Opheldering over vergoeding wijkverpleegkundige zorg
Er zijn veel vragen over wijkverpleegkundige zorg in de palliatieve fase. Welke zorg mag de wijkverpleegkundige indiceren? Hoeveel zorg mag er gedeclareerd worden? In het recent verschenen Begrippenkader Indicatieproces van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) worden begrippen en dilemma’s besproken waar bij de indicatie veel discussie over is. Aan het begrippenkader is gewerkt door wijkverpleegkundigen uit heel Nederland.
Sterven op de plek van voorkeur
In een nadere duiding van de verpleegkundige indicatiestelling verheldert het Zorginstituut welke zorg vanuit de Zorgverzekeringswet kan worden vergoed. Op basis van een risico-inschatting bepaalt de wijkverpleegkundige hoe de zorg georganiseerd moet worden. Zij doorloopt hiervoor het verpleegkundig proces en kijkt of het mogelijk is om mantelzorgers of vrijwilligers in te zetten. De beschikbaarheid van vrijwilligers en een (cliënt)netwerk in deze fase zijn overigens géén voorwaarden om thuis te mogen sterven. De wens en keuze van de patiënt hierin staat voorop.
Zorg die nodig is, is leidend
De zorg die nodig is om patiënten veilig en verantwoord thuis te kunnen laten verblijven is leidend. In de palliatieve fase indiceert de wijkverpleegkundige daarvoor niet anders dan in andere fases. In de Zorgverzekeringswet staat geen maximum aantal te indiceren uren. De wijkverpleegkundige indiceert volgens de beroepsstandaarden en –normen en draagt zorg voor een goede onderbouwing.
Meer informatie
Lees hier meer over hoe het onder andere zit m.b.t. het maximaal aantal uren.