NKR gebruikt voor maken Europese schatting benodigde radiotherapie
Population based kankerregistraties zoals de NKR zijn een geschikte informatiebron om de toekomstige behoefte aan radiotherapeutische voorzieningen zo optimaal mogelijk in te schatten. Dat blijkt uit een internationale studie in het kader van het ESTRO-HERO-project van Josep M. Borras, waaraan dr. Rob Verhoeven en prof. dr. Valery Lemmens namens IKNL hebben meegewerkt. In de studie is rekening gehouden met alle tumorstadia van de 25 meest voorkomende tumoren.
Doel van de studie was het effect te beoordelen van verschillen in de verdeling van de belangrijkste kankersoorten en stadia op het moment van diagnose tussen vier Europese landen en een zo optimaal mogelijke benutting (optimal utilization proportion, OUP) van uitwendige radiotherapie te berekenen. Met de OUP wordt het percentage patiënten aangegeven dat op enig moment in de kankerbehandeling in aanmerking zou kunnen komen voor uitwendige radiotherapie. De studie vond plaats in het kader van de ESTRO-HERO-project.
Data kankerregistraties
Voor de analyses werd gebruik gemaakt van gegevens van het Australian Collaboration for Cancer Outcomes Research and Evaluation (CCORE) project. In dit project wordt met beslisbomen, op basis van internationale richtlijnen per tumortype en per stadium aangegeven welk percentage patiënten in aanmerking zou kunnen komen voor uitwendige radiotherapie. Met behulp van data van de kankerregistratie werd vervolgens de OUP voor alle kankerpatiënten berekend. Dit is eerder al berekend voor patiënten in Australië en is nu berekend en toegepast voor patiënten in Europa.
Voor deze berekeningen werden population based data gebruikt van patiënten bij diagnose afkomstig van de kankerregistraties in België, Slovenië, Polen (Groot-Polen) De algehele OUP varieerde per land en was met 48,3% het laagste in Australië en het hoogste (53,4%) in Polen. Voor Nederland werd de algehele OUP geschat op 52,3%.De variatie in de Europese landen was beperkt tot 3%. De kankerspecifieke OUP’s vertoonde verschillen volgens de variabiliteit in stadium bij diagnose tussen de landen. Verschillen in de verdeling in het voorkomen van verschillende tumortypes bleek een belangrijker effect op de OUP per land te hebben dan de stadiumverdeling van de tumor bij diagnose.
Conclusie
Josep M. Borras en collega’s concluderen dat deze methode gebruikt kan worden met Europese data, waarmee een planning van middelen kan worden gemaakt om te voldoen aan de vraag naar radiotherapie in Europa. Daarbij wordt tevens rekening gehouden met verschillen in de incidentie van kanker per land.
-
Josep M. Borras, Michael Barton, Cai Grau, Julieta Corral, Rob Verhoeven, Valery Lemmens, Liesbet van Eycken, Kris Henau, Maja Primic-Zakelj, Primoz Strojan, Maciej Trojanowski, Agnieszka Dyzmann-Sroka, Anna Kubiak, Chiara Gasparotto, Noemie Defourny, Julian Malicki, Peter Dunscombe, Mary Coffey, Yolande Lievens: ‘The impact of cancer incidence and stage on optimal utilization of radiotherapy: Methodology of a population based analysis by the ESTRO-HERO project’.
-
Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl
-
Zie ook: Inzet van radiotherapie op vrijwel optimaal niveau in Nederland