Infuus chemotherapie borstkanker

Minder chemotherapie bij vroegstadium borstkanker door actiever immuunsysteem

Het immuunsysteem kan helpen voorspellen welke patiënten met stadium I triple-negatieve borstkanker baat hebben bij chemotherapie. Dat blijkt uit een studie van Veerle Geurts (NKI) en collega’s, die gepubliceerd is in JAMA oncology. 

Bij 11 procent van alle borstkankerdiagnoses bij vrouwen is sprake van triple-negatieve borstkanker (TBNC). Om de kans op terugkeer te verkleinen en op overleving te vergroten worden veel vrouwen naast chirurgie ook behandeld met chemotherapie. Eerdere studies toonden al aan dat mogelijk niet alle patiënten met stadium I TNBC (tumor tot 2 centimeter, zonder uitzaaiingen naar de lymfeklieren) een betere overleving hebben na behandeling met chemotherapie. Wanneer wordt afgezien van de behandeling met chemotherapie, kunnen vrouwen de bijwerkingen van de therapie worden bespaard. Maar een biomarker om patiënten te selecteren bij wie de therapie veilig achterwege gelaten kan worden ontbreekt.

Uit onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van afweercellen, genaamd tumor-infiltrerende lymfocyten (TILs), een rol spelen bij een betere overleving. Eerdere studies toonden al aan dat wanneer het percentage TILs hoger is, de kans op terugkeer van borstkanker kleiner is en de overlevingscijfers gunstiger. Maar eerder was de rol van nog niet TILs onderzocht bij stadium I TNBC bij vrouwen, die niet werden behandeld met chemotherapie.

Geurts en collega’s keken daarom, op basis van een cohort uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), naar de aanwezigheid van TILs bij vrouwen met stadium I TBNC. De selectie bestond uit vrouwen, gediagnosticeerd tussen 2005-2015, die niet behandeld werden met chemotherapie. De data uit de NKR werden gematcht met pathologiegegevens van PALGA. De onderzoekers ontdekten dat patiënten met veel TILs een lager risico hadden op overlijden aan de ziekte. Bij patiënten met een tumor tussen 1-2 cm (T1C) werd een borstkankerspecifieke 10-jaarsoverleving van 95% gevonden. Bij aanwezigheid van meer TILs (75% of meer) was dit zelfs 98%.

Dit is een belangrijke bevinding, omdat het suggereert dat het immuunsysteem mogelijk kan worden ingezet om TNBC te bestrijden. Dit zou kunnen betekenen dat patiënten in de toekomst minder radicale behandelingen, zoals chemotherapie, nodig hebben.

Meer onderzoek nodig

Hoewel de resultaten van deze studie veelbelovend zijn, is er nog meer onderzoek nodig voordat ze kunnen worden toegepast in de klinische praktijk. Zo is is er meer onderzoek nodig om te begrijpen hoe TILs werken en hoe ze kunnen worden beïnvloed om de behandeling van TNBC te verbeteren. Binnenkort start prospectieve OPTImal-studie. Bij patiënten met stadium I TNBC en veel TILs wordt in overleg besloten om wel of geen chemotherapie meer te geven na de operatie.

Verandering in klinische praktijk

Ondanks de noodzaak voor meer onderzoek, kunnen de bevindingen van deze studie op termijn leiden tot een verandering in de klinische praktijk. In de toekomst kunnen TIL-niveaus worden gebruikt om te bepalen welke patiënten met TNBC het meeste baat hebben bij chemotherapie. Dit zou kunnen betekenen dat sommige patiënten deze belastende behandeling kunnen vermijden, terwijl anderen gerichter en effectiever kunnen worden behandeld.

Meer informatie

Medewerkers

Sabine Siesling

Sabine Siesling

hoofdonderzoeker

lees verder