Jaarverslag hospices (REPAL): bijna gelijk aantal opnameverzoeken in 2015

In 2015 namen 45 hospices deel aan de registratie via REPAL. Dat is ongeveer een zesde van alle hospicevoorzieningen in Nederland. In de deelnemende hospices werden vorig jaar 2.566 nieuwe zorgvragers opgenomen, zo blijkt uit het jaarverslag van REPAL. Dat is ongeveer gelijk aan het aantal opnameverzoeken in 2014, maar aanzienlijk meer dan in 2008. Deze toename hangt samen met uitbreiding van het aantal registrerende hospices, maar ook met een stijging van het aantal bedden per hospice. In totaal verbleven er vorig jaar 2.765 ernstig zieke / terminale patiënten in een hospice. Bij 64% van de zorgvragers lag de opnameduur tussen een week tot drie maanden. Ruim een kwart (27%) was korter dan een week opgenomen. 

Van de zorgvragers die in 2015 in een hospice werden opgenomen, was 46% man en 54% vrouw. De gemiddelde leeftijd was 75,6 jaar. De jongste zorgvrager was 25 jaar; de oudste 103 jaar. Een ruime meerderheid (88%) van de opnameverzoeken kwam van mensen ouder dan 60 jaar. Het merendeel (90%) woonde vóór opname nog zelfstandig, alleen of met partner. De opnameduur tussen de verschillende type hospices was verhoudingsgewijs nagenoeg gelijk. De bezettingsgraad bedroeg gemiddeld 77%. De zorg binnen hospices wordt vooral verleend door verpleegkundigen, verzorgenden en vrijwilligers.

Vooral kanker
De meest voorkomende diagnose onder de zorgvragers was kanker (75%) gevolgd door hartfalen (9%), COPD (3%) en CVA (2%). De wachttijd voor opname in een hospice lag vorig jaar gemiddeld op 0,7 dag. De verblijfsduur van zorgvragers was gemiddeld 28,8 dagen. Ruim een kwart (27%) van de opnames wordt afgerond binnen 7 dagen. In REPAL wordt genoteerd welke zorgvragers worden aangemeld voor opname in een hospice, door wie en waar ze op het moment van aanmelding verblijven. Indien een aanmelding niet tot opname leidt, wordt dat afmelding genoemd. Datum en reden hiervan worden genoteerd. De belangrijkste reden voor afmelding is het overlijden van de zorgvrager.

Bij de helft (48%) van de aanvragen ging het vorig jaar om spoedaanmeldingen ofwel een gewenste opname binnen twee dagen. De bijna-thuis-huizen kregen het grootst aantal spoedaanmeldingen (56%) en de high care hospices het laagste aantal (42%). Bij 31% van de aanmeldingen ging het om een gewenste opname binnen twee weken. De helft van de zorgvragers verbleef vóór opname in het ziekenhuis, terwijl 42% thuis of bij familie woonde. Tijdelijke of respijtopnames (gemiddeld 7%) vonden vooral plaats bij high care hospices (12%) en niet of nauwelijks bij verpleeghuisunits (1%).

Betrokken zorgverleners 
De kerndisciplines die betrokken zijn bij hospiceopnames, zijn vooral verpleegkundigen (92%) en verzorgenden (74%). Ook vrijwilligers leveren een belangrijke bijdrage (gemiddeld bij 88% van de opnamen betrokken), met name in bijna-thuis-huizen (99%) en iets minder vaak in verpleeghuisunits en high care hospices (respectievelijk 88% en 80%). 

De medische zorg wordt voornamelijk geleverd door specialisten ouderengeneeskunde (52%) en huisartsen (46%). Hierbij zijn grote verschillen te zien binnen de hospicevoorzieningen. In bijna-thuis-huizen is de huisarts in 95% van de opnamen betrokken, terwijl dit aantal voor high care hospices en verpleeghuisunits lager ligt met respectievelijk 22% en 14%. Voor de inzet van specialisten ouderengeneeskunde geldt het tegenovergestelde. In bijna-thuis-huizen werd bij slechts 7% van de opnames de hulp ingeroepen van een specialist ouderengeneeskunde tegenover 73% respectievelijk 83% in high care hospices en verpleeghuisunits.

Vervanging REPAL
IKNL wil ook in de toekomst blijven bijdragen aan het beschikbaar stellen van betrouwbare informatie over palliatieve zorg in de laatste levensfase. REPAL, het webbased registratiesysteem dat inzicht geeft in het zorggebruik binnen hospicevoorzieningen, geeft echter geen inzicht in de kwaliteit van de geleverde zorg. Om die reden heeft IKNL besloten om REPAL per 1 januari 2017 te beëindigen en te vervangen door een nieuw systeem dat bijdraagt aan verbetering van kwaliteit van zorg waarbij de patiënt centraal staat. Met die achtergrondinformatie kunnen zorgverleners, bestuurders en beleidsmakers initiatieven ontwikkelen voor verdere verbetering van de palliatieve zorg. De huidige REPAL-gebruikers zijn hierover eerder al geïnformeerd. 

Samen met betrokken zorgprofessionals en andere partijen onderzoekt IKNL dit jaar welke mogelijkheden er zijn voor het realiseren van een toekomstbestendige, passende registratie voor hospicevoorzieningen en zorg aan mensen in de laatste levensfase op andere locaties. Dit systeem zal gericht zijn op de ervaren last, symptomen, en de aangeboden zorg. Deze nieuwe registratie zal echter niet bruikbaar zijn voor het uitvoeren van de zorgadministratie. Daarom houdt IKNL binnenkort een bijeenkomst om de huidige REPAL-gebruikers  te informeren over ontwikkelingen rond het registreren van zorg binnen hospicevoorzieningen. Alle REPAL-gebruikers ontvangen hiervoor op korte termijn een uitnodiging. 

Meer informatie 
Landelijke informatie over de hospicevoorzieningen is te vinden in het jaarverslag van REPAL 2014. Hospices die specifiekere informatie willen over de eigen instelling kunnen een jaarverslag op maat genereren via REPAL. Uiteraard houden we u op de hoogte van deze ontwikkelingen. 

Gerelateerd nieuws

Cruciale behoefte aan meer ondersteuning voor naasten van patiënten met kanker in de laatste levensfase

Laurien, een witte vrouw met blond haar in een staartje, glimlacht de camera in. Linksonder staat de tekst 'Proefschrift over het welzijn van naasten van kankerpatiënten in laatste levensjaar'. In het recente proefschrift van dr. Laurien Ham, getiteld ‘What about us? Experiences of relatives during end-of-life cancer care and bereavement’, wordt aandacht besteed aan de vaak onderbelichte groep rondom patiënten met kanker: de naasten. Het onderzoek, uitgevoerd door Laurien Ham voor IKNL i.s.m. Tilburg University en gisteren (25 maart) gepresenteerd tijdens haar promotie, belicht de emotionele, sociale en existentiële uitdagingen waar naasten van patiënten met ongeneeslijke kanker mee geconfronteerd worden in het laatste levensjaar van hun dierbare. lees verder

Tijdig integreren van palliatieve zorg in de oncologie; hoe gaat dat in de praktijk?

Foto met quote dokter Filip de Vos

Uit onderzoek weten we dat voor mensen met ongeneeslijke kanker en voor hun naasten tijdige inzet van palliatieve zorg heel belangrijk is. Het verhoogt de kwaliteit van leven en de kans op passende zorg. Ook kan het de symptoomlast en de last op mantelzorgers verlagen. Het onderzoeksproject Tijdige Integratie Palliatieve Zorg in de Oncologie (TIPZO) wil deze tijdige inzet van palliatieve zorg bevorderen. In dit project werkt IKNL samen met de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), het UMC Groningen en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Senior-onderzoeker palliatieve zorg bij IKNL Dr. Natasja Raijmakers en internist-oncoloog Dr. Filip de Vos zijn betrokken bij het project. We spraken hen over het belang van tijdig integreren van palliatieve zorg en over waar we nu staan in het project. 

lees verder