Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 



Verbetersignalement ZIN: ga tijdig gesprek aan in laatste levensfase patiënt

Met het verbetersignalement 'Zorg in de laatste levensfase bij mensen met longkanker of darmkanker' geeft Zorginstituut Nederland (ZIN) inzage in de resultaten van onderzoeken naar zorg voor patiënten die in de laatste fase van het leven verkeren. Om zorg te bieden die aansluit bij de behoeften in de laatste levensfase van de patiënt is het nodig om zijn of haar persoonlijke wensen en voorkeuren tijdig te verkennen, zo concludeert ZIN. Dat houdt in dat op het moment van de diagnose van de ongeneeslijke ziekte én gedurende het verdere ziektebeloop, zorgverleners de zorgbehoefte van de patiënt moeten achterhalen, zodat passende zorg gegeven wordt.  

lees verder

Thesis over behandeling gevorderde stadia niet-kleincellig longcarcinoom

Behandeling van patiënten met gevorderd stadium van niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) is complex. Chemoradiotherapie is veruit de meest gebruikte behandeling in Nederland bij patiënten met stadium III niet-kleincellig longcarcinoom. Met adequate stadiëring kan worden voorkomen dat patiënten worden uitgesloten die mogelijk baat kunnen hebben van chirurgie. Dat is een van de aanbevelingen in het proefschrift waarop Christian Dickhoff 8 december 2017 promoveert aan de VU in Amsterdam. Daarin gaat hij ook in op chemoradiotherapie bij oudere patiënten, trimodale therapie bij stadium IIIA niet-kleincellig longcarcinoom, opties bij een recidief en persisterende ziekte en kans op complicaties bij chirurgie.

lees verder

Grote variatie in behandeling van stadium III NSCLC in Nederland en België

Er bestaat grote variatie tussen Nederland en België én binnen deze landen als het gaat om de behandeling van patiënten met niet-operabel (stadium III) niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). Dat blijkt uit een observationele, population-based studie van Iris Walraven (NKI-AvL) en collega’s, waarin de verschillen tussen gelijktijdige en sequentiële chemoradiotherapie zijn onderzocht. De keuze voor sequentiële chemoradiotherapie bij deze patiënten hing significant samen met een hogere leeftijd en een gevorderd stadium van de ziekte. Volgens de onderzoekers is aanvullend onderzoek nodig om tot een betere behandelstrategie te komen voor individuele patiënten met gevorderd stadium van NSCLC. 

lees verder

eQuiPe krijgt vervolg: observationele cohortstudie naar gevorderde kanker

IKNL is begin 2017 gestart met het eQuiPe-project, een onderzoek naar de kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg zoals patiënten met gevorderde kanker én hun naasten dit ervaren. Het gaat hierbij om een prospectieve, observationele cohortstudie die openstaat voor deelname door zowel patiënten als hun naasten. Primair komen in aanmerking patiënten die gediagnosticeerd zijn met een gevorderd stadium (IV) van long-, dikkedarm-, hoofd-hals-, prostaat- of borstkanker (met metastasen in meerdere orgaansystemen) en pancreas- of slokdarmkanker. Doel is met deze kennis de palliatieve zorg verder te optimaliseren. De eerste resultaten van een kwalitatieve voorstudie worden in dit nieuwsbericht gepresenteerd.

lees verder

Effectiviteit chemotherapieschema’s verschilt bij longpatiënten met LCNEC

Patiënten met grootcellig neuro-endocrien longcarcinoom (LCNEC) die behandeld zijn met het chemotherapieschema NSCLC-t (vooral met de combinatie platinum-gemcitabine) hebben een langere, algemene overleving (mediaan 8,5 maanden) vergeleken met patiënten die behandeld zijn met platinum-pemetrexed (NSCLC-pt) of platinum-etoposide (SCLC-t). Dat blijkt uit het grootste onderzoek tot dusver uitgevoerd door Jules Derks (UMC Maastricht) en collega’s met data van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en het Nederlands Pathologieregister (PALGA). De onderzoekers adviseren de uitkomsten van de studie te laten bevestigen, bij voorkeur in een gerandomiseerde trial met patiënten met gevalideerd LCNEC. 

lees verder

Adequate pathologische stadiëring IIIB NSCLC verdient meer aandacht

Behandeling met chemoradiotherapie is in Nederland veruit de meest gebruikte behandeling bij patiënten met stadium IIIB niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). De inzet van chirurgie is bij deze patiënten zeer beperkt, zo blijkt uit onderzoek van Chris Dickhoff (VUmc) en collega’s. Volgens de onderzoekers is er meer aandacht nodig voor adequate stadiëring om te voorkomen dat patiënten worden uitgesloten die baat kunnen hebben bij een chirurgische behandeling. Verder wijzen ze op het schaars gebruik van chemoradiotherapie bij oudere patiënten.

lees verder

Longkanker groot probleem dat veel aandacht verdient

Op 1 augustus is het Wereld longkankerdag. Dé aanleiding om te benadrukken dat longkanker een groot probleem is, dat nog altijd veel aandacht verdient. In 2015 werd de ziekte bij 12.589 mensen in Nederland vastgesteld. Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), een databank waarin IKNL de data van alle patiënten met kanker bijhoudt. Het CBS maakte onlangs bekend dat in 2016 10.670 mensen aan de gevolgen van longkanker overleden. In 2015 waren dat er minder, namelijk 10.420 patiënten (bron: CBS). Longkanker staat daarmee op plek vier qua nieuw gediagnosticeerde patiënten met kanker. Het bezet de eerste plek van het aantal mensen dat overlijdt aan kanker. Een update van de cijfers. 

lees verder

Behandelvoorkeur bepalen met histologie ongewis bij vroege longkanker

Informatie over het histologische type lijkt geen geschikte parameter om de behandelvoorkeur te bepalen bij vroege stadia van longcarcinoom. Dat schrijven Max Dahele (VUmc) en Ronald Damhuis (IKNL) in een redactionele bijdrage in Journal of Thoracic Oncology. De tumorgrootte heeft, ongeacht de behandeling, de belangrijkste invloed op de overleving. Daarnaast kunnen andere determinanten, zoals tumorlocatie, de uitkomsten selectief beïnvloeden. Volgens de auteurs kunnen met vergelijkende effectiviteitsstudies wellicht relevante subgroepen worden opgespoord, maar dit vergt nader onderzoek.

lees verder