microscoop

Levensverwachting bij uitgezaaide prostaatkanker nauwkeuriger inschatten

Om de overlevingskans bij uitgezaaide hormoongevoelige prostaatkanker nauwkeuriger in te schatten zou de indeling van metastasen (uitzaaiingen) in het internationaal bekendste tumorclassificatiesysteem (TNM) moeten veranderen. Dat schrijven Berdine Heesterman, postdoc bij IKNL, en collega’s in het wetenschappelijke tijdschrift BJU International.

De TNM-classificatie is wereldwijd de meest gebruikte methode om tumorgroei en metastasering in kaart te brengen. Die informatie wordt onder andere gebruikt om de overlevingskans in te schatten. In de huidige editie van de TNM-classificatie staat dat metastasen (M) onderverdeeld moeten worden in: niet-regionale lymfeklieruitzaaiingen (M1a), uitzaaiingen in bot(ten) (M1b) of uitzaaiingen elders (M1c). De categorie M1c gaat samen met de slechtste prognose. In de praktijk bestaat hier onduidelijkheid over. 

De M van de TNM-classificatie is onduidelijk

Dee TNM-classificatie stelt dat bij metastasen op meerdere locaties de zwaarste stadiëringscategorie moet worden gebruikt. De aanwezigheid van zowel niet-regionale lymfeklieruitzaaiingen als botmetastasen moet daarom worden geclassificeerd als M1c in plaats van M1b. ‘Dat is anders dan hoe veel artsen het in hun hoofd hadden,’ zegt Heesterman. ‘Ze bleken patiënten met uitzaaiingen in niet-regionale lymfeklieren en in botten als M1b te classificeren in plaats van M1c. Het verbaasde ons dat er zo verschillend over werd gedacht en dat was de aanleiding voor ons onderzoek. We wilden weten wat de meest passende classificatie voor deze groep van patiënten zou zijn.’

Om dit uit te zoeken gebruikten de onderzoekers gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie van ruim 14 duizend mannen bij wie de diagnose uitgezaaide hormoongevoelige prostaatkanker tussen 2010 en 2018 werd vastgesteld.

M1c is een zeer heterogene groep

‘Wat we met ons onderzoek laten zien, is dat met name in het geval van laagvolumeziekte de prognose van patiënten met uitzaaiingen in botten en niet-regionale lymfeklieren slechter is dan de prognose van patiënten met alleen botmetastasen. Maar patiënten met uitzaaiingen naar viscerale organen hebben overall de slechtste prognose.’ Met laagvolumeziekte, doelt Heesterman op de CHAARTED-criteria.

Tijdens een follow-upduur van bijna vijf jaar was de mediane overleving voor patiënten met uitzaaiingen in viscerale organen twintig maanden. Dat is ruim een derde korter dan voor degenen met uitzaaiingen in niet-regionale lymfeklieren en in botten. Daarnaast kwam de levensverwachting van patiënten met uitzaaiingen in niet-regionale lymfeklieren en in de botten meer overeen met patiënten uit de TNM-classificatie M1b dan M1c.

Volgende editie TNM-classificatie de M-criteria aanpassen

De TNM-classificatie moet dus aangepast worden, vinden de onderzoekers. Ze stellen twee opties voor: patiënten met uitzaaiingen in niet-regionale lymfeklieren en in botten moeten als M1b geclassificeerd worden of er moet een extra categorie toegevoegd worden, M1d, voor de patiënten met uitzaaiingen in viscerale organen.

Heesterman verwacht dat dit onderzoek wordt meegenomen als de volgende editie van de TNM-classificatie wordt opgesteld. ‘Hoe fijnmaziger je patiënten in prognostische categorieën kunt indelen, hoe beter de patiënt weet waar die aan toe is en hoe beter je de meest effectieve behandeling per patiënt kunt kiezen.’

Bron

Heesterman BL, van der Poel HG, Schoots IG, Mehra N, Aben KKH. Prognostic importance of concomitant non-regional lymph node and bone metastases in men with newly diagnosed metastatic prostate cancer. BJU Int. 2021 Nov 6.

Gerelateerd nieuws

Diagnose prostaatkanker heeft geen effect op overleving blaaskankerpatiënten

Ongeveer één op de vier mannen met blaaskanker die een cystoprostatectomie krijgt, wordt na pathologisch onderzoek van de prostaat gediagnosticeerd met prostaatkanker. Deze “toevallige” ontdekking heeft geen effect op de algehele overleving van blaaskankerpatiënten, zo blijkt uit onderzoek van Bo van Santvoort (IKNL) en collega’s met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Deze bevindingen suggereren dat het klinisch beleid van blaaskankerpatiënten met of zonder prostaatkanker niet zal verschillen en dat de prostaat daarom mogelijk niet meer uitgebreid onderzocht hoeft te worden na radicale cystoprostatectomie. Minder uitgebreid onderzoek van de prostaat kan bijdragen aan hogere efficiëntie en besparing op de zorgkosten.

lees verder

Screening op prostaatkanker: voortschrijdend inzicht ERSPC-studie

Hoewel mannen met prostaatkanker in de controle-arm van de European randomized study of screening for prostate cancer (ERSPC/Rotterdam) meer hebben kunnen profiteren van zorginnovaties tijdens de looptijd van deze studie, is de ziektevrije overleving van mannen in de screeningsarm (bij wie de prostaatkanker eerder is ontdekt door middel van screening) toch vergelijkbaar of beter. Dat blijkt uit een studie van Leonard Bokhorst (Erasmus MC) en collega’s in samenwerking met IKNL.

lees verder