close up infuus

Goedkopere rituximab biosimilars geven vergelijkbare overleving bij patiënten met diffuus grootcellig B-cel lymfoom

Het gebruik van rituximab biosimilars (R-biosimilars) als eerstelijnsbehandeling bij patiënten met diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL, een bepaalde vorm van lymfeklierkanker) bespaart kosten zonder de overlevingsuitkomsten van de patiënt te beïnvloeden. Dit blijkt uit een studie van dr. Mirian Brink, onderzoeker bij IKNL, en dr. Marcel Nijland, vicevoorzitter HOVON-werkgroep lymfomen en internist-hematoloog UMCG en collega’s. Zij maakten daarbij gebruik van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR).

Nederland was een van de eerste landen die zorgde voor de implementatie van R-biosimilars, die in 2017 werden goedgekeurd door de European Medicines Agency (EMA) voor de behandeling van DLBCL. Dit vanwege de lagere kosten (tot wel 50%) in vergelijking met rituximab originator (R-originator). Het op de markt brengen van biosimilars, die erg lijken op het origineel maar goedkoper zijn, biedt een oplossing voor het beperken van de oplopende kosten van de gezondheidszorg. Uit het onderzoek blijkt dat het aantal aankopen van R-biosimilars sindsdien sterk gestegen is. Brink: ‘Tegen het einde van 2018 bestond 91% van de rituximab aankopen uit biosimilars, wat zorgde voor een daling van 43% in jaarlijkse kosten.’

Opzet studie

In het onderzoek zijn de gegevens uit de NKR van 4.429 patiënten meegenomen die tussen 2014 en 2018 gediagnostiseerd werden met DLBCL en werden behandeld met R-CHOP (anti-CD20 monoklonaal antilichaam rituximab gecombineerd met doxorubicine, cyclofosfamide, vincristine en prednisolone). Het gebruik van gegevens uit de NKR is een groot voordeel van deze studie omdat je kijkt naar kankerpatiënten uit heel Nederland, in plaats van naar een geselecteerde patiëntengroep in klinische trials. Van de geïncludeerde patiënten ontvingen 876 R-biosimilars en 3553 R-originator, bleek uit gegevens uit een centrale database van de Nederlandse geneesmiddelenmarkt. Meer mensen ontvingen R-originator omdat R-biosimilars pas in 2017 werden goedgekeurd. Het doel van het onderzoek was om te kijken of DLBCL patiënten die behandeld werden met R-biosimilars een vergelijkbare algehele 3-jaarsoverleving lieten zien ten opzichte van patiënten die behandeld werden met R-originator.

Geen verschil in overleving

Het onderzoek laat positieve resultaten zien voor het gebruik van R-biosimilars in de behandeling van patiënten met DLBCL. Uit de studie blijkt namelijk dat er geen verschil is in algehele 3-jaarsoverleving tussen DLBCL patiënten die behandeld werden met R-biosimilars en patiënten die R-originator ontvingen. Daarnaast blijkt dat patiënten die behandeld werden met R-biosimilars minder vaak meer dan 6 cycli R-CHOP nodig hadden vergeleken met patiënten die R-originator ontvingen. Ook was het algemene responspercentage (ORR) vergelijkbaar tussen de twee middelen. Brink concludeert: ‘Onze studieresultaten pleiten voor het wereldwijde gebruik van rituximab biosimilars in de eerstelijnsbehandeling van patiënten met DLBCL, omdat dit het uitgavepatroon voor gezondheidszorg drastisch kan beperken zonder overlevingsuitkomsten van deze patiënten negatief te beïnvloeden.’