Movember: prostaatkankermaand 2016

Prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij Nederlandse mannen. Ruim 10.000 mannen krijgen jaarlijks deze diagnose. Meestal zijn dit ouderen: 45% van de patiënten is 70 jaar of ouder en 27% is ouder dan 75 jaar. De relatieve overleving van deze oudere patiënten met prostaatkanker is lager dan die van jongere patiënten. Dit komt deels doordat de oudere patiënten vaker gediagnosticeerd worden met een hoger ziektestadium en minder gunstige Gleason graad. In het kader van Movember, prostaatkankermaand zet IKNL de actuele cijfers op een rij.

Incidentie

Prostaatkanker vormt bijna een vijfde van alle vormen van kanker bij mannen. Het aantal nieuwe patiënten met prostaatkanker in een jaar (incidentie) is in de afgelopen 25 jaar gestegen van ruim 4.000 in begin jaren negentig naar ruim 10.000 in 2015. Om een trend in de tijd te kunnen volgen, wordt incidentie vaak weergegeven als het aantal nieuwe patiënten per 100.000 personen per jaar, gestandaardiseerd naar leeftijd. 

Omdat de leeftijdsopbouw van de Nederlandse bevolking de afgelopen decennia is veranderd (er zijn naar verhouding meer ouderen en de ouderen worden steeds ouder als gevolg van de toegenomen levensverwachting) is het belangrijk om hier rekening mee te houden. Dit wordt doorgaans gedaan door de incidentie te standaardiseren naar de Europese standaardbevolking. 

De naar leeftijd gestandaardiseerde incidentie van prostaatkanker (zogenaamde ESR) was ruim 60 per 100.000 mannen in het begin van de jaren negentig en steeg tot ruim 110 per 100.000 mannen in 2011. Sindsdien neemt de incidentie af tot het huidige aantal van 90 per 100.000 mannen. 

Stadiumverdeling

Begin jaren negentig nam de incidentie voor alle ziektestadia toe ( het ziektestadium cT1c werd in 1993 geïntroduceerd vanwege de PSA test). De incidentietoename in deze periode is waarschijnlijk nog niet (of slechts deels) het gevolg van PSA screening; de sterke toename in cT1c tumoren na 2000 is wel het gevolg van PSA screening. Voor uitgebreidere achtergrondinformatie zie artikel van Cremers en collega’s uit 2010 [1].


Detectie

Ook voor de verschillende leeftijdsgroepen is de trend in de tijd verschillend. Bij mannen van 75 jaar of ouder is de incidentie van prostaatkanker al vele jaren aan het afnemen terwijl de incidentie in de jongere leeftijdsgroepen sinds begin jaren negentig toeneemt en pas recent aan het dalen is. Deze recente afname is waarschijnlijk het gevolg van het vervroegen van prostaatkankerdiagnoses door de PSA-testen. Daarnaast wordt de PSA-test tegenwoordig met wat meer terughoudendheid uitgevoerd omdat huisartsen en urologen beseffen dat de test veel overdiagnostiek met zich meebrengt. 

Er is de afgelopen jaren veel onderzoek verricht naar hoe de detectie van klinisch significante (‘agressieve’) prostaatkanker te verbeteren. De SelectMDx urinetest [2] is recent ontwikkeld en laat veelbelovende resultaten zien als hulpmiddel bij klinische besluitvorming, het verminderen van onnodige biopsieën en uiteindelijk beperken van overbehandeling.   


Overleving

Overleving wordt vaak weergegeven als de relatieve overleving wat een benadering is voor de kankerspecifieke overleving. Dit houdt in dat de overleving van de patiënten met kanker is gecorrigeerd voor de verwachte sterfte die is gebaseerd op de Nederlandse bevolking vergelijkbaar op basis van geslacht, leeftijd en kalenderjaar. Omdat de overleving sterk kan verschillen per leeftijdsgroep zijn de overlevingscijfers bovendien gestandaardiseerd.

De relatieve 10-jaarsoverleving van patiënten met gelokaliseerd prostaatkanker (zonder metastasen op afstand) is meer dan 90%. De overleving van patiënten met afstandsmetastasen is aanzienlijk lager; ongeveer 25%. In de loop van de tijd is een verbetering zichtbaar in overleving van alle stadia van ziekte. 

Sinds een aantal jaren zijn naast de hormoontherapie, ook chemotherapie (docetaxel en cabazitaxel) en een aantal nieuwere, op de androgeenreceptor gerichte, middelen beschikbaar (abiraterone en enzalutamide) waarvan in onderzoekverband is aangetoond dat zij leiden tot een verbetering in overleving (een aantal maanden) van vergevorderd prostaatkanker. 

Overleving bij ouderen

Prostaatkanker wordt doorgaans bij oudere mannen gediagnosticeerd; 45% van de patiënten is 70 jaar of ouder, 27% is ouder dan 75 jaar en ruim 10% is zelfs 80 jaar of ouder. De relatieve overleving van oudere patiënten met prostaatkanker (75 jaar of ouder) is lager dan die van jongere patiënten: 10-jaarsoverleving van 65% versus 85%. Dit komt deels doordat de oudere patiënten vaker gediagnosticeerd worden met een hoger ziektestadium en minder gunstige Gleason-graad. Maar ook wanneer hier rekening mee wordt gehouden, blijft de overleving van oudere patiënten minder goed.


De redenen hiervoor zijn niet helemaal duidelijk. Het kan veroorzaakt worden door bijkomende ziekten, die vaker voorkomen bij oudere patiënten, maar ook door verschillen in behandeling; oudere patiënten ondergaan bijvoorbeeld minder vaak een prostatectomie. Desondanks is de overleving ook bij deze groep patiënten in de loop van de tijd verbeterd. 

Daarnaast is het niet duidelijk of behandelingen die in de richtlijnen worden geadviseerd in dezelfde mate effectief zijn bij oudere patiënten. Deze oudere patiënten worden namelijk vaak uitgesloten van deelname aan klinische studies, waardoor het bewijs voor de werkzaamheid van de therapie uitsluitend voor jongere leeftijdsgroepen is aangetoond. 

Kwaliteit van leven
Bij prostaatkanker is de relatie tussen de verschillende behandelopties en de kwaliteit van leven voor de patiënt van groot belang. Dankzij financiering van KWF Kankerbestrijding voert IKNL in nauwe samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU), de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVvP), de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO), de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR) en de patiëntenvereniging (ProstaatKankerStichting.nl) de ProZIB-registratie uit [3]. 

In ProZIB (Prostaatkanker Zorg In Beeld) legt IKNL op dit moment van alle mannen met prostaakanker in detail vast welke diagnostiek wordt toegepast, hoe de patiënt behandeld wordt en welk effect dit heeft op de uitkomst van ziekte en kwaliteit van leven. Het doel van ProZIB is om inzicht te geven in de prostaatkankerzorg in Nederland, waardoor deze zorg, waar nodig, verbeterd kan worden. 

Meer informatie:

  • Cremers et al. Prostate cancer: Trends in incidence, survival and mortality in the Netherlands, 1989-2006. Eur J Cancer. 2010; 46 : 2077-2087.

  • Van Neste et al. Detection of High-grade Prostate Cancer Using a Urinary Molecular Biomarker-Based Risk Score. European Urology. 2016 Apr 20. pii: S0302-2838(16)30071-9.

  • Website: ProZIB

Gerelateerd nieuws

Impact van urineverlies na operatie of bestraling bij prostaatkanker

urineverlies bij prostaatkanker

Eén op de drie mannen die na een operatie of bestraling voor prostaatkanker urineverlies heeft, ervaart altijd of vaak negatieve invloed van urineverlies op het gebied van seksualiteit en intimiteit en bij onderweg zijn. Daarnaast maakt het urineverlies een kwart van de mannen onzeker en een op de vijf mannen schaamt zich ervoor. Dit blijkt uit de Doneer Je Ervaring-peiling van de Prostaatkankerstichting onder 974 mannen die na een operatie of bestraling voor prostaatkanker te maken kregen met urineverlies. 

lees verder

Movember: extra aandacht voor prostaatkanker en zaadbalkanker

hand met plaksnor

Movember staat in het teken van de gezondheid van de man in het algemeen én om speciale aandacht te vragen voor prostaatkanker en zaadbalkanker. In dit kader zet IKNL de actuele cijfers voor incidentie en overleving op een rij. Prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij Nederlandse mannen. Bijna 15.000 mannen kregen deze diagnose in 2022. Zaadbalkanker komt minder vaak voor. In 2022 kregen bijna 1000 mannen de diagnose zaadbalkanker. De overleving van mannen met een tumor in de mannelijke geslachtsorganen is in vergelijking met andere vormen van kanker redelijk goed; de 10-jaarsoverleving voor prostaatkanker is bijna 80% en voor patiënten met zaadbalkanker is dit 95%.

lees verder