Longkanker groot probleem dat veel aandacht verdient

Op 1 augustus is het Wereld longkankerdag. Dé aanleiding om te benadrukken dat longkanker een groot probleem is, dat nog altijd veel aandacht verdient. In 2015 werd de ziekte bij 12.589 mensen in Nederland vastgesteld. Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), een databank waarin IKNL de data van alle patiënten met kanker bijhoudt. Het CBS maakte onlangs bekend dat in 2016 10.670 mensen aan de gevolgen van longkanker overleden. In 2015 waren dat er minder, namelijk 10.420 patiënten (bron: CBS). Longkanker staat daarmee op plek vier qua nieuw gediagnosticeerde patiënten met kanker. Het bezet de eerste plek van het aantal mensen dat overlijdt aan kanker. Een update van de cijfers. 

De sterftecijfers zijn, zeker in vergelijking met andere typen kanker erg hoog: In 2016 overleden 10.670 mensen aan de gevolgen van longkanker. In 2015 waren dat er 10.420. Aan de gevolgen van dikkedarmkanker, de vorm van kanker met op één na hoogste sterftecijfers, overleden dat jaar 5.117 mensen. Aan hematologische maligniteiten, de nummer drie, overleden toen 3.739 mensen. (bron: CBS) 



Dan de incidentiecijfers, het aantal nieuwe gevallen van kanker per jaar. Het aantal mensen bij wie in 2016 de diagnose longkanker werd vastgesteld, wordt geschat op 12.200. In 2015 waren dat 12.589 diagnoses en in 2014 ging het er om 12.141. 

De incidentie van longkanker bij vrouwen is de afgelopen 25 jaar sterk gestegen. Mede onder invloed van de emancipatiebeweging zijn zij in de jaren zeventig van de vorige eeuw steeds meer gaan roken. Dat heeft geleid tot een forse toename van de incidentie bij vrouwen van 1.350 in 1990 naar ruim 5.500 in 2015. Bij mannen was in deze periode een omgekeerde trend te zien, zo blijkt uit cijfers uit de NKR. Door deze tegengestelde ontwikkelingen is het aantal gevallen van longkanker bij mannen en vrouwen steeds dichter bij elkaar komen te liggen. 

In 1990 lag de incidentie van longkanker bij mannen op 108 nieuwe gevallen per 100.000 persoonsjaren tegenover slechts 17 bij vrouwen. Vijfentwintig jaar later is dat beeld aanzienlijk veranderd. In 2015 was het aantal gevallen van longkanker bij mannen gedaald naar 60 en bij vrouwen gestegen tot 45 per 100.000 persoonsjaren, volgens de European Standardized Rate (ESR). 
  


European standardized rate (ESR) 
Om de incidentie te kunnen volgen in de tijd en/of om regio’s met elkaar te vergelijken, wordt de incidentie vaak uitgedrukt in het aantal nieuwe gevallen per 100.000 personen per jaar. Omdat het ruwe incidentiecijfer doorgaans hoger uitvalt wanneer in een bepaalde regio relatief veel ouderen wonen, is het gebruikelijk om het incidentiecijfer te standaardiseren voor de leeftijdsopbouw. In Europa wordt hiervoor de 'European Standardized Rate' (ESR) gebruikt. Na correctie volgens de ESR blijkt dat de incidentie van longkanker de afgelopen kwart eeuw bij mannen sterk is gedaald en bij vrouwen sterk is toegenomen. 

De prognose bij patiënten met longkanker valt tegen omdat het vaak pas in een gevorderd stadium wordt vastgesteld en –mede daardoor- moeilijker te behandelen is. Bij ongeveer de helft van de patiënten is longkanker al gemetastaseerd als het wordt gediagnosticeerd. Dit komt doordat de klachten subtiel zijn en de cellen bij kleincellige longtumoren snel delen. 

Maar er is perspectief. De overlevingskansen bij longkanker zijn licht verbeterd. Bij longkanker die in de periode 1989-2003 werd gediagnosticeerd, was de relatieve vijfjaarsoverleving 12%. Relatieve overleving is een benadering van de kankerspecifieke overleving. Van patiënten met longkanker gediagnosticeerd tussen 2008- 2012 was de relatieve vijfjaarsoverleving 17%. Deze toename ontstond door betere diagnostiek, onder andere door introductie van de spiraal CT-scan, maar ook door verbeteringen in het zorgpad (kortere doorstroomtijd), bespreking van patiënten in een multidisciplinair overleg, betere zorg rondom de operatie en combinaties van chemo- en radiotherapie. Waarschijnlijk zullen doelgerichte medicatie en immunotherapie in de nabije toekomst ook bijdragen aan verbetering van de overlevingskansen van patiënten met longkanker. 

Daarnaast zijn er acties om longkanker te voorkomen, maar ook om het in een vroeg stadium te ontdekken. Mensen motiveren om te stoppen met roken blijft nuttig. Daarnaast start longkanker Nederland met een campagne om mensen alert te maken op signalen die kunnen duiden op een beginstadium van longkanker. 

Ook worden binnenkort de resultaten van de ‘Lung Cancer Low-dose CT screening trial’ ofwel de Nelson trial gepresenteerd. De onderzoekers kijken of screening op longkanker met 
een multi slice low dose CT scan de kans op overlijden onder een hoog- risicogroep met 25% kan verminderen. 

Gerelateerd nieuws

Gericht gebruik innovatieve geneesmiddelen biedt kansen bij gevorderde niet-kleincellige longkanker

Wereld Longkanker Dag - 1 augustus

In de afgelopen jaren hebben steeds meer patiënten met gevorderde niet-kleincellige longkanker behandeling gekregen met immunotherapie of doelgerichte therapie. Binnen deze patiëntengroep zijn er subgroepen die significant profiteren van deze innovatieve behandelingen. Er lopen verschillende onderzoeken naar de juiste dosering om een optimale balans te vinden tussen effectiviteit en kwaliteit van leven. Hierbij wordt ook onderzocht hoe we beter kunnen vaststellen bij welke patiënten deze middelen effectief zijn.

lees verder

Afname kleincellig longkanker en steeds vaker behandeling gericht op kwaliteit van leven

arts en patiënt bij laptop met longfoto

De incidentie van kleincellig longkanker, ook wel SCLC, in Nederland is de afgelopen 30 jaar aanzienlijk gedaald. Dat blijkt uit een studie van Daphne Dumoulin van het ErasmusMC en collega’s op basis van de Nederlandse Kankerregistratie, waarover onlangs gepubliceerd werd in het European Journal of Cancer. Een toenemend aandeel ouderen en vrouwen kreeg de diagnose kleincellig longkanker. De man-vrouwverhouding werd daardoor vergelijkbaar. Waarschijnlijk als gevolg van meer oudere en waarschijnlijk kwetsbaardere patiënten kregen meer patiënten alleen behandeling gericht op kwaliteit van leven (best supportive care – ofwel BSC).

lees verder