Alvleesklierkanker heeft slechtste overlevingscijfers van alle kankersoorten

Op 15 november is het Wereldalvleesklierkankerdag. Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland. Het is bovendien de enige kankersoort waarbij de overleving in afgelopen decennia niet of nauwelijks is verbeterd. Met bijna 3.000 diagnoses per jaar behoort alvleesklierkanker niet tot de veel voorkomende kankersoorten, maar het aantal diagnoses stijgt. Het aantal patiënten dat overlijdt aan alvleesklierkanker is groot en overtreft naar verwachting over ruim tien jaar de sterfte aan darmkanker of borstkanker. Dat blijkt uit gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie

Doodvonnis

Een diagnose ‘alvleesklierkanker’ wordt algemeen gevreesd en ervaren als een doodvonnis. Dat is het vaak ook, vooral wanneer het om een ‘pancreasadenocarcinoom’ gaat. Dit is de meest agressieve en meest voorkomende vorm van alvleesklierkanker (meer dan 9 op elke 10 patiënten). De getallen hier gaan over deze grootste groep.

Meer dan de helft ontvangt geen kankerbehandeling

Alvleesklierkanker geeft vaak lange tijd geen klachten. Als er wel klachten zijn, dan zijn die over het algemeen te onduidelijk om te kunnen leiden tot een snelle diagnose. In een vroeg stadium is alvleesklierkanker meestal slecht zichtbaar op een scan.



Als de patiënt wel klachten krijgt dan is het vaak al te laat. Als de kanker al is uitgezaaid is er vaak alleen levensverlengende behandeling mogelijk.

• Meer dan de helft van alle patiënten in Nederland heeft bij diagnose al uitgezaaide ziekte.
• Meer dan de helft van alle patiënten ontvangt geen kankerbehandeling. Door late diagnose en uitzaaiingen is een behandeling vaak al te belastend voor zieke en verzwakte patiënten. 
• Meer dan de helft van alle patiënten is slechts 4 maanden na diagnose al overleden.
• Bijna alle patiënten die deze diagnose krijgen, zullen er ook aan overlijden.

Verbetering van behandeling

In de afgelopen 10 jaar zien we in Nederland een verbetering in vergelijking met daarvoor. 

• Meer en meer patiënten komen in aanmerking voor een operatie en/of chemotherapie. Zo ontvangt inmiddels 1 op de 5 patiënten een operatie en 1 op de 3 patiënten met uitgezaaide alvleesklierkanker start met chemotherapie.
• Operatietechnieken en -uitkomsten zijn verbeterd nadat alvleesklierkankeroperaties in een kleiner aantal ziekenhuizen werden uitgevoerd.
• Nieuwe schema’s chemotherapie hebben vaker een gunstig effect op de overleving.
• Meer en meer aandacht bestaat voor kwaliteit van leven, met of zonder kankerbehandeling, onder andere op het platform voor onderzoek naar alvleesklierkanker, genaamd PACAP. Het doel is om optimale zorg te leveren die goed aansluit bij de wensen en waarden van de patiënt.

Bovenstaande heeft zich inmiddels vertaald in een verbetering van de overleving op de korte termijn: meer dan 20% van alle patiënten is één jaar na de diagnose nog in leven, tegenover minder dan 15% tot 10 jaar geleden. Van de  patiënten waarbij de kanker operatief verwijderd kon worden, is meer dan twee-derde een jaar later nog in leven.

Meer onderzoek is hard nodig!

De verbeteringen die we nu zien zijn nog te klein. De 5-jaarsoverleving is nog steeds laag. Om hier echt verandering in te brengen is meer onderzoek nodig naar manieren om alvleesklierkanker beter en vooral eerder te herkennen. Daarnaast is meer onderzoek nodig naar nieuwe geneesmiddelen en betere weefseltypering om meer patiënten een gunstig effect van behandeling te laten ervaren. Voor een betere overleving met behoud van kwaliteit van leven. 

Meer over alvleesklierkanker

Gerelateerd nieuws

Nomogram voor overleving na resectie alvleesklierkanker met chemotherapie

Patiënten die na resectie van alvleesklierkanker (TNM-stadium I-II) behandeld zijn met chemotherapie, kunnen uiteenlopende kenmerken hebben die onafhankelijk van elkaar samenhangen met hun overleving. Dat blijkt uit een grote Europese population-based studie, waaraan ook de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en IKNL-onderzoekers hebben bijgedragen. De onderzoekers ontwikkelden een gevalideerd nomogram voor het schatten van de gepersonaliseerde overleving van deze patiënten. Een model dat kan bijdragen aan gezamenlijke, klinische besluitvorming tussen patiënten en artsen.

lees verder

Na chemo 75+ slechtere overleving dan 75- bij uitgezaaide pancreaskanker

Patiënten van 75 jaar en ouder met uitgezaaide alvleesklierkanker die tussen 2005 en 2013 zijn behandeld met chemotherapie hadden, ondanks de beperkte inzet van chemotherapie op deze leeftijd, een slechtere overleving vergeleken met jongere patiënten die met chemotherapie zijn behandeld. Dat blijkt uit onderzoek van Lydia van der Geest (IKNL) en collega’s met behulp van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De onderzoekers stellen dat het noodzakelijk is betere definities op te stellen voor geriatrische kenmerken en bijkomende ziekten, zodat de (in)tolerantie van chemotherapie nauwkeuriger kan worden voorspeld. Ook zijn er chemotherapieregimes nodig die beter door oudere patiënten worden verdragen. 

lees verder