radiotherapie niet-gemetastaseerde borstkanker

Radiotherapie bij niet-gemetastaseerde borstkanker: belangrijkste trends van 2008 tot 2019

In een landelijke studie, onlangs gepubliceerd in Clinical Oncology, worden de trends en variaties in het gebruik van radiotherapie bij de behandeling van invasieve niet-gemetastaseerde borstkanker in Nederland belicht. Het onderzoek, uitgevoerd door Jelle Evers en collega’s, maakt gebruik van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en onderzoekt veranderingen in behandelpatronen over een periode van 12 jaar. 

Onderzoek naar veranderingen in radiotherapie 

De studie richtte zich op de ontwikkelingen in het gebruik van radiotherapie voor de behandeling van borstkanker zonder uitzaaiingen. Hierbij werd bovendien gekeken naar het gebruik van boost-bestraling en het toenemende gebruik van regionale radiotherapie als vervanging van een okselklierdissectie (ALND) bij patiënten met lymfklierpositieve (N+) ziekte.

Waarom dit belangrijk is

De behandelopties voor borstkanker zijn de afgelopen decennia sterk geëvolueerd. Gepersonaliseerde zorg, waarbij de behandeling wordt afgestemd op de unieke kenmerken van de patiënt, speelt hierin een steeds grotere rol. Met dit onderzoek wordt beoogd om clinici inzicht te geven in de landelijke veranderingen en variaties in het gebruik van radiotherapie bij borstkankerbehandeling en daarmee clinici te ondersteunen bij het de behandelkeuze bij borstkanker. 

Hoe is het onderzoek uitgevoerd? 

De studie analyseerde de gegevens van 176.292 vrouwen die van 2008 tot en met 2019 de diagnose invasieve niet-gemetastaseerde borstkanker kregen. Met behulp van multilevel logistische regressie werden de behandeltrends en de factoren die deze trends beïnvloeden gedetailleerd geanalyseerd. 

Belangrijkste bevindingen: opvallende trends in radiotherapie 

  • Het gebruik van radiotherapie steeg van 61% in 2008 naar 70% in 2016, met name door een verschuiving van mastectomie naar borstsparende therapie. 
  • In 2016-2019 werd radiotherapie na borstsparende chirurgie vaker weggelaten, vooral bij oudere patiënten. 
  • Het gebruik van boostbestraling in borstsparende therapie daalde aanzienlijk (66% in 2011 naar 37% in 2019). 
  • Regionale radiotherapie werd steeds vaker toegepast in plaats van okselklierdissectie bij N+ ziekte. 
  • De onderzoekers vonden regionale variaties in het gebruik van boostbestraling en regionale radiotherapie, wat mogelijk verschillen in lokale behandelprotocollen weerspiegelt. 

Wat betekenen deze resultaten voor de praktijk? 

Deze bevindingen laten zien dat er binnen de behandeling van borstkanker steeds meer op maat gewerkt wordt. De toename van regionale radiotherapie als alternatief voor ALND biedt patiënten met positieve lymfeklieren een minder invasieve behandelingsoptie. Dit draagt bij aan een mogelijke vermindering van bijwerkingen en een verbetering van de levenskwaliteit van patiënten. Ook de afname van het gebruik van boost-bestraling bij laag-risico patiënten onderstreept de verschuiving naar minder intensieve behandelingen waar mogelijk. 

Meer weten? 

Voor meer informatie over dit onderzoek, of om het volledige rapport te lezen, kunt u terecht op de website van Clinical Oncology (Open access in oktober 2024). Of neem voor meer informatie contact op met de bibliotheek van IKNL via bibliotheek@iknl.nl.

Medewerkers

Janneke Verloop

senior adviseur borstkanker

lees verder

Sabine Siesling

Sabine Siesling

hoofdonderzoeker

lees verder

Jelle Evers

portret Jelle Evers

clinical data scientist

lees verder