Overlevingskansen voor patiënten met longkanker zijn verbeterd
1 augustus is het Wereldlongkankerdag. Longkanker is een ernstige ziekte, maar er is de afgelopen jaren flinke vooruitgang geboekt in de overleving. Voor de eeuwwisseling bleef de 5-jaarsoverleving lange tijd steken op 12%, inmiddels is dat 18%. Dit is te danken aan betere diagnostiek, betere behandeling en veranderingen in de organisatie van de zorg.
Betere diagnostiek
De 5-jaarsoverleving van patiënten met longkanker is toegenomen van 12% in 1989-2003 naar 18% in de periode 2009-2014. De stijging van de overlevingskans is onder andere te danken aan verbeterde diagnostiek. Met de komst van de spiraal CT-scan kunnen radiologen afwijkingen eerder ontdekken en met de PET CT-scan is het mogelijk om uitbreiding van de kanker nauwkeuriger in beeld te brengen.
Veranderingen in de organisatie van de zorg
Een andere bijdrage aan de toename van de overlevingskans leveren verbeteringen in het zorgpad, waardoor de doorstroomtijd (de tijd tussen verwijzing van een patiënt door de huisarts en start van behandeling in het ziekenhuis) is verkort. Multidisciplinaire besprekingen leveren een bijdrage aan het – samen met de patiënt - kiezen van het beste behandelplan.
Betere behandelmethodes
Door verbetering van de zorg rondom de operatie is de postoperatieve sterfte gedaald. Daarnaast is de behandeling verbeterd door nauwkeurigere radiotherapeutische methoden en het vaker gebruik maken van chemotherapie en de combinatie van chemo- en radiotherapie. Dankzij recente ontwikkeling van doelgerichte medicatie en immunotherapie is de komende jaren nog verdere vooruitgang te verwachten bij de behandeling en overleving van patiënten met longkanker. Zo is sinds een jaar nivolumab geregistreerd voor de behandeling van lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longkanker na eerdere behandeling met chemotherapie. Resultaten hiervan zijn nog niet bekend.
Toename behandeling en overleving NSCLC; verschil met oudere patiënt blijft
Patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) krijgen steeds vaker een behandeling met curatieve intentie. Dit heeft tussen 1990 en 2014 geleid tot verbetering van de relatieve overleving. Deze trend was echter minder sterk zichtbaar bij oudere patiënten, zo blijkt uit onderzoek van Elisabeth Driessen (VieCuri MC) en collega’s met gegevens van ruim 187.000 patiënten uit de Nederlandse Kankerregistratie. De verschillen tussen jongere en oudere patiënten leek in de tijd kleiner te worden bij stadium I, maar bleef onveranderd bij stadium II en werden zelfs groter bij stadium III en IV ten nadele van ouderen. In toekomstige studies dient de focus daarom gericht te zijn op voorspellende factoren bij oudere patiënten met NSCLC.
lees verderProfylactische schedelbestraling veel toegepast bij patiënten met SCLC
Behandeling met profylactische schedelbestraling leidt bij patiënten met een beperkt stadium (I en II) kleincellig longcarcinoom (SCLC) tot overlevingsresultaten die kunnen oplopen tot 45 maanden. Deze vorm van radiotherapie werd tussen 2009 – 2013 dan ook op grote schaal gebruikt in Nederland, hoewel significant minder vaak bij oudere patiënten. Dat blijkt uit een publicatie van Ronald Damhuis (IKNL) en collega’s van VUmc en NKI-AvL in Clinical Lung Cancer. Een mogelijk nadeel van deze therapie is het optreden van late toxische klachten. Dit speelt met name bij oudere patiënten. Het blijft daarom belangrijk om patiënten goed te informeren over hun opties en vooruitzichten.
lees verder