Impact diagnose ‘kanker' op trouw zijn aan glucoseverlagende medicijnen
Patiënten die glucoseverlagende medicijnen gebruiken voor de behandeling van diabetes hebben de neiging om die medicijnen minder trouw in te nemen zodra de diagnose ‘kanker' bij hen is gesteld. Dat staat te lezen in een publicatie van Marjolein Zanders (IKNL) en collega's in het medische vakblad Diabetologia. Waarom deze patiënten minder therapietrouw zijn, moet nog nader worden onderzocht. Het is niet uitgesloten dat zij de strijd tegen de kanker op dat moment belangrijker vinden.
Het ‘trouw zijn' aan glucoseverlagende medicijnen door diabetespatiënten is van belang om een goede diabetesinstelling te bereiken. Omdat de diagnose ‘kanker' impact zou kunnen hebben op het trouw zijn aan de voorgeschreven medicatie, is in deze studie onderzocht of en welke veranderingen er optreden in de therapietrouw van diabetespatiënten rondom de diagnose kanker.
Koppeling Kankerregistratie en PHARMO
Voor de studie werden alle nieuwe gebruikers van glucoseverlagende medicijnen geselecteerd die tussen 1998 en 2011 werden opgenomen in de databank van PHARMO en tevens woonachtig waren in de regio van de Kankerregistratie van het voormalige IKZ (thans IKNL). Personen met een primaire diagnose ‘kanker' tijdens de follow-up werden gekoppeld met vergelijkbare personen bij wie geen kanker werd gevonden tijdens de follow-up.
Het percentage van de desbetreffende maand dat medicatie werd gebruikt, was de indicator om de therapietrouw van de geïncludeerde patiënten te bepalen. Met behulp van geavanceerde lineaire regressie analyses, werden veranderingen in het medicatiegebruik van deze patiënten beoordeeld en afgezet tegen diabetespatiënten zonder kanker, om zo rekening te houden met de algemene trends in therapietrouw in de diabetes populatie.
Patiëntenpopulatie
Van de 52.228 geselecteerde gebruikers van glucoseverlagende medicijnen, werden 3.281 patiënten mét kanker en 12.891 personen zónder kanker tijdens de follow-up geïncludeerd. In de analyses werd een daling waargenomen van het trouw zijn aan glucoseverlagende medicijnen ten tijde van de kankerdiagnose van -6,3% (95% BI -6,5, -6,0). Met andere woorden: door de diagnose kanker gebruikten diabetespatiënten 2 dagen per maand geen glucoseverlagende middelen meer, terwijl ze dat eerst wel deden.
De daling in therapietrouw duurde voort, weliswaar op een lager niveau, met een maandelijkse daling in therapietrouw van -0,20% (95% BI -0,21, -0,20) ná de diagnose kanker. De grootste daling (11-15%) in het therapietrouw zijn aan het gebruik van glucoseverlagende medicijnen werd waargenomen bij patiënten bij de diagnose maagdarm- of longkanker of bij de diagnose uitgezaaide kanker.
Daling therapietrouw
Marjolein Zanders en collega's concluderen dat deze bevindingen wijzen op een duidelijke daling van het trouw zijn aan glucoseverlagende medicijnen bij patiënten met diabetes rondom het stellen van de diagnose ‘kanker'. "De achterliggende oorzaak en reden voor de daling van de therapietrouw van diabetespatiënten zal nog nader onderzocht moeten worden.", aldus Marjolein Zanders. "Het kan betekenen dat deze patiënten het gevecht tegen de ziekte ‘kanker' belangrijker vinden, dan het adequaat slikken van glucoseverlagende middelen."
-
Marjolein M. J. Zanders, Harm R. Haak, Myrthe P. P. van Herk-Sukel, Lonneke V. van de Poll-Franse en Jeffrey A. Johnson: ‘Impact of cancer on adherence to glucose-lowering drug treatment in individuals with diabetes'. De originele publicatie is beschikbaar in de bibliotheek (toegang mits ingelogd).
Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl