Het hemato-oncologieregister van de NKR: verleden, heden en toekomst

Het hemato-oncologieregister van de NKR is een instrument om continu de incidentie, diagnostiek en inzet en uitkomsten van behandelingen van patiënten met een hematologische maligniteit te meten. IKNL stelt de resultaten van dit register beschikbaar aan ziekenhuizen, behandelaars, patiëntenverenigingen en andere belanghebbenden via landelijke en regionale rapportages. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan het bevorderen van samenwerking, richtlijnadherentie, evaluatie van nieuwe geneesmiddelen en kwaliteit van geleverde zorg, schrijven Avinash Dinmohamed (IKNL) en collega’s in een achtergrondartikel in het NTvH. Dit is een korte weergave.

Bij het monitoren van de kwaliteit van de geleverde hemato-oncologische zorg in Nederland mag volgens de auteurs transparantie worden verwacht in al zijn facetten. Het verzamelen van kennis over incidentie, diagnostiek, inzet, uitvoering en resultaten van behandelingen is daarom van groot belang voor een betrouwbare kankersurveillance, het toetsen van richtlijnen, evaluatie van nieuwe geneesmiddelen en behandelstrategieën én voor de inschatting van kosteneffectiviteit van deze behandelingen.

Ontstaan hemato-oncologieregister
In het NTvH-artikel belichten de auteurs de geschiedenis, huidige stand van zaken en het toekomstperspectief het hemato-oncologieregister vanaf het ontstaan van de NKR in 1989. De belangrijkste signaleringsbronnen van de NKR zijn het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA), de Landelijke Medische Registratie (LMR) en de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ). Een belangrijke meerwaarde van de NKR is het monitoren van veranderingen in de klinische praktijk, zoals recent onder anderen is geïllustreerd door epidemiologisch onderzoek van Thielen et al. (Eur J Haematol 2016;97:145-54) op het gebied van chronische myeloïde leukemie (CML).

PHAROS-registratie
Hoewel de NKR de basis vormt voor de kankersurveillance in Nederland, was tot 1 januari 2014 het verzamelen van gedetailleerde data over diagnostische profilering, risicoprofilering en therapeutische strategieën beperkt. Deze informatie is echter belangrijk voor het toetsen van onder meer de naleving van richtlijnen, evalueren van therapeutische waarde en kosteneffectiviteit van nieuwe, veelal dure, geneesmiddelen. Om dit hiaat op te vullen is in maart 2010 de PHAROS-registratie (‘Population-based HAematological Registry for Observational Studies’) gestart als uitbreiding op de NKR.

Dat gebeurde in eerste instantie voor non-Hodgkinlymfomen (NHL), multipel myeloom (MM) en chronische lymfatische leukemie (CLL), en vervolgens voor CML, myelodysplastische syndromen (MDS) en primaire myelofibrose. De PHAROS-registratie omvatte destijds circa 45% van de Nederlandse bevolking (Noord- en Zuid- Holland, Zeeland en Noord-Brabant). Voor CML en primaire myelofibrose ging het om een landelijke dekking. PHAROS is een samenwerkingsverband van Stichting Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland (HOVON), IKNL en het ‘Institute for Medical Technology Assessment’ (iMTA) met financiële steun van ZonMw en verschillende grote farmaceutische bedrijven.

Onderzoek dure geneesmiddelen
In de hemato-oncologie worden veel nieuwe, dure geneesmiddelen geïntroduceerd. Om deze middelen effectief in te zetten volgens vigerende richtlijnen en de zorg betaalbaarheid te houden, beoordeelt het Zorginstituut Nederland (ZiN) of dure (intramurale) geneesmiddelen tijdelijk kunnen worden opgenomen in de NZa-beleidsregel ‘Dure geneesmiddelen’. Sinds 1 januari 2012 is deze NZa-beleidsregel vervallen en opgegaan in de NZa-beleidsregel ‘Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg’. 

Op basis van de therapeutische waarde, kostenprognose en doelmatigheidstoets in de dagelijkse praktijk geeft ZiN ‒ voor 1 april 2013 College voor Zorgverzekeringen (CVZ) geheten ‒ na vier jaar een beoordeling af ten behoeve van het al dan niet handhaven van een geneesmiddel in bovengenoemde NZa-beleidsregel. Deze beoordeling wordt ondersteund door zogeheten uitkomstenonderzoek dat gericht is op het verzamelen van gegevens in de dagelijkse praktijk. Daaruit moet blijken of een duur geneesmiddel therapeutische meerwaarde heeft ten opzichte van standaardbehandeling en kosteneffectief is.

Omdat de population-based PHAROS-registratie alle patiënten omvatte (niet alleen patiënten die een duur geneesmiddel krijgen) is deze registratie bij uitstek geschikt om uitkomstenonderzoek te verrichten naar de therapeutische meerwaarde en kosteneffectiviteit van dure geneesmiddelen in de dagelijkse hemato-oncologische praktijk. Daardoor is het mogelijk om verschillende behandelopties en/of niet-behandelen met elkaar te vergelijken. 

Hemato-oncologieregister van de NKR
Met de PHAROS-registratie is aangetoond dat het mogelijk is om valide inzichten te verschaffen in de geleverde hemato-oncologische zorg ter bevordering van de kwaliteit en doelmatigheid van deze zorg. Daarmee is de basis gelegd voor het inmiddels landelijk dekkende hemato-oncologieregister binnen de NKR. Dat betekent dat de verzameling van gegevens plaatsvindt onder het reglement van de NKR, waardoor de anonimiteit van patiënten en behandelaars is gewaarborgd.

Hiervoor heeft IKNL een contract afgesloten met alle Nederlandse ziekenhuizen. Aanvragen van gegevens worden beoordeeld door de Commissie van Toezicht van de NKR en de betreffende beroepsgroep, in dit geval HOVON. De Nederlandse Vereniging van Hematologie (NVvH), HOVON en iMTA zijn vertegenwoordigd in het bestuur van het hemato-oncologieregister van de NKR. Verder zijn in samenwerking met diverse HOVON-werkgroepen itemsets vastgesteld aan de hand waarvan specifieke gegevens over diagnostiek en behandeling op uniforme wijze en landelijk worden verzameld vanaf de diagnosedatum 1 januari 2014. 

Regionale samenwerking
Gegevens uit het hemato-oncologieregister worden, na toestemming van de betrokken ziekenhuizen, periodiek gerapporteerd aan regionale hematologische samenwerkingsverbanden. Het doel hiervan is om onderlinge verschillen in inzet van diagnostiek en (uitkomsten van) behandelingen zichtbaar en bespreekbaar te maken inclusief eventuele verschillen binnen een regio ten opzichte van landelijke resultaten. 

De inhoud van de regiorapportages wordt vastgesteld door IKNL en een aantal afgevaardigden uit een regionaal hematologisch samenwerkingsverband, zodat de inhoud goed aansluit op specifieke vragen binnen een regio. De verwachting is dat vanaf medio 2017 alle rapportages elektronisch worden ontsloten via ‘NKR Online’, een onderdeel van het datawarehouse van de Nederlandse Kankerregistratie.

  • Dr. A.G. Dinmohamed, prof. dr. P.C. Huijgens, dr. M. Brink, dr. E.F.M. Posthuma, prof. dr. C.A. Uyl-de Groot, prof. dr. N.M.A. Blijlevens, prof. dr. J.J. Cornelissen en dr. O. Visser: ‘Het hemato-oncologieregister van de Nederlandse Kankerregistratie: verleden, heden en toekomst’. ‘The hemato-oncology registry of the Netherlands Cancer Registry: past, present and future’.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl

Gerelateerd nieuws

Overleving patiënten met chronische lymfatische leukemie blijft nog stijgen

Overleving patiënten met chronische lymfatische leukemie blijft nog stijgen

De leeftijdgestandaardiseerde incidentie van chronische lymfatische leukemie is in Nederland tot 2003 geleidelijk blijven stijgen en bleef in de jaren daarna relatief stabiel. Dat blijkt uit onderzoek van Lina van der Straten (IKNL & Albert Schweitzer Ziekenhuis) en collega’s met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De relatieve overleving van deze patiënten vertoont nog steeds een opgaande lijn. De hoop is daarbij vooral gevestigd op bijdragen door nieuwe medicijnen, zoals kinaseremmers en pro-apoptotische middelen.

lees verder

Proefschrift over hematologische maligniteiten en belang kankerregistraties

Myelodysplastische syndromen (MDS), chronische myelomonocytaire leukemie (CMML) en acute myeloïde leukemie (AML) zijn kankerssoorten van het beenmerg die hun oorsprong vinden in de myeloïde stamcel. Tot dusver is daar relatief weinig onderzoek naar gedaan. Avinash Dinmohamed, onderzoeker bij Erasmus MC en IKNL, promoveerde 11 mei op een proefschrift waarin hij de diverse epidemiologische aspecten en het belang van population-based kankerregistraties onderzocht. Hij stelt vast dat bij bijna de helft van de patiënten met MDS geen cytogenetisch onderzoek is uitgevoerd, terwijl dit wel in de richtlijn wordt aanbevolen. Deze en andere bevindingen kunnen dienen als benchmark voor toekomstig onderzoek om de zorg voor deze patiënten te verbeteren.

lees verder