Overleving vrouwen (80+) met HR+ borstkanker slechter bij afzien van chirurgie
Bij niet-kwetsbare vrouwen van 80 jaar en ouder met stadium I-II hormoonreceptorpositieve (HR+) borstkanker hangt afzien van chirurgie samen met een slechtere overleving, zo blijkt uit onderzoek van Anna de Boer (LUMC) en collega’s. Op basis van deze bevinding zou hormoontherapie bij oudere patiënten met een levensverwachting tot vijf jaar gerechtvaardigd kunnen zijn. Maar gelet op mogelijke neveneffecten zijn er ook redenen om bij deze patiënten terughoudend te zijn met hormoontherapie als alternatief voor chirurgie.
In Nederland wordt bij oudere patiënten met chirurgisch te behandelen borstkanker in toenemende mate afgezien van een operatie. Hoewel het achterwege laten van een operatie bij kwetsbare ouderen een te overwegen optie is, kan deze keuze bij niet-kwetsbare patiënten leiden tot slechtere uitkomsten. In deze studie is onderzoek gedaan naar het effect van afzien van chirurgie op de relatieve en algehele overleving van oudere vrouwen met chirurgisch te behandelen borstkanker.
Studieopzet
De onderzoekers selecteerden alle patiënten van 80 jaar en ouder in de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) die tussen 2003 en 2009 zijn gediagnosticeerd met stadium I-II hormoonreceptorpositieve borstkanker. Om de invloed van verstorende factoren te minimaliseren, werd een variabele toegepast om rekening te houden met verschillen tussen ziekenhuizen in het aandeel primaire operaties. De relatieve en algehele overleving werd vervolgens vergeleken tussen patiënten die een behandeling kregen in ziekenhuizen met uiteenlopende percentages uitgevoerde operaties.
Resultaten
In totaal werden 6.464 patiënten geïncludeerd. Patiënten die behandeld waren in ziekenhuizen met een lager percentage operaties hadden een lagere relatieve overleving (5-jaarsoverleving 90,2% respectievelijk 10-jaarsoverleving 71,6%) ten opzichte van patiënten die behandeld waren in ziekenhuizen met een hoger aandeel operaties (5-jaarsoverleving 92,4% respectievelijk 10-jaarsoverleving 88,2%). Het relatieve extra risico voor patiënten na behandeling in ziekenhuizen met een lager aandeel chirurgie was 2,0 (95% betrouwbaarheidsinterval 1,17-3,4).
Ook de algehele overleving was lager onder patiënten na behandeling in ziekenhuizen met een lager aandeel chirurgie (5-jaarsoverleving 48,3% respectievelijk 10-jaarsoverleving 15,0%) ten opzichte van behandeling in ziekenhuizen met hoger aandeel (5-jaarsoverleving 51,3% respectievelijk 10-jaarsoverleving 19,7%). Het gecorrigeerd risico was 1,07 (95% betrouwbaarheidsinterval 1,0-1,14).
Conclusie en aanbevelingen
Anna de Boer en collega’s concluderen dat het achterwege laten van chirurgie samenhangt met een slechtere relatieve en algehele overleving van niet-kwetsbare, oudere vrouwen van 80 jaar en ouder met stadium I-II hormoonreceptorpositieve borstkanker. Deze bevindingen ondersteunen de aanbevelingen in internationale richtlijnen dat primaire hormoonbehandeling een alternatief is voor patiënten met een levensverwachting van twee tot drie jaar, hoewel op basis van deze studie beargumenteerd kan worden dat primaire hormoonbehandeling gerechtvaardigd zou kunnen zijn bij patiënten met een levensverwachting tot vijf jaar.
In de discussie gaan de onderzoekers in op mogelijke neveneffecten van hormoontherapie, zoals opvliegers, gewrichtspijn en vermoeidheid, die aanleiding kunnen zijn om terughoudend te zijn met hormoontherapie als alternatief voor chirurgie. Ook dient bij hormoontherapie rekening gehouden te worden met afnemende therapietrouw bij oplopende leeftijd en het gegeven dat deze behandeling gedurende een beperkte periode effectief is, waarna alsnog overgeschakeld moet worden op een andere behandeling. Daarnaast kan frequent ziekenhuisbezoek een belemmering zijn voor oudere patiënten. Deze nadelen (over een langere periode) wegen waarschijnlijk niet op tegen tijdelijk ongemak vanwege een operatie.
Toekomstige studies dienen daarom gericht te zijn op mogelijke neveneffecten van primaire hormoontherapie, naleving van richtlijnen, overschakelen van behandelingen en op vergelijkingen tussen de kwaliteit van leven en fysiek functioneren van patiënten van 80 jaar en ouder met hormoonreceptorpositieve borstkanker die een chirurgische behandeling of hormoontherapie krijgen.
- De Boer AZ, de Glas NA, de Mheen PJM, Dekkers OM, Siesling S, de Munck L, de Ligt KM, Liefers GJ, Portielje JEA, Bastiaannet E. Effect of omission of surgery on survival in patients aged 80years and older with early-stage hormone receptor-positive breast cancer. Br J Surg. 2020 Apr 7.
- Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl