Hans Nijman (foto: UMCG)

Hans Nijman kwartiermaker netwerk- en expertzorg kanker

Prof. dr. Hans Nijman is per 1 december 2022 aangesteld als kwartiermaker om een plan van aanpak te maken voor de verdere ontwikkeling van netwerk- en expertzorg voor mensen met kanker, zo maakte het Zorginstituut vandaag bekend. 
 

Foto: Hans Nijman, (c)UMCG

Het plan waar hij aan werkt zal in april 2023 klaar zijn en wordt opgesteld in nauwe samenwerking met zorgprofessionals, patiëntenverenigingen, zorgverzekeraars en kennisinstellingen. Leidend bij het opstellen van het plan zijn de afspraken van het Integraal Zorgakkoord en de 12 knelpunten en oplossingsrichtingen uit het Signalement Passende zorg voor mensen met kanker; netwerk- en expertzorg van Zorginstituut Nederland, dat eind september 2022 is gepubliceerd. 

Thijs Merkx kijkt uit naar de samenwerking met Hans Nijman: 

‘de oncologische zorg staat voor een enorme opgave, zo bleek ook uit het trendrapport ‘Kanker in 2032’, dat we in oktober uitbrachtten. Die uitdagingen zullen we samen het hoofd moeten bieden.’ 

Insider met grote staat van dienst 

Hans Nijman is gynaecoloog-oncoloog en hoogleraar gynaecologische oncologie en immunotherapie bij het UMCG. Daarnaast is hij onder meer landelijk projectleider van het programma ‘Naar regionale oncologienetwerken’, van het Citrienfonds, voor de juiste zorg op de juiste plek. Voorzitter Sjaak Wijma van Zorginstituut Nederland is blij met de benoeming van Nijman tot kwartiermaker: “De kwaliteit en toegankelijkheid van goede zorg voor mensen met kanker staat in Nederland in toenemende mate onder druk. Hans heeft een grote staat van dienst, kent de sector van binnenuit en geniet het vertrouwen van de patiëntenvertegenwoordiging. Dat is nodig voor het draagvlak onder de plannen en om vaart te kunnen maken.” 

Meewegen maatschappelijke belangen 

Het Signalement netwerk- en expertzorg van het Zorginstituut schetst 12 knelpunten en 12 oplossingsrichtingen voor de zorg voor mensen met kanker. Deze vormen het vertrekpunt voor Nijman als kwartiermaker bij het maken van het plan van aanpak. Hierdoor wordt invulling gegeven aan de afspraken van het IZA om door concentratie en spreiding de kankerzorg toekomstbestendig te maken. In zijn opdracht aan de kwartiermaker stelt het Zorginstituut onder meer dat bestaande initiatieven en afspraken voor netwerk- en expertzorg waar mogelijk worden samengevoegd of met elkaar verbonden en dat er niet alleen vanuit het medisch en het patiënten-perspectief wordt gewerkt, maar dat maatschappelijke belangen even zwaar meewegen. Ook moet het plan van aanpak aandacht besteden aan de samenhang en samenwerking tussen passende oncologische zorg en overige zorg. 

Partijen waarmee wordt samengewerkt 

Het plan van aanpak moet in nauwe samenwerking met betrokken partijen binnen de kankerzorg worden gemaakt. Het Zorginstituut stelt dat, naast IKNL, ‘in ieder geval’ de volgende partijen moeten worden betrokken: de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), de Stichting Oncologische Samenwerking van de Federatie Medisch Specialisten, V&VN (Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland), Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), Zorgverzekeraars Nederland, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN) en het programma ‘Naar regionale oncologienetwerken’ van het Citrienfonds. 

Kader Passende zorg onmisbaar instrument 

“Met elkaar staan we voor grote keuzes, dat staat buiten kijf,” zegt Nijman in een eerste reactie op zijn benoeming. Zijn belangrijkste uitdaging is volgens hem dat het plan van aanpak “iedere zorgverlener en zorgaanbieder vertrouwen en comfort schenkt, dat we voldoende oog hebben voor ieders positie en tegelijkertijd ook ambitie tonen. We zullen helder moeten communiceren met elkaar en ook naar de burger over wat kan, mag en moet. In die zin ben ik blij met het Kader Passende zorg van het Zorginstituut, dat de principes van passende zorg naar werkbare normen heeft vertaald. De componenten van het kader zijn onmisbaar om met elkaar de transitie en bijbehorende cultuuromslag te kunnen maken.” 

Gerelateerd nieuws

Behandeling stadium II-III niet-kleincellig longcarcinoom gaat flink op de schop

man luistert muziek tijdens immunotherapie Bijna 3.000 mensen krijgen jaarlijks de diagnose stadium-II-III niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). De behandeling van deze groep patiënten gaat sterk veranderen met de komst van nieuwe opties in de behandelrichtlijnen: adjuvante doelgerichte therapie bij patiënten met een EGFR-mutatie, adjuvante immunotherapie bij patiënten met een hoge PD-L1-waarde en inductiechemo-immunotherapie bij resectabele tumoren. Daarbij wordt het essentieel om al preoperatief weefsel te verkrijgen om moleculaire diagnostiek uit te voeren en de PD-L1-score te bepalen. lees verder

Actie nodig voor gelijke zorg voor mensen met een zeldzame vorm van kanker

Eline, een witte vrouw met blond haar, presenteert achter een katheder in de aula van de Radboud Universiteit

Nieuw onderzoek brengt verschillen en behoeften in kaart

 

De impact van een kankerdiagnose is enorm, maar een diagnose zeldzame kanker brengt nog een aantal extra problemen met zich mee. Lagere overlevingskans; langer diagnostisch traject; minder behandelopties; gebrek aan informatie, kennis en kunde: een greep uit de problemen waar mensen met een zeldzame kanker mee te maken kunnen krijgen. Betere ondersteuning aan patiënten, gericht beleid op zeldzame kankerproblematiek en financiering voor meer en uitgebreider onderzoek zijn daarom noodzaak, aldus IKNL-onderzoeker Eline de Heus, die 29 februari (zeldzame ziektedag) haar proefschrift ‘Rare versus common cancers in the Netherlands’ verdedigde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. 

 

Foto: Theo Hafmans Fotografie

lees verder