Leeftijdsspecifieke behandeling van hoofd-halskanker in Nederland
Patiënten met hoofd-halskanker hebben bij oplopende leeftijd een kleinere kans op het krijgen van een multimodale en tumorgerichte behandeling. Soms blijft een behandeling om voor de hand liggende redenen achterwege, zoals aanbevelingen in landelijke richtlijnen. Maar in veel gevallen blijft de keuze voor een minder intensieve behandeling onduidelijk, zo blijkt uit een publicatie van G. Halmos (UMCG) en collega’s in Clinical Otolaryngology.
Het doel van deze cohortstudie was de incidentie en behandelpatronen te onderzoeken bij patiënten met hoofd-halskanker in verschillende leeftijdsgroepen aan de hand van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Alle primaire hoofd-hals maligniteiten die tussen 2010 en 2014 zijn gediagnosticeerd werden geïncludeerd en onderverdeeld in verschillende leeftijdsgroepen. De belangrijkste uitkomstmaat was het type behandeling, maar additioneel werd gekeken naar tumorlocatie, stadium en ziekenhuis waar diagnose en behandeling plaatsvonden.
Opzet en resultaten
In totaal werden 11.558 tumoren geïncludeerd. Mondholtekanker was met 31% de meest voorkomende locatie, gevolgd door strottenhoofdkanker (25%) en keelkanker (22%). Van de totale onderzoekspopulatie werd 96% gediagnosticeerd en/of behandeld in een medisch centrum gespecialiseerd in hoofd-halskanker. Bij patiënten van 80 jaar of ouder was dit lager (92%).
Multimodale behandeling werd minder vaak aangeboden bij oplopende leeftijd. Bij patiënten met kanker in de mondholte lag dit bijvoorbeeld op 34% bij patiënten tot 60 jaar en 17% bij 80 jaar of ouder. Het percentage patiënten dat géén tumorgerichte behandeling kreeg, nam toe met de leeftijd. Bij keelkanker lag dit bijvoorbeeld op 6% bij patiënten onder 80 jaar versus 25% bij patiënten van 80 jaar of ouder.
Conclusies en beschouwing
G. Halmos en collega’s zien in deze studie dat patiënten met hoofd-halskanker bij toenemende leeftijd minder kans hebben op het krijgen van een multimodale en tumorgerichte behandeling. Soms gebeurt dat om voor de hand liggende redenen (zoals nationale richtlijnen), maar in veel gevallen blijft de keuze voor een minder intensieve behandeling onduidelijk. Er zijn publicaties die laten zien dat bij ouderen intensieve behandeling toepasbaar is met vergelijkbare behandeluitkomsten en bijwerkingen. Of het minder intensief behandelen tot ongunstigere uitkomsten leidt, moet nog worden vastgesteld in vervolgonderzoek.
De onderzoekers attenderen er op dat in Nederland slechts 4% van de patiënten wordt gediagnosticeerd en/of behandeld buiten een van de gespecialiseerde hoofd-halskankercentra. In de populatie 80+ werd een significant groter deel (8%) van de patiënten niet doorverwezen naar een van deze centra. Patiënten die niet naar een gespecialiseerd centrum werden verwezen, kregen minder vaak een tumorgerichte behandeling. In de huidige studie beschikten de onderzoekers echter niet over de nodige informatie om te beoordelen of deze patiënten een tumorbehandeling hadden moeten krijgen of niet. Uit andere onderzoeken is bekend dat hoogwaardige zorg gepaard gaat met minder complicaties, een betere functionele uitkomst en overleving bij ouderen.
-
Halmos GB, Bras L, Siesling S, van der Laan BFAM, Langendijk JA en van Dijk BAC: ‘Age-specific incidence and treatment patterns of head and neck cancer in the Netherlands-A cohort study’. Clin Otolaryngol. 2017 Sep 26.
-
Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl