Radiotherapie | Bestraling bij alvleesklierkanker
Alvleesklierkanker blijkt bij diagnose meestal al uitgezaaid naar andere organen. Een plaatselijke behandeling zoals bestraling (radiotherapie) wordt daarom vaak gegeven in combinatie met een andere behandeling. De volgende ontwikkelingen van de laatste jaren leiden mogelijk tot een grotere rol voor radiotherapie in de behandeling van alvleesklierkanker.
Door: Dr. Geertjan van Tienhoven en dr. Eva Versteijne, radiotherapeut oncoloog, AmsterdamUMC
Gecombineerde behandeling
De combinatie van chemotherapie en radiotherapie voorafgaand aan een operatie voor alvleesklierkanker leidt vaker tot complete verwijdering van deze tumor tijdens de operatie. Ook andere kenmerken van de verwijderde en onderzochte tumor lijken met radiotherapie gunstig voor de langere termijn, zoals minder aangedane lymfklieren en minder ingroei in andere structuren. Dit alles leidt tot een betere lokale controle (wegblijven van de plaatselijke tumor), en uiteindelijk tot een betere kans op langdurige overleving (Cloyd et al, 2020). Of modernere chemotherapie schema’s met of zonder bestraling nog beter zijn wordt onderzocht.
Stereotactische bestraling
Met beeld-gestuurde zeer nauwkeurige bestraling (stereotactische radiotherapie: SBRT of SABR) is het de laatste jaren mogelijk een veel hogere dosis straling te geven aan alvleesklierkanker dan voorheen. Bij stereotactische bestraling zijn de benodigde onzekerheidsmarges kleiner en daarmee de bijwerkingen veel minder. Bij een tumor die te uitgebreid is om te opereren kan hiermee met weinig nevenschade een éénjaars lokale controle worden bereikt bij ongeveer 80% van de patiënten (Tchelebi et al, 2020). De combinatie van stereotactische bestraling met moderne chemotherapie vooraf aan een operatie, is onderwerp van studies.
Pijnbehandeling
Bij ongeveer 40% van de patiënten met alvleesklierkanker is moeilijk behandelbare pijn een belangrijk symptoom. Dit is vaak een gevolg van doorgroei of terugkeer van de tumor (recidief) rondom een belangrijk netwerk van zenuwvezels in de bovenbuik (plexus coeliacus). In de laatste levensfase van patiënten met alvleesklierkanker, groeit het percentage patiënten met pijn zelfs naar 90%. Palliatieve radiotherapie is een mogelijkheid om deze pijn te bestrijden. In een verkennende studie in het Amsterdam UMC bleek dat met 1-3 maal een beperkte hoeveelheid straling bij twee op de drie patiënten pijnverlichting bereikt kon worden (Ebrahimi, van Tienhoven, 2018). Op dit moment is een vervolgstudie gaande.
Referenties
1. Cloyd JM, Heh V, Pawlik TM, et al. Neoadjuvant Therapy for Resectable and Borderline Resectable Pancreatic Cancer: A Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials. J Clin Med. 2020;9:1129
2. Tchelebi LT, Lehrer EJ, Trifiletti DM, et al. Conventionally fractionated radiation therapy versus stereotactic body radiation therapy for locally advanced pancreatic cancer (CRiSP): An international systematic review and meta-analysis. Cancer. 2020;126:2120‐31
3. Ebrahimi G, Rasch CRN, van Tienhoven G. Pain relief after a short course of palliative radiotherapy in pancreatic cancer, the Academic Medical Center (AMC) experience. Acta Oncol. 2018;57:697-700
Alvleesklierkanker in Nederland, kleine stappen vooruit
Deze tekst is gemaakt voor het rapport 'Alvleesklierkanker in Nederland, kleine stappen vooruit'. Het volledige rapport kunt u hier terugvinden.