Digitale en analoge mammografie leveren vergelijkbare resultaten op
Digitale mammografie levert vergelijkbare aantallen screen-gedetecteerde kankers en intervalkankers op als de voorheen gebruikelijke analoge mammografie. Ook zijn er geen signalen van toename van laaggradig ductaal carcinoom in situ. Digitale mammografie kan echter na de eerste screening wel leiden tot een hoger aantal vrouwen dat wordt doorverwezen voor nader onderzoek en een lagere, positief voorspellende waarde. Dit concluderen Linda de Munck (IKNL) en collega’s in het British Journal of Cancer. De studie is gebaseerd op gegevens van ruim 900.000 mammogrammen van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker aangevuld met data van patiënten uit de NKR.
Digitale mammografie heeft bij de meeste bevolkingsonderzoeken naar borstkanker de voorheen gebruikte analoge mammografie vervangen. Dit vanwege de technologische voordelen, zoals mogelijkheden om het contrast aan te passen, betere beeldkwaliteit en snellere verzendmogelijkheden. In deze studie beschrijven Linda de Munck en collega’s de prestatie-indicatoren tijdens de overgang van analoge naar digitale mammografie en de eigenschappen van screen-gedetecteerde borstkanker en intervalkankers.
Opzet en uitkomsten
Voor deze studie is gebruik gemaakt van gegevens van 902.868 mammogrammen van het Nederlandse bevolkingsonderzoek naar borstkanker uit de regio Noord uit de periode 2004 – 2010. Deze gegevens zijn vervolgens gekoppeld aan data van de Nederlandse Kankerregistratie. De prestatie-indicatoren en tumorkenmerken van screen-gedetecteerde en intervalkankers werden vergeleken tussen de digitale en analoge screeningsmethode.
Na eerste screening was het aandeel doorverwijzingen 2,1% na een analoge mammografie en 3,0% na een digitale mammografie (p <0,001). De positief voorspellende waarde was 25,6% bij analoge en 19,9% bij digitale screening (p = 0,002), de detectiegraad was vergelijkbaar. Na vervolgscreening waren alle prestatie-indicatoren vergelijkbaar. Vergelijkbare percentages laaggradig ductaal carcinoom in situ werden gevonden voor analoge en digitale screening.
Invasieve borstkankers gediagnosticeerd na een vervolgscreening met digitale mammografie bleken vaker hooggradig (p= 0,024) en van het type ductaal (p= 0,030). De incidentie van intervalkankers was vergelijkbaar voor analoge en digitale mammografieën na eerste (2,69 / 1.000 versus 2,51 / 1.000; p= 0,787) en na vervolgscreening (2,30 versus 2,41; p= 0,652) met vergelijkbare tumorkenmerken.
Conclusies en aanbevelingen
Linda de Munck en collega’s concluderen dat digitale mammografie vergelijkbare aantallen screen-gedetecteerde en intervalkankers oplevert. Dit geeft aan dat digitale mammografie even goed presteert als analoge mammografie tijdens borstkankerscreening. Er zijn geen tekenen van toename van laaggradig ductaal carcinoom in situ waargenomen. Niettemin, na de eerste screening (goed voor 12% van alle screenings) leidde digitale mammografie wel tot een hoger aantal doorverwijzingen en een lagere, positief voorspellende waarde. Dit vraagt volgens de onderzoekers om extra aandacht.
-
De Munck L, de Bock GH, Otter R, Reiding D, Broeders MJ, Willemse PH, Siesling S: ‘Digital vs screen-film mammography in population-based breast cancer screening: performance indicators and tumour characteristics of screen-detected and interval cancers’.
-
Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl