Internationale variatie in de toepassing van curatieve radiotherapie bij longkanker
De toepassing van curatieve radiotherapie bij longkanker varieert tussen landen. Waar in Engeland een kwart van de patiënten met stadium I niet-kleincellig longkanker (NSCLC) niet actief behandeld werd, was dat 8% in Nederland. Bij stadium IIIA waren de verschillen nog groter. In Nederland werd 45% van de patiënten behandeld met chemoradiotherapie tegen 11% in Engeland. Dat blijkt uit een vergelijking tussen data uit de National Lung Cancer Audit en de Nederlandse Kankerregistratie.
De afgelopen jaren is in Nederland veel onderzoek gedaan naar de toepassing van radiotherapie bij NSCLC. Het ging dan vooral over de opkomst van stereotactische radiotherapie bij stadium I en de toepassing van chemoradiotherapie bij stadium III. Belangrijk knelpunt was het ontbreken van soortgelijke informatie uit andere landen. Daarvoor wordt momenteel samengewerkt met kankerregistraties uit Noorwegen en Engeland.
Toepassing vergeleken
Engeland kent al meerdere jaren een National Lung Cancer Audit en heeft recent resultaten gepubliceerd over de toepassing van radiotherapie bij stadium I en III. Daarbij valt op dat een kwart van de patiënten met stadium I niet actief behandeld worden, tegen 8% in Nederland. Bij stadium IIIA waren de verschillen nog groter. In Nederland werd 45% van de patiënten behandeld met chemoradiotherapie tegen 11% in Engeland. De verschillen kunnen slechts ten dele verklaard worden door variatie in registratie, definities of wijze van analyseren. Ze lijken vooral toe te schrijven aan de beperkte beschikbaarheid van radiotherapie in Engeland en de voorkeuren van patiënten en behandelaars.
Referenties
- Mcdonald et al. Clin Oncol 2019; 10: 678-680.
- Phillips et al. Clin Oncol 2019; 10: 681-687.
- Adizie et al. Clin Oncol 2019; 10: 688-696.