Snelle toename van aantal teams palliatieve zorg in ziekenhuizen

Het aantal ziekenhuizen in Nederland met een team palliatieve zorg is de afgelopen jaren in hoog tempo toegenomen. Tussen deze teams zijn wel aanzienlijke verschillen als het gaat om het inschakelen van diverse disciplines, procedures en het aantal consulten. Dat blijkt uit een studie van Arianne Brinkman-Stoppelberg (Erasmus MC) en collega’s van IKNL onder professionals in 74 ziekenhuizen. De onderzoekers stellen daarentegen ook vast dat de betrokkenheid van deze teams bij de zorg voor ongeneeslijk zieke patiënten relatief beperkt is. Ze doen daarom enkele aanbevelingen, waaronder het ontwikkelen van een kwaliteitskader om (transmurale) palliatieve consultatie te stimuleren.

Teams palliatieve zorg in ziekenhuizen hebben een positief effect op de kwaliteit van leven en de tevredenheid over de zorg bij patiënten met een gevorderde ziekte. Betrokkenheid van deze teams wordt ook geassocieerd met een aanzienlijke kostenbesparing binnen de medische zorg. In Nederland worden normen gehanteerd, waarin staat dat elk ziekenhuis in 2017 over een palliatieve zorgteam moet beschikken. In dit onderzoek is het aantal ziekenhuizen bestudeerd dat met een palliatieve zorg team werkt en wat de kenmerken van deze teams zijn.

Opzet en resultaten
De onderzoekers stuurden in april 2015 vragenlijsten naar professionals die een sleutelrol vervullen in de palliatieve zorg binnen alle algemene, gespecialiseerde en academische ziekenhuizen in Nederland. Van de 92 aangeschreven ziekenhuizen, reageerden er 74 (80%). In 77 procent van alle deelnemende ziekenhuizen was een palliatieve zorg team aanwezig. Andere diensten, zoals palliatieve poliklinieken (22%), intramurale eenheden palliatieve zorg (7%) en palliatieve dagopvang (4%) waren relatief schaars. Het gemiddeld aantal disciplines binnen de teams was 6,5. De meest voorkomende disciplines waren verpleegkundigen (72%), nurse practitioners (54%), specialisten interne geneeskunde (90%) of anesthesiologie (75%) en geestelijke verzorgers (65%).

In de meeste ziekenhuizen waren de uren dat artsen beschikbaar zijn als palliatief consultant niet gelabeld, terwijl dit voor verpleegkundigen en nurse practitioners wel het geval was. De meeste teams (77%) waren alleen beschikbaar tijdens kantooruren. Een kwart (26%) van de palliatieve zorgteams kon zowel door zorgprofessionals als door patiënten of familieleden worden geraadpleegd. Het jaarlijkse aantal consulten binnen het ziekenhuis varieerde tussen 2 tot 680 per jaar (mediaan: 77). Gemiddeld genomen werden de teams geconsulteerd door 0,6% van alle patiënten in de ziekenhuizen.

Conclusie en aanbevelingen
Arianne Brinkman-Stoppelberg en collega’s concluderen dat het aantal ziekenhuizen in Nederland met een palliatieve zorgteam snel toeneemt. Tussen deze teams zijn er wel aanzienlijke verschillen met betrekking tot de disciplines die vertegenwoordigd zijn in de teams, de procedures en het aantal en tijdstip van consulten. De ontwikkeling van kwaliteitsnormen en adequaat opgeleid personeel zou de kwaliteit en effectiviteit van de palliatieve teams verder kunnen verbeteren.

De onderzoekers stellen daarnaast vast dat de betrokkenheid van teams palliatieve zorg binnen het ziekenhuis bij de zorg voor ongeneeslijk zieke patiënten (nog) relatief beperkt is. Om de ontwikkeling en implementatie van intramurale palliatieve teams verder te stimuleren, adviseren zij een geformaliseerd kwaliteitskader met modellen te ontwikkelen om (transmurale) palliatieve consultatie mogelijk te maken met als doel de kwaliteit van de palliatieve zorg in ziekenhuizen te optimaliseren. Deze samenwerking kan een bijdrage leveren aan het optimaliseren van de kwaliteit van de palliatieve zorg in ziekenhuizen. Dit kader, opgesteld door professionele organisaties en beleidsmakers, kan de basis vormen voor de ontwikkeling van kwaliteitscriteria en kwaliteitsbeoordeling van teams palliatieve zorg.

  • Brinkman-Stoppelenburg A, Boddaert M, Douma J, van der Heide A.: ‘Palliative care in Dutch hospitals: a rapid increase in the number of expert teams, a limited number of referrals’.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl

  • Zie ook: Kwaliteitskader palliatieve zorg

Gerelateerd nieuws

Chemotherapie voor vrouwen met eierstokkanker vaak te belastend

vrouw met chemo Ruim de helft van de patiënten met eierstokkanker krijgt tijdens de chemotherapie te maken met aanpassingen in de behandeling vanwege bijwerkingen. Dat blijkt uit cijfers van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) op basis van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) in de periode 2019-2023. De aanpassingen – zoals dosisverlagingen, tijdelijke stops of vermindering van het aantal kuren – zijn meestal nodig vanwege hematologische en neurologische bijwerkingen. In de meeste gevallen heeft dat geen effect op de overleving. Vandaag publiceert IKNL het rapport Eierstokkanker in Nederland 2025 met daarin trends en ontwikkelingen, gefocust op de groep patiënten met een gevorderd stadium van de ziekte.   lees verder

Waardevolle inzichten uit tweede pilot proactief gegevens delen in Almere

Barbara Boerlijst Barbara Boerlijst is projectleider van het project palliatieve zorg dichter bij huis in Almere. Een project binnen het programma Positief Gezond Almere, een regionale samenwerkingsstructuur waarin zorgorganisaties, sociaal domein, gemeente en inwoners samen werken aan toekomstbestendige zorg en welzijn in de stad. Binnen dit programma worden thema’s als passende zorg, samenwerking in de wijk en digitalisering actief opgepakt. Vanuit haar rol als projectleider was Boerlijst verantwoordelijk voor de uitvoering van de pilot Proactief gegevens delen in Almere. lees verder