Stijging aantal herhaalde oproepen voor zelfde mammografische afwijking

Sinds de omschakeling van analoge naar digitale mammografie is het aantal vrouwen dat een herhaalde oproep kreeg vanwege dezelfde mammografische afwijking toegenomen. Dat blijkt uit een publicatie van Rob van Bommel (Catharina Ziekenhuis) en collega’s in European Radiology. Het risico op kanker was bij herhaalde oproepen voor en na de omschakeling naar digitale mammografie vergelijkbaar. Meestal vertonen deze kankers betere prognostische eigenschappen dan intervalkankers die tussen twee opeenvolgende screeningsronden worden ontdekt. Toch vinden de onderzoekers de stijging van het aantal herhaalde oproepen niet wenselijk, vanwege de lagere opkomst in de daaropvolgende screeningsronde. 

Het doel van deze studie was om met terugwerkende kracht de uitkomsten van borstkankerscreening vast te stellen bij vrouwen die twee keer een oproep kregen voor hetzelfde mammografisch letsel voor, tijdens en na de overschakeling van analoge film / beeldschermmammografie naar volledig digitale beeldschermmammografie. In de studie werden vrouwen geïncludeerd die een herhaalde oproep kregen voor onderzoek naar dezelfde mammografische afwijking. Het ging om 37 vrouwen die deelnamen aan analoge screening tussen januari 2000 en april 2010; respectievelijk 54 vrouwen die een oproep kregen na een eerdere analoge screening en 65 vrouwen na digitale screening gevolgd door een latere digitale mammografie tussen mei 2009-juli 2013. 

Analoog versus digitaal
Bij analoge mammografie bestond 1,2% van de herhaalde oproepen uit uitnodigingen in verband met hetzelfde letsel (37 van 3.217); bij 13 van de 37 verwijzingen betrof het een maligniteit. De positief voorspellende waarde bedroeg derhalve 35,1%. Tijdens de omschakeling van analoge naar digitale beeldschermmammografie (analoge screening gevolgd door digitale screening) vonden herhaalde oproepen voor hetzelfde letsel vaker plaats (2,2%, p=0,002). 

Bij 8 van de 54 verwijzingen (14,8%) betrof het een maligniteit, hetgeen betekent dat de positief voorspellende waarde significant lager was ( p=0,02).  Het aandeel herhaalde oproepen voor hetzelfde letsel nam toe tot 2,8% na de transitie naar digitale screening (dat wil zeggen twee opeenvolgende digitale mammografieën) met 16 gedetecteerde maligniteiten bij 65 (24,6%). Deze positief voorspellende waarde verschilde statistisch niet significant van de waarde na volledig analoge screening (35,1% versus 24,6%, p=0,26). De kans op invasieve kanker was kleiner bij herhaalde oproepen dan bij intervalkankers (T1a-c, 79,4% versus 46,8%, p=0,001) en met een kleinere kans op door kanker aangetaste lymfeklieren (20,6% versus 46,5%, p=0,007). 

Stijging herhaalde oproepen
Rob van Bommel en collega’s concluderen op basis van deze studie dat tijdens en na de overgang van analoge mammografie naar volledig digitale mammografie, een stijging is te zien van het aantal herhaalde oproepen voor dezelfde mammografische afwijking. Zowel bij vrouwen die één of twee keer een herhaalde oproep kregen. Deze toename van het aantal oproepen bleef aanwezig na de volledige omschakeling naar digitale mammografie. Het risico op kanker was vergelijkbaar voor en na de omschakeling naar digitale mammografie. Deze kankers vertonen meestal betere prognostische eigenschappen dan intervalkankers. 

Op basis van deze uitkomsten komen de onderzoekers tot de volgende bevindingen:

  • de invoering van digitale screening verhoogt het aantal herhaalde oproepen voor dezelfde mammografische afwijking.

  • de positief voorspellende waarde van deze terugroepacties is vergelijkbaar voor en na de overgang naar FFDM-screening.

  • kankers die gediagnosticeerd worden na een herhaalde oproep zijn kleiner dan intervalkankers.

  • kankers gevonden met digitale mammografie gaan ook minder vaak gepaard met aantasting van de lymfeklieren dan intervalkankers.

Discussie
Zover bekend is dit de eerste studie, waarin onderzoek is verricht naar het aandeel vrouwen dat een herhaalde oproep heeft gekregen voor dezelfde mammografische afwijkingen in vergelijking met de situatie voor, tijdens en na de omschakeling naar volledig digitale mammografie. Op voorhand zou je daarom verwachten dat er na de transitie een daling zou optreden in het aantal vrouwen met een herhaalde oproep, aangezien bij digitale screening door de radioloog een vergelijking kan worden gemaakt met eerdere digitale opnamen in plaats van gedigitaliseerde, analoge beeldopnamen. De gesignaleerde stijging van het aantal herhaalde oproepen is volgens de onderzoekers niet wenselijk, omdat deze vrouwen veelal een lager opkomstpercentage vertonen in de daaropvolgende screeningsronde vergeleken met vrouwen die een nieuwe oproep krijgen voor een eenmalig fout-positieve uitslag of vrouwen zonder een nieuwe oproep.  

Een andere, opmerkelijke bevinding is dat hoewel de grootte van tumor na een herhaalde oproep meestal kleiner was dan die van intervalkankers, een vergelijkbaar percentage vrouwen in beide groepen ofwel een borstsparende therapie of mastectomie kreeg. Deze bevinding kan volgens de onderzoekers deels worden verklaard door het toegenomen aandeel vrouwen bij wie kanker wordt gedetecteerd tijdens het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nederland en die een borstamputatie krijgen. Verder zorgt het intensiever gebruik van neo-adjuvante chemotherapie tot een groter aandeel borstsparende chirurgie bij grotere intervalkankers. De discussie wordt door de onderzoekers afgesloten met het benoemen van een aantal kanttekeningen bij de interpretatie van de resultaten, waaronder verschillen tussen Nederlandse en buitenlandse screeningsprogramma’s. 
 

  • Van Bommel R, Voogd AC, Louwman MW, Strobbe LJ, Venderink D, Duijm LE.: ‘Screening outcome in women repeatedly recalled for the same mammographic abnormality before, during and after the transition from screen-film to full-field digital screening mammography’.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl

Gerelateerd nieuws

Polygenetische risicoscore voorspelt kans op contralaterale borstkanker

Polygenetische risicoscore voorspelt kans op contralaterale borstkanker

De polygenetische risicoscore op basis van 313 veelvoorkomende genetische varianten (PRS313-score) is een onafhankelijke factor samenhangend met het risico op het ontwikkelen van contralaterale borstkanker. Dat concluderen onderzoekers van het Nederlands Kanker Instituut in een uitgebreide studie. De PRS313-score kan ingebouwd worden in bestaande predictiemodellen en op die manier bijdragen aan het identificeren van vrouwen met een laag of hoog risico op contralaterale borstkanker.

lees verder

Waarde van fotobespreking voor detecteren additionele borstkanker beperkt

Waarde van fotobespreking voor detecteren additionele borstkanker beperkt

De waarde van fotobesprekingen bij het detecteren van additionele borsttumoren in het bevolkingsonderzoek naar borstkanker is beperkt. Dat concluderen Angela Coolen (Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis) en collega’s. De karakteristieken van deze tumoren blijken niet significant te verschillen van tumoren gedetecteerd tijdens de standaard dubbele beoordeling door twee radiologen.

lees verder