Darmkanker: een ziekte die mensen vooral treft op oudere leeftijd
Maart is uitgeroepen tot darmkankermaand. Darmkanker is de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland. Uit actuele cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) van IKNL blijkt dat er grote leeftijdsgerelateerde verschillen bestaan in het optreden, de behandeling en uitkomsten van behandeling van deze ziekte. Darmkanker is namelijk een ziekte die voornamelijk mensen op oudere leeftijd treft. Het streven is de ziekte in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen door ouderen uit te nodigen voor het bevolkingsonderzoek naar darmkanker.
Incidentie
In 2015 werden 15.550 nieuwe gevallen van darmkanker ontdekt. Meer dan de helft van alle patiënten met darmkanker is 65 jaar of ouder op het moment van diagnose (figuur 1). Het opvallend hoge aantal nieuwe gevallen van dikkedarmkanker in de leeftijd 65 tot 70 jaar hangt mede samen met het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker. In 2015 werden vooral mensen uit die leeftijdsgroep daarvoor uitgenodigd. In 2015 kregen alle personen die dat jaar 61, 63, 65, 67, 69 of 75 jaar werden een uitnodiging om deel te nemen aan dit bevolkingsonderzoek. Dit jaar (2016) krijgen alle personen die geboren zijn in 1941, 1945, 1953, 1955 of 1957 een oproep.
Behandeling
Darmkanker wordt opgesplitst in dikkedarm- en endeldarmkanker. De behandeling is afhankelijk van de lokalisatie in de dikke darm of de endeldarm en het stadium van de ziekte. Voor patiënten bij wie de kanker niet beperkt is tot de darm, maar uitgebreid is naar andere organen (stadium IV), kan de behandeling bestaan uit chemotherapie aangevuld met immunotherapie.
Met het stijgen van de leeftijd neemt echter het aandeel patiënten dat chemotherapie krijgt af van 75% van de jongere patiënten tot 31% in de leeftijd 80 tot 85 jaar. Boven die leeftijd daalt het aandeel nog verder. Ook worden oudere patiënten minder vaak met immunotherapie behandeld (30% van de jongere patiënten; 9% van patiënten 80-84 jaar) (figuur 2).
Minder frequente inzet van bepaalde behandelingen bij ouderen kan mede het gevolg zijn van het ontbreken van duidelijk bewijs dat een behandeling ook effectief is. Oudere patiënten worden vaak uitgesloten van deelname aan klinische studies. Juist hier kunnen observationele data van de NKR waardevol zijn om inzicht te geven in de balans tussen negatieve en positieve effecten van een behandeling.
Overleving
Hoewel de overlevingskansen van darmkankerpatiënten de afgelopen jaren zijn toegenomen, daalt de vijfjaarsoverleving met het stijgen van de leeftijd. Dit hangt onder andere samen met een toename van het aantal comorbiditeiten naarmate de leeftijd van patiënten stijgt. De verschillen in overleving zijn het grootst binnen een jaar na diagnose, onder andere doordat de sterfte na een operatie hoger is onder ouderen. Daarna blijven de verschillen relatief klein tot op hoge leeftijd (figuur 3).
Aanvullende gegevens NKR
Sinds 1989 beschikt Nederland over een nationale databank met betrouwbare, objectieve gegevens over de incidentie, prevalentie, behandeling, overleving en sterfte van alle gevallen van kanker. Deze database wordt beheerd door IKNL en gebruikt voor epidemiologisch onderzoek, klinische studies en voor onderzoek naar de kwaliteit van geleverde zorg. Actuele cijfers over incidentie, overleving en sterfte worden gepubliceerd op: NKR-cijfers
Sinds 2015 registreert IKNL in de NKR ook aanvullende gegevens over diagnostiek, complicaties, toxiciteit en optreden van late metastasen. Daarnaast is in samenwerking met IKNL het Prospectief Landelijk CRC cohort (PLCRC) gestart, waarbij door patiënten gerapporteerde uitkomstmaten, weefsel en bloed worden verzameld om wetenschappelijk onderzoek naar specifieke subgroepen mogelijk te maken. Met dit initiatief komen extra gegevens beschikbaar die inzage kunnen geven in de balans tussen de positieve en negatieve effecten van verschillende behandelingen voor (oudere) patiënten met darmkanker. Meer informatie hierover is te vinden op www.plcrc.nl.