Profylactische schedelbestraling veel toegepast bij patiënten met SCLC

Behandeling met profylactische schedelbestraling leidt bij patiënten met een beperkt stadium (I en II) kleincellig longcarcinoom (SCLC) tot overlevingsresultaten die kunnen oplopen tot 45 maanden. Deze vorm van radiotherapie werd tussen 2009 – 2013 dan ook op grote schaal gebruikt in Nederland, hoewel significant minder vaak bij oudere patiënten. Dat blijkt uit een publicatie van Ronald Damhuis (IKNL) en collega’s van VUmc en NKI-AvL in Clinical Lung Cancer. Een mogelijk nadeel van deze therapie is het optreden van late toxische klachten. Dit speelt met name bij oudere patiënten. Het blijft daarom belangrijk om patiënten goed te informeren over hun opties en vooruitzichten.

Profylactische schedelbestraling vermindert het risico van klinische hersenmetastasen bij patiënten met kleincellig longcarcinoom. Deze behandeling wordt momenteel aanbevolen in richtlijnen voor zowel patiënten met beperkte als uitgebreide ziekte. Gezien de bezorgdheid over de grotere kans op neurologische bijwerkingen bij oudere patiënten, is in deze studie het verband onderzocht tussen leeftijd, het gebruik van profylactische schedelbestraling en de overleving van patiënten met kleincellig longcarcinoom in Nederland. 

Opzet en resultaten 
De onderzoekers verzamelden gegevens van patiënten met kleincellig longcarcinoom in de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) die tussen 2009 tot 2013 zijn gediagnosticeerd en behandeld. Er werden afzonderlijke analyses uitgevoerd voor patiënten met stadium I tot III die behandeld zijn met chemoradiotherapie (n = 1.684) en patiënten met stadium IV (n = 3.481) die chemotherapie of chemoradiotherapie kregen. Patiënten die bij diagnose al hersenmetastasen hadden, werden uitgesloten. 

Analyses tonen aan dat het totale aandeel profylactische schedelbestralingen bij patiënten met stadium I tot III 74% bedroeg. Het aandeel bestralingen daalde met de leeftijd van 78% bij patiënten van 18 tot 59 jaar tot 66% bij patiënten van 80 jaar of ouder. Bij patiënten met stadium IV lag het totale aandeel profylactische bestralingen op 41% en dit aandeel daalde eveneens met het stijgen van de leeftijd, van 46% bij patiënten van 18 tot 59 jaar tot 23% bij patiënten van 80 jaar en ouder.  

Geslacht en sociaaleconomische status hadden geen invloed op het aandeel profylactische schedelbestraling. Patiënten jonger dan 70 jaar die een schedelbestraling kregen, hadden een mediane overleving van respectievelijk 45, 24 en 12 maanden voor stadium I en II, III en IV. De overleving van patiënten in de leeftijd van 70 jaar of ouder die profylactisch werden bestraald lag voor de respectievelijke stadia op 33, 17 en 10 maanden. 

Conclusies en aanbevelingen 
Ronald Damhuis en collega’s concluderen dat het gebruik van profylactische schedelbestraling bij patiënten met kleincellig longcarcinoom op grote schaal is geïmplementeerd in Nederland, hoewel deze behandeling tussen 2009 en 2013 significant minder frequent aan oudere patiënten werd gegeven. Bij patiënten met een beperkte ziekte zijn de overlevingsresultaten bemoedigend. Dit betekent echter ook dat het optreden van late toxiciteit een relevante kwestie is. 

Omdat de voor- en nadelen van profylactische schedelbestraling in toenemende mate onderwerp van discussie zijn in de literatuur, blijft betrouwbare informatie volgens de onderzoekers vereist om patiënten adequaat te kunnen informeren over hun opties en vooruitzichten. Aangezien oudere patiënten ondervertegenwoordigd zijn in klinische trials en een groter risico lopen op het ontwikkelen van neurotoxische klachten, lijkt het rationeel om rekening te houden met de leeftijd en de basale neurocognitieve status van patiënten bij de besluitvorming over profylactische schedelbestraling.  

  • Damhuis RAM, Senan S, Belderbos JS. ‘Usage of Prophylactic Cranial Irradiation in Elderly Patients With Small-cell Lung Cancer’. Clin Lung Cancer. 2017 Nov 21.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl