Tijdelijk minder kankerdiagnoses in COVID-19-crisis
Als gevolg van de COVID-19-crisis is het aantal nieuwe kankerdiagnoses vanaf week 8 tot en met week 17 aanzienlijk gedaald. De daling was het grootst bij huidkanker, maar daar is weer sprake van herstel. Deze ontwikkeling is zichtbaar in de Nederlandse Kankerregistratie op basis van voorlopige diagnoses uit de landelijke pathologiedatabase PALGA. IKNL monitort de gevolgen van de COVID-19-crisis op het aantal kankerdiagnoses, behandelpatronen en uiteindelijk ook de behandeluitkomsten. Bekijk de laatste cijfers hierover op www.iknl.nl/COVID-19
Thijs Merkx, Valery Lemmens, IKNL en Iris Nagtegaal, PALGA informeren de leden van de Taskforce Oncologie wekelijks over het aantal nieuwe diagnoses kanker. Op twee april stuurden zij als start hiervan een brief naar de leden van deze Taskforce, gevolgd door een update (dd 15-04), die vervolgens wekelijks is gepubliceerd op www.iknl.nl/COVID-19. Zij benadrukken dat de effecten van de uitgestelde diagnostiek gemonitord moeten worden voor het gehele zorgpad, van preventie tot en met palliatieve zorg, in het perspectief van de huidige discussies rondom prioritering van zorg.
Impact op diagnostiek, behandeling en nazorg
Een oncologisch zorgpad bestaat veelal uit drie fasen. De eerste fase betreft het stellen van een diagnose op basis van klachten of screening. De vragen die gesteld moeten worden zijn: wat is het effect van het uitstellen van screening en diagnostiek op de incidentie, het kankerstadium, de behandeling en de uiteindelijke uitkomst? Vooral bij snel groeiende tumoren kan dit effect groot zijn. Er zal over enige tijd, wanneer (potentiële) patiënten weer worden gescreend of met klachten naar de huisarts gaan, sprake zijn van een inhaaleffect. Dit heeft invloed op de tweede fase.
Die tweede fase, de behandeling, kan door de COVID-19 crisis geconfronteerd worden met een tijdelijk toenemende vraag naar oncologische zorg door een combinatie van inhaaleffecten en beperktere capaciteit: zowel op het niveau van logistieke tekorten (operatiekamers, IC), materiële tekorten (onvoldoende aangevulde materialen en geneesmiddelen) en personele tekorten door de nazorg van de COVID-19 crisis. De hoofdvraag hierbij is: in welke mate is de behandeling van kankerpatiënten veranderd als gevolg van de COVID-19 crisis?
Vragen die daarnaast moeten worden beantwoord zijn: Hoe ervaren de patiënten de aangeboden (aangepaste) zorg? Ervaren zij angst/minder vertrouwen? Hoe communiceren de zorgverleners over de aangepaste zorg en hoe is dit aangekomen bij patiënten?
Vervolgens de derde fase: kwaliteit van leven, overleving, terugkeer van ziekte of sterfte. Welk percentage van deze patiënten met een uitgestelde diagnose of behandeling is bijvoorbeeld 5 en 10 jaar na diagnose nog in leven en is tumorvrij gebleven in vergelijking met de oorspronkelijke verwachtingen en cijfers?
Taskforce Oncologie
De partijen in de Taskforce Oncologie zetten zich in om samen de impact van de coronacrisis voor patiënten met kanker zoveel mogelijk te beperken. IKNL presenteert de cijfers over kankerdiagnoses in de COVID-19-epidemie wekelijks samen met de Taskforce Oncologie. De Taskforce Oncologie wordt gevormd door de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de Stichting Oncologische Samenwerking (SONCOS) (die de Federatie Medisch Specialisten, FMS, vertegenwoordigt) en Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).