
ProZIB: op weg naar continue kwaliteitsmonitoring voor prostaatkankerzorg
Binnen Prostaatkanker Zorg In Beeld (ProZIB), een initiatief van beroepsverenigingen, patiëntenvereniging en IKNL, is in 2015 gestart met het opzetten van een uitgebreide landelijke kwaliteitsregistratie voor de zorg voor patiënten met prostaatkanker. Het doel van ProZIB is de verschillen binnen de prostaatkankerzorg in Nederland inzichtelijk maken en te onderzoeken welke factoren ten grondslag liggen aan deze variatie. Op basis van de resultaten van ProZIB zal een continue kwaliteitsmonitor voor prostaatkanker worden ingericht.
Aan de hand van deze kwaliteitsmonitor kunnen de uitkomsten van de prostaatkankerzorg in Nederland ook op langere termijn inzichtelijk worden gemaakt om een bijdrage te leveren aan verdere verbetering van de zorg voor patiënten met prostaatkanker waar dat nodig is.
Inmiddels is een groot deel van de gegevens verzameld. De eerste resultaten zijn verwerkt in een factsheet Prostaatkankerzorg in Beeld (PDF) en onderstaande infographic (klik op afbeelding om PDF-versie te downloaden). Op korte termijn worden meer resultaten bekend gemaakt.
-
Meer informatie over ProZIB is verkrijgbaar bij IKNL-onderzoekers Hanneke Jansen of Katja Aben.
Krachttraining bij hormoontherapie voor prostaatkanker effectief op spiercelniveau

Uit een recent gepubliceerde studie blijkt dat krachttraining zeer effectief is in het tegengaan van de negatieve effecten van hormoontherapie bij patiënten met prostaatkanker. De onderzoekers zijn dan ook van mening dat krachttraining standaard aan deze populatie zou moeten worden aangeboden.
lees verderSpecifieke overlevingscijfers nu beschikbaar op kanker.nl

Op kanker.nl is nu informatie beschikbaar over specifieke overlevingscijfers bij borstkanker, darmkanker, longkanker en prostaatkanker op basis van een aantal patiënt- en tumorkenmerken. Hiermee wordt de overleving van een vergelijkbare groep patiënten in de afgelopen jaren getoond. De informatie is op verzoek van patiëntenorganisaties gerealiseerd en kan een startpunt zijn voor het gesprek met de behandelend arts.