Enquête Delier in de palliatieve fase
Een delier komt vaak voor in de palliatieve fase en kan een negatief effect hebben op de kwaliteit van leven van de patiënt. Daarbij kan het lastig zijn voor zorgverleners om een delier in deze zorgfase te signaleren, te diagnosticeren en te behandelen.
Herziening huidige richtlijn
De afgelopen jaren is onze kennis over delier in de palliatieve fase toegenomen. Onlangs is de richtlijn Delier bij volwassenen en ouderen herzien (NVKG, 2020). In navolging wordt ook de richtlijn Delier in de palliatieve fase (IKNL, 2010) herzien.
De werkgroep die verantwoordelijk is voor de herziening van deze richtlijn bestaat uit klinisch geriaters, specialist ouderengeneeskunde, verpleegkundig specialist, internist, huisarts, psychiater en patiëntvertegenwoordiger. De verwachting is dat de richtlijnmodule in de eerste helft van 2022 gereed is. De actuele status van deze en andere richtlijnen palliatieve zorg vindt u op de pagina ontwikkeling richtlijnen op deze site.
De werkgroep delier in de palliatieve fase staat onder voorzitterschap van drs. Marijke Baden, Klinisch Geriater in het Maasstadziekenhuis te Rotterdam en lid van de SIG palliatieve zorg van de NVKG. IKNL verzorgt de procesbegeleiding.
Om de herziene richtlijn zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de praktijk wordt zorgverleners gevraagd welke knelpunten zij in de praktijk ervaren rondom delier in de palliatieve fase. De belangrijkste knelpunten worden vervolgens in de richtlijnmodule uitgewerkt.
Enquête
Om de knelpunten te verzamelen vragen wij u deze enquête in te vullen. De richtlijnwerkgroep heeft al enkele knelpunten geïnventariseerd. Met deze enquête wordt u gevraagd de belangrijkste onderwerpen voor de richtlijn te prioriteren. Daarnaast kunt u andere knelpunten rondom delier bij patiënten in de palliatieve fase aangeven.
De enquête is in te vullen tot en met 3 februari. Het invullen duurt ongeveer 15 minuten. Het is mogelijk om de resultaten van de enquête in een factsheet te ontvangen. Indien u deze wenst te ontvangen kunt dit aan het einde van de enquête aangeven.