MDS-classificatie in Nederland verbeterd, maar er blijft ruimte voor verbetering

Naleving van de classificatie van myelodysplastische syndromen (MDS) is tussen 2001 en 2014 verbeterd in Nederland. Toch worden nog niet alle diagnostische en prognostische procedures optimaal benut bij sommige subgroepen MDS-patiënten. Dat concluderen Avinash Dinmohamed (Erasmus MC, IKNL) en collega’s van Erasmus MC, Reinier de Graaf Groep en VUmc aan de hand van een studie met data van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Implementatie van de nieuwe WHO classificatie (2016) zal volgens de onderzoekers geen grote problemen veroorzaken, aangezien hierin slechts subtiele veranderingen zijn aangebracht.

Morfologische en cytogenetische beoordelingen zijn nodig om de diagnostische en prognostische kenmerken van myelodysplastische syndromen (MDS) te karakteriseren. In deze studie gingen de onderzoekers na of deze beoordelingen hebben plaatsgevonden bij nieuw gediagnosticeerde patiënten met MDS in Nederland. Hiervoor werden MDS-casussen verzameld (n = 9.159) in de databank van de Nederlandse Kankerregistratie over de periode 2001-2014 en in de regionale PHAROS MDS-registratie (n = 676) over de periode 2008-2011. 

Resultaten 
Het aantal niet-geclassificeerde MDS-casussen daalde van 58% in 2001 tot 13% in 2014. Gegevens uit de meer gedetailleerde PHAROS-registratie onthulden dat de mate van beenmergdysplasie alleen werd gerapporteerd bij circa 30% van alle beoordeelde beenmergpuncties. Verder bleek dat de internationale, prognostische score (IPSS) bij 55% van de patiënten niet was bepaald, voornamelijk toe te schrijven aan het niet uitvoeren van cytogenetisch onderzoek bij 46% van de patiënten. Het ging hierbij vooral, maar niet uitsluitend om oudere patiënten met comorbiditeiten. 

Het is dus mogelijk dat er onder diagnostiek is van MDS met een geïsoleerde del(5q). Identificatie van dit subtype heeft gevolgen voor besluitvorming rond de behandeling van deze patiënten, aangezien behandeling met het middel lenalidomide is goedgekeurd voor deze indicatie. Hoewel sommige patiënten mogelijk niet in aanmerking komen voor behandeling, blijft het opstellen van een nauwkeurige prognose belangrijk om patiënten te informeren over hun levensverwachting. 

Conclusie en aanbevelingen 
Avinash Dinmohamed en collega’s concluderen dat de classificatie van MDS in Nederland is verbeterd. Niettemin worden bepaalde diagnostische en prognostische procedures, die essentieel zijn voor de diagnose en daaropvolgende behandelbeslissingen van MDS, nog niet volledig benut bij sommige subgroepen patiënten.

De onderzoekers verwachten dat implementatie van de WHO 2016-classificatie geen grote problemen zal veroorzaken, aangezien de diagnostische criteria van MDS subtiele veranderingen hebben ondergaan in vergelijking met voorgangers. Population-based registraties (zoals de NKR) zijn volgens de onderzoekers handige instrumenten om de naleving van richtlijnen te beoordelen. 

  • Dinmohamed AG, Visser O, Posthuma EFM, Huijgens PC, Sonneveld P, van de Loosdrecht AA, Jongen-Lavrencic M: ‘MDS classification is improving in an era of the WHO 2016 criteria of MDS: A population-based analysis among 9159 MDS patients diagnosed in the Netherlands’. Cancer Epidemiol. 2017 Sep 11;50(Pt A):137-140.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl