Incidentie darmkanker neemt af

Nederland Europees kampioen opkomst bevolkingsonderzoek darmkanker

Het opkomstpercentage van het bevolkingsonderzoek darmkanker is in Nederland hoger dan in andere landen in Europa. Dat blijkt uit een onderzoek naar darmkankerscreening in 21 Europese landen, waarin mede geput is uit de Nederlandse Kankerregistratie. Screening draagt bij aan vroege opsporing van darmkanker en speelt daarmee een belangrijke rol in het reduceren van de sterfte aan de ziekte, zo concluderen de onderzoekers in Lancet Oncology.

Binnen Europa is veel verschil in de aanpak van darmkankerscreening. Het onderzoek, waar Valery Lemmens en Marloes Elferink (beide IKNL) een bijdrage aan leverden, brengt in kaart welke veranderingen er zijn op het gebied van incidentie, sterfte en stadium in relatie met de verschillende screeningsmethoden. 

Iedereen in Nederland tussen de 55 en 75 jaar wordt tweejaarlijks uitgenodigd om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek, ruim 70 procent doet dat. Deelnemers sturen een ontlastingsmonster in, waarna via een test (FIT) gemeten wordt of er bloedsporen aanwezig zijn in de ontlasting. Indien dat het geval is volgt een coloscopie (kijkonderzoek van de darm). De opkomstcijfers van andere landen met een soortgelijk screeningsprogramma (België en Denemarken) liggen lager. 

Sterfte daalt

De vraag of darmkankerscreening effectief is hangt samen met de vraag in hoeverre de sterfte aan darmkanker daalt. Darmkanker ontstaat uit poliepen, en het kan 10 tot 15 jaar duren voordat een poliep zich ontwikkelt tot darmkanker. De totale effecten op sterfte zijn daarom pas goed in te schatten wanneer een bevolkingsonderzoek gedurende een langere tijd loopt. In Nederland is het bevolkingsonderzoek in 2014 gefaseerd gestart en in 2019 is iedereen binnen de screeningsleeftijd uitgenodigd. In landen waar al langer gescreend wordt op darmkanker is de sterftereductie hoger dan in Nederland. In Oostenrijk neemt het aantal sterfgevallen bij mannen op jaarbasis gemiddeld met 3,2 procent af en bij vrouwen met 3,5 procent. In Tsjechië is dat respectievelijk 3,8 en 3,9 procent. Lemmens: ‘Deze landen screenen anders dan in Nederland, dus een één op één vergelijking is lastig te maken. Maar het stemt wel hoopvol dat in landen waar al langer gescreend wordt er een duidelijke daling van de sterfte is te zien.’

Nederland: eerst meer darmkankerdiagnoses, daarna minder

Kort na de invoering van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker in Nederland is een stijging in het aantal darmkankerdiagnoses te zien. Elferink: ‘De cijfers laten een duidelijke stijging zien in het aantal tumoren in een vroeg stadium (stadium I). Darmkanker bevindt zich dan in een beginnend stadium en geeft vaak nog geen klachten. Wanneer er geen screening was geweest had een aantal van deze patiënten zich dus waarschijnlijk later met klachten gemeld bij de huisarts. In een vroeg stadium is darmkanker beter behandelbaar, dus in zekere zin is die toename van het aantal darmkankerdiagnoses goed nieuws.’ Sinds 2016 daalt het aantal darmkankerdiagnoses. Elferink: ‘Tijdens de screening zijn ook veel zogeheten advanced adenomen gevonden. Dat zijn verdachte poliepen die kunnen doorgroeien tot darmkanker. Doordat deze poliepen via het bevolkingsonderzoek zijn opgespoord en verwijderd, neemt ook het aantal nieuwe gevallen van darmkanker af.’
De zogeheten incidentiecijfers komen overeen met landen die net als Nederland later zijn gestart met darmkankerscreening, bijvoorbeeld in België en Denemarken. 

Europese verschillen

In alle landen waar systematisch wordt gescreend met een FIT (zoals in Nederland) wordt darmkanker vaker in een vroeg stadium opgespoord dan bij landen waar men opportunistisch screent (onder andere Duitsland, Tsjechië en Oostenrijk. Screening gebeurt daar op verzoek van de arts of de patiënt). Lemmens: ‘De cijfers in Nederland wijzen de goede kant op. Het aantal darmkankerdiagnoses neemt af en ook wijzen de cijfers er op dat de sterfte aan darmkanker door invoering van het bevolkingsonderzoek af zullen nemen. Het aantal patiënten waarbij de ziekte in een later stadium wordt gevonden neemt af, en in een laat stadium is de kans op overlijden groter. De effecten op totale sterfte blijven we monitoren.’ 

Europese incidentie- en sterftecijfers

In The Lancet Oncology worden de incidentie- en sterftecijfers van verschillende Europese landen met elkaar vergeleken. In deze tabel staat een overzicht met incidentie- en sterftecijfers

Deelnamegraad Nederland

Het Landelijk Evaluatie team voor COlorectaal kanker bevolkingsonderzoek (LECO) heeft eerder gekeken naar de hoge deelnamegraad in Nederland. In hun rapport schrijven ze daarover:  

‘De deelname aan het bevolkingsonderzoek darmkanker is in Nederland beduidend hoger dan in Vlaanderen en Frankrijk. In Vlaanderen vindt ook darmkankerscreening buiten het bevolkingsonderzoek plaats. Een mogelijke verklaring voor de lage deelname in Frankrijk is dat mensen een afspraak moeten maken bij hun huisarts om de test op te halen.’ 

Cijfers landen met georganiseerde screening 

Opkomstpercentage per land:

  • Tsjechie (45,2 % FIT, 54,6% coloscopie)
  • Engeland (55,3% gFOBT – gFOBT liep tot 2019, daarna FIT)
  • Belgie, Vlaanderen (FIT, 50,3%)
  • Denemarken (FIT, 62,6%)
  • Ierland (FIT, 43,1%)
  • Letland (FIT, 46%)
  • Slovenie (FIT, 50,5%)

Bevindingen bevolkingsonderzoek Nederland 2019 

  • De deelnamegraad in 2019 aan het bevolkingsonderzoek was 71,5%. 
  • Er deden in totaal ruim 1,5 miljoen mensen mee. 
  • Van deze 1,5 miljoen deelnemers had 4,3% een ongunstige uitslag van de ontlastingstest. Dit komt overeen met ruim 67.000 deelnemers die doorverwezen zijn voor een kijkonderzoek van de darm. 
  • 85,4% van deze doorverwezen deelnemers heeft een kijkonderzoek van de darm ondergaan. 
  • Er werden 3.086 darmtumoren en 18.054 advanced adenomen gevonden. Dat is in totaal 36,7% van de deelnemers die na een ongunstige ontlastingstest een kijkonderzoek van de darm ondergingen. 
  • Per 1.000 deelnemers die een ontlastingstest deden, hadden 13,5 deelnemers darmkanker of een advanced adenoom

Meer informatie: monitor bevolkingsonderzoek darmkanker 2019, IKNL

Ontwikkelingen incidentie darmkanker in Nederland

Of bekijk ons bericht over de meest recente darmkankercijfers

Verdere informatie over het bevolkingsonderzoek darmkanker

Gerelateerd nieuws

Patiënt met kanker wil specifieke overlevingscijfers: voor vier kankersoorten is deze informatie nu beschikbaar

moeder en dochter

Vorig jaar leverde IKNL specifieke overlevingscijfers voor borstkanker, darmkanker, longkanker en prostaatkanker op basis van een aantal patiënt- en tumorkenmerken. In de pilot konden deelnemers van kanker.nl deze cijfers raadplegen, nadat zij waren ingelogd met hun account. De pilot is succesvol afgesloten en nu komen de specifieke overlevingscijfers voor deze vier tumorsoorten voor bezoekers aan kanker.nl openbaar beschikbaar en is inloggen met een account niet meer nodig.

lees verder

Nieuw rapport legt verschillen in behandeling bij kanker bloot

Sociaaleconomische status en kanker: verschillen rondom behandeling Patiënten uit lagere inkomensgroepen ondergaan minder vaak een tumorgerichte behandeling dan patiënten met een hoger inkomen. Dat blijkt onder meer uit een vandaag gepubliceerde nieuwe studie naar sociaaleconomische status en kanker door IKNL. In dit tweede deel van een drieluik over kanker en sociaaleconomische status in Nederland gaat het specifiek over behandelverschillen bij kanker in relatie tot het inkomen van patiënten. Dit is bekeken voor vijf veel voorkomende tumorsoorten: borstkanker, niet-kleincellige longkanker, darmkanker, prostaatkanker en melanoom. De resultaten tonen aan dat inkomen samenhangt met de manier waarop kanker wordt behandeld, wat kan duiden op ongelijkheden in de kankerzorg. lees verder