Vaat- en zenuwsparend bestralen bij prostaatkanker om erectiestoornissen te verminderen
Afgelopen juli is in het UMC Utrecht de ERECT-trial gestart. Binnen deze trial brengt een speciale MRI-scanner de zenuwen- en bloedvaten voor én tijdens de bestraling in beeld, waardoor deze gespaard kunnen worden. Binnen de trial onderzoekt een team of dit leidt tot minder erectieproblemen. Aangezien een groot deel van de mannen met prostaatkanker nog seksueel actief zijn, geeft dit mogelijk een verbetering voor de kwaliteit van leven.
Mannen met matig- of hoog-risico prostaatkanker worden meestal chirurgisch of met bestraling (eventueel in combinatie met hormoontherapie) behandeld. De overleving van deze patiënten is uitstekend (10-jaars overleving is meer dan 99%), maar behandeling gaat vaak gepaard met urine-incontinentie en erectieproblemen.
Incontinentie- en erectieproblemen in kaart gebracht middels PROMs
De omvang van deze functionele problemen in de dagelijkse klinische praktijk waren tot voor kort niet bekend. Om hier inzicht in te krijgen, evenals in andere aspecten van prostaatkankerzorg, zijn binnen het ProZIB onderzoeksproject (Prostaatkanker Zorg In Beeld) van bijna 6.000 patiënten uitgebreide klinische gegevens verzameld. Daarnaast vulden patiënten vragenlijsten in over hun kwaliteit van leven (Patient Reported Outcome Measures). Deze data zijn gebruikt om het optreden van urine-incontinentie en erectieproblemen na behandeling te onderzoeken.
Erectieproblemen door beschadiging zenuw- en bloedvaten
Van de mannen die vóór de behandeling geen erectieproblemen hadden, rapporteerde 87% dit wel na operatie. Na bestraling was dit 41%. Deze erectieproblemen ontstaan doordat bloedvaten en zenuwen rondom de prostaat, die zorgen voor de erectiele functie beschadigd raken door operatie of door straling. Door deze zenuwen en bloedvaten zoveel mogelijk te sparen hopen artsen erectieproblemen na behandeling te verminderen. Na operatie kwamen ook incontinentieproblemen frequent voor. 15% van de patiënten rapporteerde dit twee jaar na behandeling.
Naast zenuwsparend opereren nu ook zenuw- en vaatsparend bestralen
Een zenuwsparende operatie bestaat al even. Uit de ProZIB-data bleek dat patiënten die zenuwsparend geopereerd werden minder vaak erectieproblemen rapporteerden. Naast het sparen van de bloedvaten en zenuwen bij operatie, lijkt dit nu ook bij bestraling mogelijk. In juli dit jaar is in het UMC Utrecht de ERECT-trial gestart. Met deze trial wordt onderzocht of een speciale manier van zenuw- en vaatsparend bestralen, het ontwikkelen van erectieproblemen na bestraling kan verminderen. In totaal zullen 70 mannen zenuw- en vaatsparend bestraald gaan worden. Mannen met matig-risico prostaatkanker, een indicatie voor radiotherapie en een redelijk tot goede erectiele functie voor bestraling, komen in aanmerking voor deze trial.
Voorheen konden zenuwen en bloedvaten tijdens de bestraling niet goed in beeld worden gebracht, maar met de komst van de MR-Linac is dat nu wel mogelijk. De MR-Linac is een MRI-scanner en bestralingsapparaat in één. Doordat er direct voor en tijdens de bestralingsbehandeling MRI-beelden worden gemaakt, kunnen de zenuwen en bloedvaten in kaart worden gebracht en zoveel mogelijk worden bespaard. Op die manier hopen de artsen uit het UMC Utrecht erectiestoornissen na bestraling te verminderen.
Vermindering erectieproblemen belangrijk voor patiënten
Het sparen van de erectiele functie is relevant voor deze groep patiënten. Uit een vragenlijst onderzoek binnen een groep patiënten met matig risico prostaatkanker die in het UMCU werden bestraald bleek dat 85% van de patiënten voor behandeling nog in meer of mindere mate seksueel actief was. 50% daarvan had een redelijk tot goede erectiele functie. Voor die groep is het behoud van de erecties erg waardevol.
Zo’n 40% van de mannen met matig-risico gelokaliseerd prostaatkanker is nog seksueel actief én heeft een goede erectiele functie. Zij komen in aanmerking voor de ERECT-trial.
De behandeling is nieuw en wereldwijd nog niet eerder uitgevoerd. Daarom onderzoeken de artsen uit het UMC Utrecht of de theoretische voordelen in de praktijk ook daadwerkelijk standhouden. Als uit het onderzoek blijkt dat deze nieuwe vorm van bestralen voldoende effectief is, zullen in de toekomst mogelijk ook andere patiëntgroepen in aanmerking komen voor deze behandeling.