Cijfers blaaskanker
Hieronder vindt u een overzicht van de incidentie-, overlevings-, prevalentie- en sterftecijfers gebaseerd op data uit de Nederlandse Kankerregistratie.
Totaaloverzicht cijfers blaaskanker
Klik hieronder op de banner om het rapport 'Uitgezaaide blaaskanker in Nederland' (webpagina) te lezen, met cijfers en trends uit de NKR en de Prospectieve Blaaskanker Infrastructuur (ProBCI). Of bekijk het overzicht 'Belangrijke cijfers over blaaskanker' (pdf), van het voorkomen, de behandeling en overleving van blaaskanker.
Incidentie blaaskanker
Ongeveer 6.700 mensen per jaar krijgen voor het eerst de diagnose blaaskanker, dit zijn zowel invasieve als niet-invasieve tumoren. Blaaskanker komt ongeveer 3 keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Blaaskanker staat bij zowel mannen als bij vrouwen in de top 10 van meest voorkomende vormen van kanker, indien ook de niet-invasieve tumoren worden meegeteld. Bij mannen is het de zesde en bij vrouwen de tiende meest voorkomende kankersoort.
Het aantal nieuwe patiënten met blaaskanker is de afgelopen jaren gestegen. Dit komt onder andere doordat er meer mensen wonen in Nederland en mensen gemiddeld ouder worden.
De gestandaardiseerde incidentie (European Standardized Rate) is een weergave van het aantal diagnoses per 100.000 mensen waarbij de leeftijdsverdeling over verschillende jaren gelijk is getrokken. Bij mannen is deze gestandaardiseerde incidentie redelijk stabiel over de laatste jaren en lijkt het af te nemen, terwijl deze bij vrouwen blijft toenemen.
De RESR (Revised European Standardized Rate) is een nieuwe maat voor correctie voor leeftijdsopbouw in de Europese bevolking, gebaseerd op de Europese bevolkingsopbouw in 2010.
Roken is een risicofactor voor blaaskanker. Vrouwen begonnen historisch gezien later met roken dan mannen; de toename van blaaskanker bij vrouwen volgt de toename van het aantal vrouwen dat rookte vanaf de jaren ‘80. Onder mannen is er eerder een afname in het aantal rokers gekomen en deze afname wordt gevolgd door de afname van blaaskanker bij mannen.
Overleving blaaskanker
Patiënten met niet-spierinvasieve blaastumoren hebben een grote kans op genezing. Meer dan 90% van de patiënten leeft nog 5 jaar na diagnose. Patiënten met spierinvasieve tumoren hebben een slechtere 5-jaarsoverleving. Meer dan de helft van deze patiënten is 5 jaar na de diagnose overleden aan blaaskanker. De prognose van patiënten met gevorderde blaaskanker is vooralsnog slecht. Na 5 jaar is slechts 1 op de 10 van deze patiënten nog in leven.
In onderstaande grafiek ziet u hoeveel patiënten per jaar na de diagnose nog in leven zijn voor 3 periodes van tien jaar.
Onderstaande grafiek toont de overleving per stadium voor de TNM 7e editie (diagnosejaren 2010-2016).
Stadiumverdeling
Ongeveer 70% van de patiënten heeft bij de diagnose blaaskanker een niet-spierinvasieve tumor. Hiervan is het grootste deel niet invasief groeiend (Ta en CIS). Bij bijna 20% van de patiënten is de blaastumor bij de diagnose al in de spierlaag gegroeid. Bij ongeveer 10% van de patiënten is de ziekte bij diagnose al in gevorderd stadium en dus niet meer beperkt tot de blaas (zie onderstaande afbeelding).
In tegenstelling tot veel andere soorten van kanker, is de overleving van patiënten met blaaskanker de afgelopen decennia nauwelijks verbeterd. Momenteel zijn er echter nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van blaaskanker, zoals immunotherapie, die mogelijk de overleving van deze patiënten zullen verbeteren.
Prevalentie blaaskanker
De 10-jaarsprevalentie van blaaskanker is de afgelopen decennia gestegen. Rond de 41.000 mensen in Nederland leven met of na blaaskanker.
Sterfte blaaskanker
Elk jaar overlijden er ruim 1.200 mensen in Nederland aan blaaskanker.
De sterfte aan blaaskanker is de afgelopen decennia over het algemeen gestegen. Dit komt grotendeels omdat meer mensen blaaskanker hebben gekregen.
Blaaskanker in 2032
Incidentie
Het risico op blaaskanker bij vrouwen nam over de jaren toe maar lijkt in recentere jaren te stabiliseren. Naar verwachting blijft dit risico bij vrouwen stabiel. Het risico op blaaskanker bij mannen schommelde rond eenzelfde punt maar in de laatste tien jaar neemt het duidelijk af. De verwachting is dat dit risico in de toekomst blijft afnemen. De trends in de incidentiecijfers van mannen en vrouwen weerspiegelen het rookgedrag van enkele decennia geleden. Vrouwen begonnen historisch gezien later met roken dan mannen. De toename van blaaskanker bij vrouwen volgt de toename van het aantal rokende vrouwen vanaf de jaren tachtig. Het aandeel rokers nam in de loop van de tijd af en bij mannen startte deze afname eerder dan bij vrouwen. Het aantal diagnoses blaaskanker onder vrouwen en mannen nam afgelopen jaren steeds toe, mede dankzij de vergrijzing. In 2019 werd bij 1.578 vrouwen de diagnose blaaskanker gesteld. Naar verwachting stijgt dit aantal naar ruim 1.900 in 2032. Bij mannen nam het aantal diagnoses de afgelopen decennia toe tot 5.383 in 2019. Dit aantal neemt toe naar bijna 6.200 diagnoses in 2.032. Deze algehele toename is vooral toe te schrijven aan een toename onder mannen ouder dan 75 jaar. In de jongere leeftijdsgroepen lijkt het aantal diagnoses te stabiliseren of zelfs af te nemen.
Sterfte
Het risico om te overlijden aan blaaskanker, kanker van de hoge urinewegen en overige urinewegen daalt de laatste decennia licht voor mannen en is redelijk stabiel bij vrouwen. Naar verwachting zetten deze trends de komende jaren door. Desondanks neemt door de vergrijzing het aantal sterfgevallen door deze vormen van kanker de komende jaren toe. Bij vrouwen gaat het om een toename van 598 sterfgevallen in 2019 tot 850 in 2032. Voor mannen is de toename van 1.326 sterfgevallen in 2019 tot 1.750 in 2032.
Prevalentie
De 10-jaarsprevalentie van blaaskanker in 2019 was 9.093 vrouwen en 31.830 mannen. Naar verwachting neemt de prevalentie toe naar 12.100 vrouwen en bijna 40.000 mannen in 2032.
Overleving
De overleving van blaaskanker is de afgelopen decennia niet veel verbeterd. Bij vrouwen was in de periode 1990-1994 67% vijf jaar na de diagno - se nog in leven. In de periode 2015-2019 was dat 69%. Bij mannen is de verbetering iets groter; van 72% in 1990-1994 naar 78% in 2015-2019. Ontwik - kelingen in onder andere immunotherapie laten hoopvolle resultaten zien, maar helaas op dit mo - ment nog voor een minderheid van de patiënten.
Lees hier het hele rapport 'Kanker in Nederland, trends en prognoses tot en met 2032'