks hebben een psycholoog aan’, vertelt Mensink. ‘Op die manier zorgen we er ervoor dat alle dimensies aandacht blijven krijgen.’

Om 24 uur per dag, zeven dagen in de week bereikbaar te zijn, werkt het team in Nijmegen samen met de Consultatieteams Vallei & Veluwe en team Arnhem. Mensink: ‘Mijn rol in het team is die van voorwacht. Ik heb dienst tussen kwart voor negen ’s ochtends en kwart over vijf ‘s middags. Ik neem de telefoon op en probeer de vraag of het probleem van de consultvrager, meestal huisarts, helder te krijgen. Vervolgens neem ik contact op met de medisch consulent en bespreken we samen de casus. De medisch consulent is trouwens ook bereikbaar in de avonduren en weekenden, dan belt de huisarts rechtstreeks met de medisch consulent.’

Geen schroom
Mensink vervolgt: ‘Als wij ons advies geformuleerd hebben, bel ik de huisarts terug en bespreek het advies. Binnen het team kunnen we heel prettig met elkaar sparren over een casus, de werksfeer is heel goed. Er is geen schroom om elkaar te benaderen en er bestaan geen domme vragen.’ 
Als het gaat om welke adviezen het meeste voorkomen, dan aarzelt Mensink niet: ‘De meeste vragen gaan over palliatieve sedatie, pijn, onrust en delier. Daarbij probeer ik altijd te zorgen dat tijdens een consultvraag andere dimensies ook aandacht krijgen. Bijvoorbeeld de betekenis van sterven voor de patiënt: hoe kijkt deze hier tegenaan? Is er aandacht voor het psychische en spirituele aspect?’ 

Scenariodenker
Het consultteam heeft natuurlijk het liefst dat de huisarts een scenariodenker is, iemand die proactief is en ruim voor dat een eventueel probleem zich voordoet, al aanklopt. Mensink: ‘Dat vind ik echt een groot compliment, als een huisarts zo ver vooruit denkt. We hebben ook wel casussen dat ons advies eigenlijk te laat komt. Bijvoorbeeld als een huisarts palliatieve sedatie eigenlijk te vroeg heeft ingezet. Dan kun je dat lastig terugdraaien.’ 

Onder druk
Mensink ziet ook dat het karakter van de consultvragen door de tijd heen aan het veranderen is. ‘Toen ik begon als consulent ging het vooral om enkelvoudige vragen, bijvoorbeeld vragen over misselijkheid, pijn of sedatie. Doordat er veel richtlijnen zijn ontwikkeld en het gebruik daarvan onder huisartsen is toegenomen, zie je dat het nu veel vaker om complexe consultvragen gaat, waarbij meerdere klachten tegelijkertijd optreden. De consultvrager geeft aan: “Ik heb deze stappen allemaal volgens de richtlijnen genomen, hoe nu verder?” Ook wordt er zo nu en dan om bevestiging gevraagd: “Ben ik op de goede weg, doe ik het goed zo?”’ Een huisarts kan zich soms best onder druk gezet voelen, weet Mensink: ‘De dood lijkt soms zo maakbaar, palliatieve sedatie wordt soms bijna op verzoek aangevraagd door een patiënt of diens naaste. Dat houdt mijn vak ook boeiend: consultatie en palliatieve zorg zijn maatwerk, ondanks alle richtlijnen en protocollen. Ieder mens en iedere situatie is uniek.’

Zie ook: Consultatie palliatieve zorg | Consultatieteams palliatieve zorg

Gerelateerd nieuws

Derde pilot proactief gegevens delen in de palliatieve fase

Oproep proactief gegevens delen in palliatieve fase Proactieve zorgplanning houdt in dat zorgprofessionals de persoonlijke wensen en grenzen van patiënten met hen en hun naasten bespreken, vastleggen en zo nodig herzien. De uitkomsten van die gesprekken zijn op verschillende momenten en in verschillende zorgomgevingen relevant. Echter, proactieve zorgplanning gebeurt niet bij één zorgverlener of –organisatie. Ook de gekozen technische oplossing voor het delen van gegevens over proactieve zorgplanning beperkt zich in de praktijk niet tot één softwaresysteem of zorgproces. Binnen het project ‘Proactief gegevens delen in de palliatieve fase’ gaat in september 2024 de derde pilot van start ten behoeve van het delen van gegevens tussen zorgorganisaties. Zorgorganisaties die hulp kunnen gebruiken bij het digitaliseren van gegevens over palliatieve zorg of bij het digitaal delen van deze gegevens tussen zorgorganisaties, kunnen zich nu aanmelden voor deelname aan de pilot. lees verder

Cruciale behoefte aan meer ondersteuning voor naasten van patiënten met kanker in de laatste levensfase

Laurien, een witte vrouw met blond haar in een staartje, glimlacht de camera in. Linksonder staat de tekst 'Proefschrift over het welzijn van naasten van kankerpatiënten in laatste levensjaar'. In het recente proefschrift van dr. Laurien Ham, getiteld ‘What about us? Experiences of relatives during end-of-life cancer care and bereavement’, wordt aandacht besteed aan de vaak onderbelichte groep rondom patiënten met kanker: de naasten. Het onderzoek, uitgevoerd door Laurien Ham voor IKNL i.s.m. Tilburg University en gisteren (25 maart) gepresenteerd tijdens haar promotie, belicht de emotionele, sociale en existentiële uitdagingen waar naasten van patiënten met ongeneeslijke kanker mee geconfronteerd worden in het laatste levensjaar van hun dierbare. lees verder