close-up mond oudere vrouw

Analyse overleving mondholtekanker Nederland & Taiwan met behoud privacy

Het is een groep onderzoekers uit Nederland (IKNL, Maastricht University) en Taiwan gelukt om de overleving van patiënten met mondholtekanker in beide landen te analyseren zónder privacygevoelige informatie uit te wisselen. Na correctie voor vijf prognostische factoren, bleven er geringe verschillen zichtbaar in de uitkomsten van behandeling tussen Nederland en Taiwan. Dit is de eerste studie waarin de Personal Health Train-technologie is toegepast.

Het verschil in incidentie van mondholtekanker tussen Nederland en Taiwan is opvallend. Verschillen in risicofactoren en behandelexpertise kunnen mogelijk leiden tot overlevingsverschillen tussen beide landen. Vanwege beperkende regelgeving zijn analyses op patiëntenniveau of combineren van data uit Nederland en Taiwan niet uitvoerbaar. Daarom installeerden de onderzoekers een software-infrastructuur (Personal Health Train) om samengestelde analyses uit te kunnen voeren met data afkomstig van meerdere organisaties.

Studieopzet

In totaal werden data van 41.633 patiënten geïncludeerd afkomstig uit de Taiwan Cancer Registry en de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) die tussen 2004 en 2016 zijn gediagnosticeerd met een enkelvoudige mondholtetumor en een chirurgische behandeling kregen. Met samengestelde, proportionele Cox-risico-analyses werd de samenhang geëvalueerd tussen overleving en patiënt- en tumorkenmerken, land, behandeling en behandelvolume. Hieruit kwam naar voren dat er vijf factoren zijn aan te wijzen die uiteenlopende effecten hebben op de overleving van patiënten met mondholtekanker in Nederland en Taiwan: leeftijd bij diagnose, stadium, tumorgraad, behandeling en behandelvolume.

Resultaten

Het risico om te overlijden aan de gevolgen van mondholtekanker was in Nederland lager dan in Taiwan bij patiënten jonger dan 60 jaar en patiënten met een gevorderd stadium. Echter, patiënten ouder dan 70 jaar, met een vroeg stadium, lagere tumorgraad en die uitsluitend een operatie kregen, hadden in Nederland een hoger risico om te sterven dan in Taiwan. Het sterfterisico door mondholtekanker onder Taiwanese patiënten was lager na behandeling in ziekenhuizen met een hoger behandelvolume (vijftig operaties per jaar) dan onder patiënten in Nederland.

In de nabeschouwing wijzen de onderzoekers er op dat de etiologie van mondholtekanker in Nederland en Taiwan verschillend is. Hoewel roken en het drinken van alcohol de belangrijkste risicofactoren zijn in beide landen, is het kauwen van arecanoten een belangrijke risicofactor in Taiwan. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de grote verschillen in incidentie tussen beide landen. Ook kunnen patiëntkenmerken en specifieke expertise van artsen bij de behandeling van mondholtekanker invloed hebben op de overlevingsverschillen tussen Nederland en Taiwan.

Conclusie en nabeschouwing

Gijs Geleijnse en collega’s concluderen dat het uitvoeren van samengestelde analyses in deze studie is gelukt zonder uitwisseling van informatie op patiëntenniveau. Door gebruik te maken van deze techniek konden barrières overwonnen worden voor het delen van privacygevoelige informatie. Na correctie voor overige prognostische factoren, bleven er geringe verschillen zichtbaar in de uitkomsten van behandeling tussen Nederland en Taiwan.

Dit is de eerste studie waarin de Personal Health Train-technologie is toegepast om data van meerdere kankerregistraties te analyseren. In de toekomst kan deze infrastructuur uitgebreid worden met verkennende analyses en andere regressie- en classificatie-algoritmen. Ook kan deze techniek worden toegepast om kunstmatige intelligentiemodellen te trainen op multimodale data en beelden. De onderzoekers verwachten dat in studies waarbij individuele datasets toereikend zijn (bijvoorbeeld internationale vergelijkingen en zeldzame vormen van kanker) het gebruik van een samengestelde infrastructuur de-facto de standaard kan worden.

Gerelateerd nieuws

Incidentie acute promyelocyten leukemie lijkt hoger bij Spaanse achtergrond

Incidentie acute promyelocyten leukemie lijkt hoger bij Spaanse achtergrond

Acute promyelocyten leukemie lijkt vaker voor te komen bij mensen met een Spaanse achtergrond. Dat blijkt uit onderzoek van Avinanash Dinmohamed en Otto Visser (IKNL) met behulp van gegevens van RARECAREnet, een Europese databank waarin informatie over zeldzame vormen van kanker is opgeslagen. Extra onderzoek is volgens de onderzoekers nodig om de etiologisch factoren tussen groepen met verschillende genetische achtergronden en leefomgevingsfactoren nader te specificeren.

lees verder

Bijna kwart kankerincidenties in Europa valt onder definitie ‘zeldzame kanker’

Bijna een kwart (24%) van alle gevallen van kanker die tussen 2000 en 2007 in Europa zijn gediagnosticeerd, vallen onder de definitie ‘zeldzame kanker’. Dat blijkt uit een publicatie in The Lancet Oncology van de RARECARENet Working Group gebaseerd op data van zeven Europese kankerregistraties, waaronder de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De totale incidentie steeg met 0,5% per jaar, terwijl de 5-jaars relatieve overleving voor de meeste zeldzame kankersoorten toenam met 3%. De onderzoekers signaleren een grote variatie in het aandeel gecentraliseerde behandelingen, zowel per zeldzame kankersoort als tussen landen. Nederland en Slovenië hadden de hoogste behandelvolumes per ziekenhuis.

lees verder