Diagnose prostaatkanker heeft geen effect op overleving blaaskankerpatiënten

Ongeveer één op de vier mannen met blaaskanker die een cystoprostatectomie krijgt, wordt na pathologisch onderzoek van de prostaat gediagnosticeerd met prostaatkanker. Deze “toevallige” ontdekking heeft geen effect op de algehele overleving van blaaskankerpatiënten, zo blijkt uit onderzoek van Bo van Santvoort (IKNL) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Deze bevindingen suggereren dat het klinisch beleid van blaaskankerpatiënten met of zonder prostaatkanker niet zal verschillen en dat de prostaat daarom mogelijk niet meer uitgebreid onderzocht hoeft te worden na radicale cystoprostatectomie. Minder uitgebreid onderzoek van de prostaat kan bijdragen aan hogere efficiëntie en besparing op de zorgkosten.

De standaardbehandeling voor mannen met spierinvasieve blaaskanker is radicale cystoprostatectomie. Na deze operatie wordt ook prostaatweefsel onderzocht, waarbij prostaatkanker kan worden gevonden. De prevalentie van prostaatkanker bij patiënten met blaaskanker kent een wijde range. Het effect hiervan op de overleving van blaaskankerpatiënten is onduidelijk, vooral doordat de meeste studies die tot dusver zijn uitgevoerd bestaan uit kleine patiëntpopulaties en een korte follow-up.

Population-based onderzoek

Bo van Santvoort (IKNL) en collega’s hebben daarom een population-based studie uitgevoerd om de prevalentie van prostaatkanker te bepalen en het effect hiervan op de algehele overleving bij mannen met blaaskanker na een cystoprostatectomie. Hiervoor werden de gegevens van ruim 4.0000 mannen geselecteerd uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) die tussen 2005 en 2015 zijn gediagnosticeerd met blaaskanker en een cystoprostatectomie kregen.

De onderzoekers bepaalden het aantal patiënten met prostaatkanker en voerden descriptieve analyses uit naar de verschillen in patiënt- en tumorkarakteristieken tussen blaaskankerpatiënten mét en zónder prostaatkanker. Vervolgens maakten zij een schatting van het effect van prostaatkanker op de algehele overleving van deze blaaskankerpatiënten met behulp van multivariabele Cox-regressie voor het gehele cohort.

Uitkomst analyses

Uit de analyses die tot dusver zijn uitgevoerd, blijkt dat circa een kwart van de mannen met blaaskanker na cystoprostatectomie werd gediagnosticeerd met prostaatkanker. Blaaskankerpatiënten mét prostaatkanker waren doorgaans ouder en hadden een lager stadium van blaaskanker vergeleken met blaaskankerpatiënten zónder prostaatkanker. Bij mannen met blaas- en prostaatkanker werd de blaastumor vaker compleet verwijderd. Na een mediane follow-up van 38 maanden bleek 57% van de blaaskankerpatiënten te zijn overleden. Circa 49% van de blaaskankerpatiënten mét prostaatkanker was na vijf jaar nog in leven tegenover 48% van de blaaskankerpatiënten zónder prostaatkanker.

Mogelijke impact

De onderzoekers komen op basis van de uitgevoerde analyses tot de conclusie dat de ‘toevallige’ ontdekking van  prostaatkanker geen effect lijkt te hebben op de algehele overleving van blaaskankerpatiënten, ook niet na correctie voor patiënt- en ziektekenmerken. Dit betekent waarschijnlijk dat het klinisch beleid bij deze patiënten niet zal veranderen door de diagnose prostaatkanker en dat de prostaat na een cystoprostatectomie mogelijk niet meer uitgebreid onderzocht hoeft te worden. Het minder uitgebreid onderzoeken van de prostaat  kan bijdragen aan grotere efficiëntie en besparing op de zorgkosten. De uitkomsten van deze studie zijn aangeboden voor publicatie.

Gerelateerd nieuws

Levensverwachting bij uitgezaaide prostaatkanker nauwkeuriger inschatten

microscoop

Om de overlevingskans bij uitgezaaide hormoongevoelige prostaatkanker nauwkeuriger in te schatten zou de indeling van metastasen (uitzaaiingen) in het internationaal bekendste tumorclassificatiesysteem (TNM) moeten veranderen. Dat schrijven Berdine Heesterman, postdoc bij IKNL, en collega’s in het wetenschappelijke tijdschrift BJU International.

lees verder

Vrouwen met blaaskanker: slechtere overleving in eerste twee jaar na diagnose

Vrouwen met blaaskanker hebben, vergeleken met mannen, in de eerste twee jaar na diagnose een slechtere overleving. In de jaren daarna is de overleving van mannen en vrouwen met blaaskanker vrijwel gelijk. Dat blijkt uit onderzoek van Anke Richters (IKNL) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Deze bevinding kan belangrijke gevolgen hebben voor de klinische praktijk; in de toekomst zou een meer invasieve behandeling en neo-adjuvante therapie overwogen kunnen worden bij vrouwen met blaaskanker.

lees verder